Inrichten van de werkplaats
S.v.p. paragraaf Openen en sluiten van de cabinedeur in acht nemen (blz. 104).
Instappen
Linker bedieningsconsole (2) door het omhoog trekken van de
!
vergrendeling van de bedieningshendel (1) naar boven tot in de
eindstand brengen.
De bedieningsconsole moet tot na het starten van de
motor in deze stand blijven, omdat alleen zo de motor
kan worden gestart.
In de graafmachine stappen; hiervoor de rupsband of de trap
!
als opstap gebruiken.
Op de bestuurdersstoel plaatsnemen.
!
Afstellen van de bestuurdersstoel
De bestuurdersstoel moet zodanig worden afgesteld, dat een moeiteloos en aangenaam werken kan
plaatsvinden. Alle bedieningselementen moeten veilig kunnen worden gebruikt.
Lengteverstelling van de zitting (zitafstand)
De lengteverstelhendel (5) omhoog trekken en door voor-
!
waarts en terugschuiven van de zitting een passende zitpositie
afstellen; vervolgens de hendel loslaten.
Waarborgen, dat de zitting is vergrendeld.
STOP
66
1
5
4
Bedrijf
2
3