Inhoudsopgave
Advertenties
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
1
1
2
TCS
3
2
4
1. Systeeminterventie
5
2. Leunhoek
6
SCS
SCS kan worden ingesteld op OFF, 1, 2 en
3. OFF schakelt de anti-uitbreekregeling uit,
7
instellingsniveau 1 oefent de minste sy-
steeminterventie uit en instellingsniveau 3
8
oefent de meeste systeeminterventie uit.
9
10
11
12
9
8
7
1
6
5
4
3
2
1
SCS
1. Systeeminterventie
2. Zijwaarts uitbreken
LCS
LCS kan worden ingesteld op 1, 2 of OFF.
Instellingsniveau 2 controleert de vermo-
gensafgifte van de motor sterker, terwijl in-
stellingsniveau 1 minder systeeminterventie
uitoefent. OFF schakelt de LCS-functie van
de geselecteerde YRC-modus uit (het
LCS-pictogram wordt niet weergegeven en
de launch control-functie kan niet worden
geactiveerd).
Wanneer LCS is ingesteld op niveau 1 of 2
voor de geselecteerde YRC-modus, wordt
de LCS-indicator op het hoofdscherm grijs
weergegeven om aan te geven dat LCS be-
schikbaar is. Wanneer het launch con-
trol-systeem is geactiveerd (beschikbaar
gemaakt voor gebruik via de modusschake-
4-16
laar), wordt de LCS-indicator wit.
OPMERKING
3
LCS werkt samen met het LIF-systeem. Als
2
LIF is uitgeschakeld, kan LCS niet worden
1
gebruikt.
QSS
2
QSS kan worden ingesteld op 1, 2 of OFF.
Instellingsniveau 1 biedt de snelste schake-
lingen, terwijl instellingsniveau 2 vloeiende-
re schakelingen biedt. OFF schakelt het
systeem volledig uit en de koppelingshen-
del moet dan worden gebruikt om op te
schakelen.
OPMERKING
Het in- of uitschakelen van QSS heeft geen
invloed op andere systemen, ook wordt
QSS zelf niet beïnvloed door de instellingen
van andere systemen.
LIF
LIF kan worden ingesteld op 1, 2, 3 of OFF.
Instellingsniveau 3 vermindert het sterkst
het omhoog komen van het wiel en instel-
lingsniveau 1 oefent de minste systeemin-
terventie uit. OFF schakelt LIF uit en LCS
wordt gedeactiveerd voor de geselecteerde
YRC-modus.
Advertenties
Inhoudsopgave
