Aansluitconnector watersensor (1) losmaken.
!
Brandstoffilter (2) eraf draaien.
!
Sensorbouwgroep aan de filterbodem verwijderen en aan het
!
nieuwe filter aanbrengen.
Aan het nieuwe filter de rubberen pakkingring met dieselolie
!
bevochtigen.
Nieuw filter erop draaien en met de hand vastzetten.
!
Aansluitconnector watersensor aansluiten.
!
Omschakelkraan aan de waterafscheider in positie "ON" zet-
!
ten.
Brandstofsysteem ontluchten (blz. 113).
!
Motorkap sluiten.
!
Zijklep sluiten.
!
Poetsdoeken volgens de geldende milieubeschermingsbepalingen afvoeren
Water van het brandstoffilter aftappen
Gevaar voor motorschade door water in de brandstof!
Water vermindert de smerende werking van de dieselolie. De
brandstofinjectiepomp kan worden beschadigd en metalen delen
kunnen roesten. Bovendien wordt de 3000 h reinigingsinterval van
het dieselroetdeeltjesfilter niet meer gewaarborgd. Het roetdeeltjes-
filter slibt eerder dicht dan aangenomen. Verschijnt de storingsindi-
catie "Water gemengd met brandstof" op het display, moet onmid-
dellijk na stoppen van de motor water uit het brandstoffilter worden
afgetapt.
Motorkap openen (blz. 116).
!
Ontluchtingsschroef (1) losdraaien. Zorg ervoor, dat de bout
!
niet verloren gaat.
Aftapkraan (2) losmaken en water helemaalaftappen.
!
Het water is volledig afgetapt, wanneer schone diesel-
olie uit de aftapkraan loopt.
Aftapkraan sluiten.
!
Ontluchtingsschroef vastdraaien.
!
Aansluitend water van de waterafscheider aftappen (blz. 65).
!
De waterafscheider moet onmiddellijk van water worden ontdaan, anders verzamelt zich snel weer
water in het brandstoffilter.
150
2
Water gemengd
met brandstof
Onderhoud
1
1
2