Onderhoud
Vullen van motorolie
Vulhoeveelheid: 9,0 l
Draai de olievuldop (2) open en vul motorolie volgens para-
!
graaf Onderhoudsmiddelen (blz. 170) in.
Olievuldop vastdraaien.
!
Motor starten (blz. 69), de controlelamp motoroliedruk moet
!
onmiddellijk na het aanspringen van de motor uitgaan. Indien
niet, motor direct uitschakelen, geschoold personeel inlichten.
Motor laten warmdraaien en vervolgens uitschakelen (blz. 71).
!
Na een wachttijd van 5 min oliepeil controleren.
Oliepeilstok (1) eruit trekken en met een schone doek afvegen.
!
Oliepeilstok weer helemaal terugplaatsen en opnieuw eruit trekken. Het oliepeil moet zich in het bereik "A"
!
bevinden. Bij een te laag oliepeil; motorolie bijvullen.
Het bedrijf met een te laag of te hoog oliepeil kan tot motorschade leiden.
Bij het verversen van de olie moet de motorolie tot het "MAX"-merkstreepje worden gevuld.
!
Motorkap sluiten.
!
Luchtfilter controleren, reinigen, vervangen
Indien de graafmachine in een bijzonder stoffige om-
geving wordt gebruikt, moet het luchtfilter overeen-
komstig vaker worden gecontroleerd.
Motorkap openen (blz. 116).
!
Klemmen (3) openen en deksel (4) verwijderen.
!
Buitenste filterelement (2) uit de luchtfilterkast (6) trekken en op
!
verontreiniging controleren.
Luchtfilterkast en deksel reinigen; hierbij het binnenste filterele-
!
ment (1) niet verwijderen. Binnenste filterelement alleen verwij-
deren om het te vervangen.
Stofventiel (5) reinigen.
!
Indien het buitenste filterelement beschadigd of te vuil is, moet het worden vervangen.
!
2
1
2
6
1
3
4
5
147