Welkom in de wereld van Yamaha! Als eigenaar van de YZF-R1 profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Pagina 4
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10133 Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen.
VEILIGHEIDSINFORMATIE DAU1028A meerd instructeur. Neem contact op • Wees extra voorzichtig bij het nade- met een bevoegde motorfietsdealer ren en passeren van kruisingen, voor informatie over rijlessen bij u in de daar doen ongelukken met motor- Wees een verantwoordelijke eigenaar buurt.
Pagina 9
VEILIGHEIDSINFORMATIE ● • We raden aan om het motorrijden te handen vast te houden en beide Draag nooit loszittende kleding, deze oefenen op plekken waar geen ver- voeten op de passagiersvoetsteu- kan blijven haken aan bedienings- keer is, totdat u grondig bekend nen te houden.
Pagina 10
Yamaha accessoires, die alleen verkrijg- verdeel het gewicht zo gelijkmatig mo- Beladen baar zijn bij de Yamaha dealer, zijn door gelijk over beide zijden om onbalans of Het monteren van accessoires of het ver- Yamaha ontwikkeld, getest en goedge- instabiliteit te minimaliseren.
Pagina 11
• Accessoires die aan of nabij het het elektrisch systeem van de motor- ginele Yamaha accessoires, dient u te be- stuur of de voorvork zijn gemon- fiets te boven gaan, kan zich een ge-...
Pagina 12
VEILIGHEIDSINFORMATIE ● Zorg dat het voorwiel recht naar voren wijst op de aanhanger of de laadvloer en zet het wiel vast in een goot om be- weging te voorkomen. ● Schakel een versnelling in (bij model- len met een handgeschakelde ver- snellingsbak).
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU47632 Deze modus biedt een soepel en sportief rij- DAU10977 D-mode (rijmodus) Startblokkeersysteem gedrag van het lage- tot het hogetoerenbe- D-mode is een elektronisch geregeld motor- reik. prestatiesysteem met drie modi: (“STD”, “A” en “B”). Modus “A”...
Dompel de sleutels nooit in water. ● daarom met alle drie sleutels naar een Stel de sleutels nooit bloot aan ex- Yamaha dealer om deze opnieuw te laten treem hoge temperaturen. ● coderen. Gebruik de sleutel met het rode Leg de sleutels nooit vlakbij magne-...
Pagina 18
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN parkeerlicht gaan branden en de motor kan Om het stuur te vergrendelen Om het stuur te ontgrendelen worden gestart. De sleutel kan niet worden uitgenomen. OPMERKING De koplampen gaan automatisch branden als de motor wordt gestart en blijven aan totdat de sleutel naar “OFF”...
“ ” dan uitgaan. 11.Controlelampje startblokkering Licht het waarschuwingslampje niet meteen op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of blijft het lampje branden, laat het elektrisch circuit dan door een Yamaha dealer contro- leren.
Pagina 20
● Dit model is ook uitgerust met een zelf- circuit dan door een Yamaha dealer contro- circuit dan door een Yamaha dealer contro- diagnosesysteem voor het circuit van leren.
Pagina 21
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Weergave Condities Wat te doen Onder 39 °C De aanduiding “Lo” wordt OK. U kunt rijden. (Onder 103 °F) getoond. 40–116 °C Koelvloeistoftemperatuur OK. U kunt rijden. (104–242 °F) wordt getoond. Breng de machine tot stilstand en laat Koelvloeistoftemperatuur de motor stationair draaien tot de koel- Boven 117 °C...
Pagina 22
“ON” wordt gedraaid of blijft bran- motorstoring “ ” Dit controlelampje kan zo worden ingesteld den, vraag dan uw Yamaha dealer om het Dit waarschuwingslampje gaat branden of dat het bij de gewenste motortoerentallen elektrisch circuit na te zien.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, DAU51812 Het aanbrengen van wijzigingen tijdens Multifunctionele meter begint het controlelampje na 30 seconden het rijden kan u afleiden en vergroot het te knipperen om aan te geven dat het start- risico op een ongeval.
Pagina 24
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● een voorziening voor zelfdiagnose Toerenteller Klok en stopwatch ● een instelfunctie voor de displayhel- derheid en het controlelampje scha- kelmoment OPMERKING ● Vergeet niet de sleutel naar “ON” te draaien voordat u de toetsen “SE- LECT”...
Pagina 25
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN weer terug te keren naar de klokmodus de Tussentijdgeheugen OPMERKING “SELECT”-toets en de “RESET”-toets tege- ● Weergave in omgekeerde chronologi- lijkertijd in; dit is echter niet mogelijk terwijl sche volgorde: De tussentijden wor- de stopwatch telt. den weergegeven van de laatste naar de vroegste (bijv.
Pagina 26
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN de huidige geselecteerde modus te Druk op de “SELECT”-toets om te wisselen stofreserve-ritteller “TRIP F” en wordt de af- annuleren. Herhaal vervolgens stap 1 tussen de kilometertellerweergave “ODO”, gelegde afstand vanaf punt om de gewenste modus te selecteren. de rittellerweergaven “TRIP 1”...
Pagina 27
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● Modus huidig brandstofverbruik Houd de toets “SELECT” een seconde lang “AVE_ _._ km/L”: De gemiddelde af- ingedrukt om te wisselen tussen de twee stand die kan worden afgelegd op 1.0 weergaven voor het huidige brandstofver- L brandstof wordt weergegeven.
Pagina 28
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Aanduiding ingeschakelde versnelling Deze weergave geeft aan welke rijmodus is DCA10021 LET OP geselecteerd: “STD”, “A” of “B”. Zie voor meer informatie over de modi en hoe u deze Laat de motor niet draaien terwijl deze kunt selecteren pagina 3-1 en 3-18.
Pagina 29
Deze weergave geeft aan welke modus van Als het display foutcodes weergeeft, noteer OPMERKING de tractieregeling is geselecteerd. Zie voor deze dan en vraag een Yamaha dealer om ● Zelfs als de weergave luchtaanzuig- meer informatie over de modi en hoe u deze het voertuig te controleren.
Pagina 30
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DCA11590 3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf Met deze functie regelt u de hel- LET OP seconden en laat dan de “SELECT”- derheid van het controlelampje toets los. De instelfunctie voor de dis- volgens uw voorkeur.
Pagina 31
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● Het controlelampje blijft na acti- 12000 tpm tot 15000 tpm kan het controle- 1. Druk op de toets “RESET” om het mo- vering branden. (Deze instelling lampje worden ingesteld in stappen van 200 tortoerental in te stellen waarbij u het is geselecteerd wanneer het con- tpm.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU1234B Rechts DAU12400 Stuurschakelaars Dimlichtschakelaar “ ” Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht Links en op “ ” voor dimlicht. DAU12460 Richtingaanwijzerschakelaar “ ” Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan naar rechts aan te geven. Druk deze scha- kelaar naar “...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12660 DCA10061 DAU12820 Noodstopschakelaar “ ” Koppelingshendel LET OP Zet deze schakelaar voor u de motor start Gebruik de alarmverlichting niet gedu- op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om rende langere tijd als de motor niet de motor direct uit te schakelen in een draait omdat hierdoor de accu kan ontla- noodgeval, zoals wanneer de machine om-...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12871 DAU33853 DAU12941 Schakelpedaal Remhendel Rempedaal 1. Schakelpedaal 1. Remhendel 1. Rempedaal 2. Stelknop voor afstelpositie van remhendel Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin- Het rempedaal bevindt zich aan de rechter- 3. Afstand tussen remhendel en gasgreep kerzijde van de motor en wordt in combina- zijde van de motorfiets.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● DAU51861 Er zijn mogelijk kleine veranderingen ook automatisch worden uitgescha- Tractieregeling in het motor- en uitlaatgeluid waar- keld (zie “Terugstellen” op pagina De tractieregeling helpt bij het behouden neembaar wanneer de tractieregeling 3-21). van grip bij het optrekken. Wanneer senso- wordt ingeschakeld.
Pagina 36
1 tot en met 6. Sluit de gas- zo snel mogelijk nazien door uw Yamaha greep en druk op de bovenkant van de dealer.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● Let op dat de sensor of rotor niet DAU13074 Tankdop OPMERKING beschadigd raakt. De tankdop kan alleen worden gesloten met de sleutel in het slot. Bovendien kan de sleutel niet worden uitgenomen als de tankdop niet correct gesloten en vergren- deld is.
Stop met vullen zodra de brandstof de onderkant van de vulhals Benzine is giftig en kan letsel of overlij- Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet den veroorzaken. Spring zorgvuldig om gebruik van loodvrije superbenzine met een als deze warm wordt, kan de warmte met benzine.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU51150 DAU13433 DCA10701 Tankbeluchtingsslang en over- Uitlaatkatalysator LET OP loopslang Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly- Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij sator. gebruik van loodhoudende benzine zal DWA10862 onherstelbare schade worden toege- WAARSCHUWING bracht aan de uitlaatkatalysator. Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo- tor heeft gedraaid.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU47271 Zadels Duozadel Verwijderen van het duozadel 1. Steek de sleutel in het zadelslot en draai rechtsom. 1. Uitsteeksel 1. Bout 2. Zadelbevestiging 2. Neem de sleutel uit. Bestuurderszadel Verwijderen van het bestuurderszadel 1. Verwijder het duozadel. 1.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU47530 Helmbevestiging 1. Uitsteeksel Om een helm los te maken van de helm- 2. Zadelbevestiging 1. Helmbevestiging bevestiging 2. Breng de bouten aan met de zeskant- Verwijder het duozadel, neem de helm los De helmbevestiging bevindt zich aan de on- sleutel.
De bestuurdersvoetsteunen kunnen in twee standen worden gezet, al naar gelang de voorkeur van de bestuurder. Laat de stand van de bestuurdersvoetsteunen aanpassen bij een Yamaha-dealer. Linkerzijde 1. Voetsteun bestuurder 1. Opbergcompartiment Het opbergcompartiment bevindt zich on- der het duozadel. (Zie pagina 3-25.)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU47260 DAU47621 Achteruitkijkspiegels Voorvork afstellen De achteruitkijkspiegels van dit voertuig DWA14670 WAARSCHUWING kunnen naar voren worden geklapt om het parkeren in smalle ruimten te vergemakke- Geef altijd beide vorkpoten dezelfde lijken. Klap de spiegels terug in hun oor- veervoorspanning, anders kan slecht spronkelijke stand voordat u gaat rijden.
Pagina 44
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Afstelling veervoorspanning: OPMERKING Minimum (zacht): Voer deze afstelling uit aan de linkervork- poot. Standaard: Maximum (hard): Uitgaande demping De uitgaande demping wordt alleen afge- steld op de rechtervorkpoot. Draai om de 1. Stelschroef voor uitveerdemping uitgaande demping te verhogen en zo de Afstelling uitgaande demping: vering stugger te maken de stelschroef in...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN men; het werkelijke aantal klikken vormt DAU51890 Schokdemperunit afstellen echter wel altijd het complete afstelbereik. Deze schokdemperunit is uitgerust met een Voor een precieze afstelling is het aan te ra- stelschroef voor de veervoorspanning, een den het aantal klikken van elk veerdem- stelschroef voor de uitgaande demping, een pingsinstelmechanisme te controleren en...
Pagina 46
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Ingaande demping Afstelling ingaande demping (voor snelle ingaande demping): Minimum (zacht): 4 slag(en) in de richting (b)* Standaard: 3 slag(en) in de richting (b)* Maximum (hard): 0 slag(en) in de richting (b)* * Met de stelbout volledig gedraaid in de richting (a) 1.
Om een nauwkeurige afstelling te bereiken, Breng de schokdemperunit voor elk is het raadzaam om het aantal klikken of onderhoud naar Yamaha- slagen te tellen waarmee elk afstelmecha- dealer. nisme van de demping wordt verdraaid. Het kan voorkomen dat dit afstelbereik vanwe-...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU15305 laat het repareren door een Yamaha DAU44892 Zijstandaard Startspersysteem dealer als de werking niet naar behoren De zijstandaard bevindt zich aan de linker- Het startspersysteem (waarvan de zijstan- zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-...
Pagina 49
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens 2. De motorstopknop moet in de stand “ ” staan. te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te 3. Draai de sleutel naar aan. controleren. 4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand. 5. Druk op de startknop.
6-15 veau. • Controleer het koelsysteem op lekkage. • Controleer de werking. • Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy- draulisch systeem te ontluchten. • Controleer de remblokken op slijtage. Voorrem • Vervang indien nodig.
Pagina 51
• Controleer de vrije slag van de gasgreep. Gasgreep 6-18, 6-28 • Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel- len en de kabel en het kabelhuis te smeren. • Controleer of de werking soepel is.
Pagina 52
• Zet indien nodig vast. Instrumenten, verlichting, • Controleer de werking. signaleringssysteem en — • Corrigeer indien nodig. schakelaars • Controleer de werking van het startspersysteem. Zijstandaardschakelaar • Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te 3-33 controleren.
● een functie of bedieningselement niet be- De versnellingsbak staat in de vrij- motor afslaat bij kanteling. In dat geval grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit- stand. wordt op het multifunctionele display ● leg.
2. Vrijstand moet gaan branden. Als dit niet ge- schade aan de motor, de versnel- beurt, vraag dan een Yamaha dealer lingsbak en de aandrijving te voor- Door de versnellingen te schakelen kunt u het elektrische circuit na te kijken.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit ● Schakel snel en soepel door en ver- een Yamaha dealer de machine te de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar mijd hoge toerentallen terwijl u accele- controleren.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU17213 Parkeren Zet om te parkeren de motor af en neem dan de sleutel uit het contactslot. DWA10311 WAARSCHUWING ● De motor en het uitlaatsysteem kunnen zeer heet worden, parkeer dus op een plek waar voetgangers of kinderen niet gemakkelijk met deze onderdelen in aanraking kun- nen komen en brandwonden kun-...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU17361 Boordgereedschapsset OPMERKING Laat een Yamaha dealer onderhoud ver- richten als u niet beschikt over het gereed- schap of de ervaring die voor bepaalde werkzaamheden vereist zijn. 1. Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset is te vinden on- der het bestuurderszadel. (Zie pagina 3-25.)
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi). ● Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed- schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn. DAU46910...
Pagina 60
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer de luchtafsluitklep, de membraanklep en de slang op be- √...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU1770E Algemeen smeer- en onderhoudsschema KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) √ 1 * Luchtfilterelement •...
Pagina 62
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer op een correcte wer- √...
Pagina 63
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) Zijstandaardscha- √ √ √ √ √ √...
Pagina 64
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) Lampen, richtin- • Controleer de werking. √...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU18781 Stroomlijnpanelen verwijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder- houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk worden beschreven, moeten de afgebeelde stroomlijnpanelen worden verwijderd. Neem deze paragraaf steeds door wanneer u een stroomlijnpaneel moet verwijderen of aanbrengen.
Pagina 66
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 2. Steek de uitsteeksels van het stroom- DAU47243 Stroomlijnpanelen C en D lijnpaneel in de gleuven, zie de afbeel- ding. Verwijderen van een stroomlijnpaneel 1. Verwijder stroomlijnpaneel A (bij het verwijderen van stroomlijnpaneel C) of stroomlijnpaneel B (bij het verwijderen van stroomlijnpaneel D).
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit- ting en neerslag altijd langzaam slijten, moeten de bougies worden verwijderd en gecontroleerd volgens de tijden genoemd in het periodieke smeer- en onderhoudssche- ma.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN verder te draaien. De bougie moet echter zo DAU47281 Motorolie en oliefilterpatroon snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo- Vóór iedere rit moet het motorolieniveau ment worden aangedraaid. worden gecontroleerd. Verder moet de olie worden ververst en de oliefilterpatroon wor- DCA10840 LET OP den vervangen volgens de intervalperioden...
Pagina 69
2. Oliefiltersleutel OPMERKING 1. Olieaftapplug OPMERKING Zorg dat de o-ring correct aanligt. 2. Pakking De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel 7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met leveren. OPMERKING een oliefiltersleutel en zet hem dan 6. Smeer een dun laagje schone motoro- met een momentsleutel vast met het Sla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-...
Pagina 70
Yamaha dealer, zelfs als het met het voorgeschreven aanhaalmo- toegevoegd. Gebruik geen oliën olieniveau in orde is.
Als er water vloeistof worden ververst volgens de inter- aan de koelvloeistof is toegevoegd, valperioden vermeld in het periodieke laat dan een Yamaha dealer zo snel smeer- en onderhoudsschema. mogelijk het antivriesgehalte van de koelvloeistof controleren om te...
Pagina 72
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 4. Verwijder radiatorvuldop. 6. Verwijder de kap van het koelvloei- WAARSCHUWING! Probeer nooit stofreservoir door de bouten te verwij- om de radiatorvuldop te verwijde- deren en de verwijder vervolgens de ren als de motor warm is. dop van het koelvloeistofreservoir.
Pagina 73
Vraag in dat geval een Yamaha het leeg te maken. van het koelvloeistofreservoir aan. dealer het koelsysteem te controleren.
Het luchtfilterelement moet worden vervan- Controleer het stationair toerental en laat controleren gen volgens de intervalperioden vermeld in het indien nodig door een Yamaha dealer het periodieke smeer- en onderhoudssche- bijstellen. ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil- Stationair toerental: terelement te vervangen.
250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi) motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko- latief klein contactoppervlak met het weg- Achter: men moet de klepspeling door een Yamaha dek. Het is daarom essentieel om de 290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi) dealer worden afgesteld volgens de inter- banden te allen tijde in een goede conditie 90–189 kg (198–417 lb):...
Pagina 76
Scheuren aan een Yamaha dealer, die over de scheurtjes vertoont, moet de band onmid- in het rubber van het loopvlak en de wang...
De vrije slag van de koppelingshendel dient geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch 10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in) te bedragen, een vrije slag is, laat dan een Yamaha zoals weergegeven. Controleer de vrije slag dealer het remsysteem inspecteren. van de koppelingshendel regelmatig en stel...
Stel de remlichtschakelaar achter indien nodig als volgt af. De remlichtschakelaar voor dient te worden afgesteld door een Yamaha dealer. 1. Slijtage-indicatorgroef remblok Verdraai de stelmoer van de achterste rem-...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN is afgesleten dat een slijtage-indicatorgroef DAU22581 Achterrem Controleren van remvloeistofni- bijna zichtbaar is, vraag dan een Yamaha- veau dealer de remblokken als set te vervangen. Controleer alvorens te gaan rijden of de remvloeistof boven de merkstreep voor mi-...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN ● Gebruik uitsluitend de aanbevolen plotseling sterk is gedaald een Yamaha DAU22731 Remvloeistof verversen remvloeistof, anders kunnen de dealer om een inspectie alvorens verder te Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof rubberafdichtingen beschadigd ra- rijden. te verversen volgens de intervalperioden ken met lekkage tot gevolg.
Om de spanning van de aandrijfketting 3. Meet de spanning van de aandrijfket- af te stellen ting zoals getoond. Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u de spanning van de aandrijfketting afstelt. Spanning aandrijfketting: 1. Draai de wielasmoer los en draai dan 25.0–35.0 mm (0.98–1.38 in)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23025 aandrijfketting, deze kunnen stof- Aanhaalmomenten: Aandrijfketting reinigen en sme- fen bevatten die de O-ringen kun- Wielasmoer: nen beschadigen. 150 Nm (15 m·kgf, 108 ft·lbf) [DCA11111] De aandrijfketting moet worden gereinigd Borgmoer: en gesmeerd volgens de intervalperioden 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf) zoals voorgeschreven in het periodieke 4.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha gecontroleerd en de pedaalscharnierpun- worden gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer worden gesmeerd volgens de inter- ten moeten indien nodig worden gesmeerd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23143 Aanbevolen smeermiddel: Aanbevolen smeermiddelen: Rem- en koppelingshendels con- Lithiumvet Remhendel: troleren en smeren Siliconenvet De werking van de rem- en de koppe- Koppelingshendel: lingshendel moet voorafgaand aan elke rit Lithiumvet worden gecontroleerd en de hendelschar- nierpunten moeten indien nodig worden ge- smeerd.
Yamaha dealer deze te controleren of te repareren. Een slecht functionerende zij- standaard kan het wegdek raken en u af- leiden, waardoor u de controle over de machine kunt verliezen.
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder- vork niet soepel beweegt, vraag dan een den voorgeschreven in het periodieke ste uiteinde beet en probeer ze naar Yamaha dealer te repareren of te contro- smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel- voren en achteren te bewegen. Als leren.
Om de accu op te laden 2. Snelsluitschroef • INWENDIG: Drink grote hoeveel- Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer 3. Positieve accukabel (rood) heden water of melk en roep di- de accu te laden als deze ontladen lijkt te 4.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Om de accu op te bergen DAU49823 Zekeringen vervangen 1. Verwijder de accu als het voertuig lan- De hoofdzekering, de zekering voor het ger dan een maand niet wordt ge- elektronisch brandstofinjectiesysteem en bruikt, laad hem volledig bij en zet dan de kastjes met zekeringen voor de afzon- weg op een koele en droge plek.
