WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
1
2
3
4
1. Uitsteeksel
5
2. Zadelbevestiging
2. Neem de sleutel uit.
6
Bestuurderszadel
7
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
8
2. Trek de hoeken aan de achterkant van
het bestuurderszadel omhoog zoals
9
afgebeeld. Verwijder vervolgens de
bouten met de zeskantsleutel die on-
der het duozadel zit en trek het zadel
10
eraf.
11
12
1
2
1. Bout
1. Zeskantsleutel
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek de uitsteeksels in de zadelhou-
ders zoals afgebeeld en plaats het za-
del dan in de oorspronkelijke positie.
1
1
4-36
1
2
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
2. Breng de bouten aan met de zeskant-
sleutel.
3. Plaats de zeskantsleutel terug in de
houder.
4. Installeer het duozadel.
OPMERKING
Controleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden.