Welkom in de wereld van Yamaha! Als eigenaar van de YZF-R6 profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING DAU10133 Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen.
VEILIGHEIDSINFORMATIE DAU1028A meerd instructeur. Neem contact op • Wees extra voorzichtig bij het nade- met een bevoegde motorfietsdealer ren en passeren van kruisingen, voor informatie over rijlessen bij u in de daar doen ongelukken met motor- Wees een verantwoordelijke eigenaar buurt.
Pagina 9
VEILIGHEIDSINFORMATIE ● • We raden aan om het motorrijden te handen vast te houden en beide Draag nooit loszittende kleding, deze oefenen op plekken waar geen ver- voeten op de passagiersvoetsteu- kan blijven haken aan bedienings- keer is, totdat u grondig bekend nen te houden.
Pagina 10
Yamaha accessoires, die alleen verkrijg- verdeel het gewicht zo gelijkmatig mo- Beladen baar zijn bij de Yamaha dealer, zijn door gelijk over beide zijden om onbalans of Het monteren van accessoires of het ver- Yamaha ontwikkeld, getest en goedge- instabiliteit te minimaliseren.
Pagina 11
• Accessoires die aan of nabij het het elektrisch systeem van de motor- ginele Yamaha accessoires, dient u te be- stuur of de voorvork zijn gemon- fiets te boven gaan, kan zich een ge-...
Pagina 12
VEILIGHEIDSINFORMATIE ● Zorg dat het voorwiel recht naar voren wijst op de aanhanger of de laadvloer en zet het wiel vast in een goot om be- weging te voorkomen. ● Schakel een versnelling in (bij model- len met een handgeschakelde ver- snellingsbak).
Dompel de sleutels nooit in water. ● daarom met alle drie sleutels naar een Stel de sleutels nooit bloot aan ex- Yamaha dealer om deze opnieuw te laten treem hoge temperaturen. ● coderen. Gebruik de sleutel met het rode Leg de sleutels nooit vlakbij magne-...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU10472 parkeerlicht gaan branden en de motor kan Om het stuur te vergrendelen Contactslot/stuurslot worden gestart. De sleutel kan niet worden uitgenomen. OPMERKING De koplamp gaat automatisch branden als de motor wordt gestart en blijft aan totdat de sleutel naar “OFF”...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Om het stuur te ontgrendelen DCA11020 DAU49391 Controle- en waarschuwings- LET OP lampjes Gebruik de parkeerstand niet gedurende langere tijd, anders kan de accu ontla- 3 4 5 den raken. km/h TRIP A ˚C 1. Drukken. 2.
Pagina 19
● DAU11060 Dit model is ook uitgerust met een zelf- circuit dan door een Yamaha dealer contro- Vrijstandcontrolelampje “ ” diagnosesysteem voor het circuit van leren. Dit controlelampje brandt terwijl de versnel- het waarschuwingslampje olieniveau.
Pagina 20
Licht het waarschuwingslampje niet meteen op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of blijft het lampje branden, laat het elektrisch circuit dan door een Yamaha dealer contro- leren. DCA10021 LET OP Laat de motor niet draaien terwijl deze oververhit is.
Pagina 21
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Weergave Condities Wat te doen Onder 39 °C TRIP A De aanduiding “Lo” wordt ˚C OK. U kunt rijden. (Onder 103 °F) getoond. TRIP A 40–116 °C Koelvloeistoftemperatuur ˚C OK. U kunt rijden. (104–242 °F) wordt getoond.
Pagina 22
Licht het controlelampje niet meteen op controleert. Vraag in dat geval een Yamaha wanneer u de sleutel naar “ON” draait of dealer het zelfdiagnosesysteem te controle- blijft het lampje branden, laat het elektrisch ren.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● DAU39047 De multifunctionele meter biedt de volgen- Alleen voor Groot-Brittannië: Om te Multifunctionele meter de voorzieningen: wisselen tussen de kilometer- en mij- ● een snelheidsmeter lenweergave van de snelheidsmeter ● een toerenteller en de kilometerteller/ritteller drukt u de ●...