4. Als de zekering direct opnieuw door- schade aan het elektrische systeem geschreven. brandt, vraag dan een Yamaha dealer en mogelijk brand te voorkomen. het elektrisch systeem te controleren. [DWA15131] 6-34...
Pagina 91
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 6. Monteer de gloeilampkap door deze rechtsom te draaien. 7. Vraag indien nodig een Yamaha dealer de koplamplichtbundel af te stellen. 1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan. 1. Koplampstekker 1. Verwijder de gloeilampkap door deze 3.
1. Verwijder de lamplens van de richtin- Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran- gaanwijzer door de schroeven te ver- den, vraag dan een Yamaha dealer het wijderen. elektrisch circuit te testen. 1. Gloeilamp richtingaanwijzer 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom tot hij stuit.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- Als het parkeerlicht niet werkt, laat dan een ting. 1. Kentekenverlichtingsunit controle uitvoeren door een Yamaha- 5. Breng de lampfitting aan (samen met 2. Schroef dealer. de gloeilamp) door deze vast te druk- 2.
Ga met uw motorfiets Onderhoud aan het voorwiel echter wel naar een Yamaha dealer als re- 1. Stabiliseer de achterzijde van de mo- paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige torfiets met een motorstandaard of, als...
Verwijder de bougies en controleer de elektroden. Droog Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren. De motor start niet. Controleer de accu. 4. Accu De motor draait snel rond. De accu is in orde.
Pagina 96
Controleer het Wacht tot de koelvloeistofniveau in het motor is afgekoeld. reservoir en in de radiator. Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem Het koelvloeistofniveau is te controleren en te repareren als de motor opnieuw in orde. oververhit raakt.
Er kan roestvorming en corrosie matkleurige onderdelen. Raadpleeg een vooral bij spaakwielen. Als dergelij- optreden, ook al zijn hoogwaardige compo- Yamaha dealer voor advies over wat ke producten toch worden gebruikt nenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt voor producten gebruikt moeten worden...
Pagina 98
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS ● Gebruik geen bijtende chemische kuipruit om zeker te zijn dat geen 1. Reinig de motorfiets met koud water reinigingsmiddelen op kunststof sporen achterblijven op de kuipruit. en een mild reinigingsmiddel nadat de delen of op de uitlaatdempers. Ver- Als de kuipruit krasjes vertoont, motor is afgekoeld.
Pagina 99
OPMERKING naar de titanium uitlaatdempers zijn DWA11131 ● Vraag een Yamaha dealer om advies WAARSCHUWING normaal en kunnen niet worden verwij- over de te gebruiken producten. derd. Verontreiniging van de remmen of ban- ●...
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU26203 2. Vul de brandstoftank en voeg een sta- 4. Smeer alle bedieningskabels Stalling bilisatoradditief (indien verkrijgbaar) scharnierpunten van alle hendels en toe om roestvorming in de tank en ach- pedalen en van de zijstandaard/mid- Korte termijn teruitgang van de brandstof te voorko- denbok.
Modelinformatiesticker Noteer het voertuigidentificatienummer en de gegevens op de modelinformatiesticker in onderstaande ruimtes. Deze gegevens heeft u nodig om reserveonderdelen bij een Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw voertuig is gestolen. VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER: 1. Voertuigidentificatienummer 1. Modelinformatiesticker Het voertuigidentificatienummer is ingesla- De modelinformatiesticker is onder het duo- gen op de balhoofdbuis.
Pagina 105
INDEX Aandrijfketting, reinigen en smeren ..6-27 Helmbevestiging........3-26 Rem- en koppelingshendels, Accu............6-32 controleren en smeren......6-29 Achterbrugscharnierpunten, smeren ..6-30 Rem- en schakelpedalen, controleren Identificatienummers .......9-1 Achterlicht/remlichtunit ......6-36 en smeren........... 6-28 Inrijperiode ..........5-3 Achteruitkijkspiegels ......3-28 Remhendel ........... 3-19 Remlichtschakelaars......
Pagina 106
INDEX Tankdop ..........3-22 Tractieregeling ........3-20 Uitlaatkatalysator ........3-24 Veiligheidsinformatie....... 1-1 Verzorging..........7-1 Voertuigidentificatienummer ....9-1 Voor- en achterremblokken controleren.......... 6-23 Voorvork, afstellen ........ 3-28 Voorvork, controleren......6-30 Vrije slag van gasgreep, controleren ..6-18 Vrije slag van remhendel, controleren..........