Laden van de accu
Accuzuur is zeer bijtend. Contact met accuzuur moet in elk geval worden voorkomen. Indien kleding,
huid of ogen desondanks met accuzuur in contact zijn gekomen, dan de desbetreffende delen direct
met water afspoelen. Bij contact met de ogen onmiddellijk een arts raadplegen! Gemorst accuzuur
onmiddellijk neutraliseren.
Bij werkzaamheden met accu's moeten geschikte veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril
worden gebruikt.
Het laden van accu's mag alleen in voldoende geventileerde ruimten worden uitgevoerd. Het roken,
open vuur of open vlammen zijn in deze ruimten verboden.
Bij het laden van accu's ontstaat knalgas en open vlammen kunnen tot een explosie leiden.
Bij het laden van in hoge mate ontladen accu's moeten de afsluitstoppen uit de accu's worden verwi-
jderd. Indien de accu's slechts worden bijgeladen, kunnen de afsluitstoppen in de accu's blijven.
Het laden van de accu's mag alleen plaatsvinden, indien de startschakelaar in stand STOP staat en
STOP
de contactsleutel is verwijderd.
Accu bereikbaar maken.
!
Het vloeistofpeil van de accu controleren; zo nodig gedestilleerd water bijvullen.
!
Voor het losmaken en aansluiten van de accu in elk geval de voorgeschreven volgorde aanhouden
STOP
! gevaar voor kortsluiting.
De minpoolkap en de poolklem verwijderen. Poolklem terzijde leggen, zodat een contact met de minpool is
!
uitgesloten.
Pluspoolkap verwijderen.
!
Acculaadstation volgens de voorschriften van de fabrikant van het laadstation op de accu aansluiten. Het la-
!
den moet op behoedzame wijze plaatsvinden.
Na het laden de accu schoonmaken en zo nodig vloeistof bijvullen.
!
De zuurdichtheid met een zuurhevel controleren; de dichtheid moet tussen 1,27 en 1,29 kg/l liggen. Indien de
!
zuurdichtheid tussen de afzonderlijk cellen van een accu sterk afwijkt, is de accu waarschijnlijk defect. De
desbetreffende accu moet met een accutestapparaat worden gecontroleerd; geschoold personeel op de
hoogte stellen.
158
Onderhoud