Pagina 24
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DCA10031 5. Druk op de “RESET”-toets om de mi- ven. In dat geval wordt door het indrukken LET OP nuten in te stellen. van de toets “SELECT” in de onderstaande 6. Druk op de “SELECT”-toets en laat volgorde gewisseld tussen de diverse weer- Laat de motor niet draaien terwijl de toe- deze dan los om de klok te starten.
Pagina 25
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3. Druk nogmaals op de toets “SELECT” Weergave koelvloeistoftemperatuur Weergave luchtaanzuigtemperatuur om de stopwatch op nul terug te stel- len. Tussentijdmeting TRIP A TRIP A 1. Druk op de “RESET”-toets om de stop- ˚C ˚C watch te starten.
Pagina 26
Als in de circuits van het startblokkeersys- tel en beide standaardsleutels naar ratuur is geselecteerd, wordt “A” weer- teem een storing wordt gedetecteerd, gaat een Yamaha dealer en laat de stan- gegeven voor de temperatuur. het controlelampje startblokkering knippe- daardsleutels opnieuw coderen.
Pagina 27
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN ● Deze instelfunctie schakelt door vijf re- Het controlelampje gaat bij acti- OPMERKING gelfuncties heen, zodat u de volgende in- vering continu branden. (Deze in- In deze modus geeft het rechterdisplay de stellingen kunt selecteren volgens stelling is geselecteerd wanneer huidige instelling voor elke functie weer (be-...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Van 13000 tpm tot 18000 tpm kan het con- 1. Druk op de toets “RESET” om het mo- DAU1234A Stuurschakelaars trolelampje worden ingesteld in stappen tortoerental in te stellen waarbij u het van 200 tpm. controlelampje wilt laten deactiveren.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12350 DAU12711 DAU12820 Lichtsignaalschakelaar “ ” Startknop “ ” Koppelingshendel Druk deze schakelaar in om de koplamp Druk deze knop in om via de startmotor de een lichtsignaal te laten afgeven. motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat u de motor start.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU12871 DAU33853 DAU12941 Schakelpedaal Remhendel Rempedaal 1. Schakelpedaal 1. Remhendel 1. Rempedaal 2. Afstand tussen remhendel en gasgreep Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin- Het rempedaal bevindt zich aan de rechter- 3. “ ”-merkteken kerzijde van de motor en wordt in combina- zijde van de motorfiets.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU13074 DAU13221 Tankdop OPMERKING Brandstof De tankdop kan alleen worden gesloten met Controleer of er voldoende brandstof in de de sleutel in het slot. Bovendien kan de brandstoftank aanwezig is. sleutel niet worden uitgenomen als de DWA10881 WAARSCHUWING tankdop niet correct gesloten en vergren-...
WAARSCHUWING Controleer of het uiteinde van alle slangen buiten het stroomlijnpaneel is Benzine is giftig en kan letsel of overlij- Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het geplaatst. den veroorzaken. Spring zorgvuldig om gebruik van loodvrije superbenzine met een met benzine. Probeer nooit om benzine octaangetal van RON 95 of hoger.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU13445 DCA10701 DAU39033 Uitlaatkatalysatoren Zadels LET OP Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa- Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij toren in het uitlaatsysteem. Bestuurderszadel gebruik van loodhoudende benzine zal DWA10862 onherstelbare schade worden toege- WAARSCHUWING Verwijderen van het bestuurderszadel bracht aan de uitlaatkatalysator.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 2. Houd de sleutel in deze stand vast, DAU39073 Helmborgkabel trek het duozadel aan de voorzijde om- hoog en trek dan het zadel naar voren. Aanbrengen van het duozadel 1. Steek de uitsteeksels aan het duoza- del in de zadelbevestiging zoals afge- beeld, en druk dan de voorzijde van het zadel omlaag om het duozadel te...
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN 3. Leid een van de andere klikhaakjes DAU39671 Achteruitkijkspiegels van de helmborgkabel door de gesp De achteruitkijkspiegels van dit voertuig van de helmriem, en klem daarna het kunnen naar voren of naar achteren worden klikhaakje vast op de helmbevestiging ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten zoals getoond.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU38945 Afstelling veervoorspanning: Voorvork afstellen Minimum (zacht): DWA10180 WAARSCHUWING Standaard: Geef beide vorkpoten steeds dezelfde afstelling, anders kan slecht weggedrag Maximum (hard): en verminderde rijstabiliteit het gevolg zijn. Uitgaande demping Deze voorvork is uitgerust met stelbouten Draai om de uitgaande demping te verho- voor de veervoorspanning, stelschroeven 1.
Pagina 37
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN Afstelling uitgaande demping: Minimum (zacht): 25 klik(ken) in de richting (b)* Standaard: 20 klik(ken) in de richting (b)* Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)* * Met de stelschroef volledig gedraaid in de richting (a) Ingaande demping 1.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN aan te raden het aantal klikken of slagen DAU42946 Schokdemperunit afstellen van elk veerdempingsinstelmechanisme te Deze schokdemperunit is uitgerust met een controleren en de specificaties dienover- stelring voor de veervoorspanning, een stel- eenkomstig aan te passen. schroef voor de uitgaande demping, een stelbout voor de ingaande demping bij snel- le invering en een stelbout voor de ingaan-...
Pagina 39
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN de demping te verlagen en zo de vering de demping te verlagen en zo de vering zachter te maken de stelbout in de richting zachter te maken de stelbout in de richting (b). (b). 1. Stelschroef voor uitveerdemping Afstelling uitgaande demping: Minimum (zacht): 1.
Werp een beschadigde of versleten schokdemperunit niet zelf weg. 1. Bagageriembevestiging Breng de schokdemperunit voor elk onderhoud naar Yamaha- Er zijn zes bagageriembevestigingen, vier dealer. onderaan het duozadel en één op elke pas- sagiersvoetsteun. Om de bagageriembe- vestigingen onderaan het duozadel te...
Yamaha EXUP-systeem Zijstandaard dealer als de werking niet naar behoren Dit model is uitgerust met het Yamaha De zijstandaard bevindt zich aan de linker- EXUP-systeem (regelsysteem voor uitlaat- zijde van het frame. Trek of druk de zijstan- druk).
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN DAU44892 Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zijstan- daardschakelaar, koppelingshendel- schakelaar en de vrijstandschakelaar deel uitmaken) heeft de volgende functies. ● Het verhindert starten wanneer de ver- snellingsbak in een versnelling is ge- schakeld zijstandaard opgeklapt, terwijl de koppelingshendel niet is ingetrokken.
Pagina 43
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens 2. De motorstopknop moet in de stand “ ” staan. te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te 3. Draai de sleutel naar aan. controleren. 4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand. 5. Druk op de startknop.
6-17 veau. • Controleer het koelsysteem op lekkage. • Controleer de werking. • Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy- draulisch systeem te ontluchten. • Controleer de remblokken op slijtage. Voorrem • Vervang indien nodig.
Pagina 45
• Controleer de vrije slag van de gasgreep. Gasgreep 6-20, 6-30 • Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel- len en de kabel en het kabelhuis te smeren. • Controleer of de werking soepel is.
Pagina 46
• Zet indien nodig vast. Instrumenten, verlichting, • Controleer de werking. signaleringssysteem en — • Corrigeer indien nodig. schakelaars • Controleer de werking van het startspersysteem. Zijstandaardschakelaar • Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te 3-26 controleren.
● een functie of bedieningselement niet be- De versnellingsbak staat in de vrij- motor afslaat bij kanteling. In dat geval grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit- stand. wordt op het multifunctionele display ● leg.
2. Vrijstand moet gaan branden. Als dit niet ge- schade aan de motor, de versnel- beurt, vraag dan een Yamaha dealer lingsbak en de aandrijving te voor- Door de versnellingen te schakelen kunt u het elektrische circuit na te kijken.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit ● Schakel snel en soepel door en ver- een Yamaha dealer de machine te de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar mijd hoge toerentallen terwijl u accele- controleren.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE DAU17213 Parkeren Zet om te parkeren de motor af en neem dan de sleutel uit het contactslot. DWA10311 WAARSCHUWING ● De motor en het uitlaatsysteem kunnen zeer heet worden, parkeer dus op een plek waar voetgangers of kinderen niet gemakkelijk met deze onderdelen in aanraking kun- nen komen en brandwonden kun-...
Pagina 51
Als u niet bekend bent met voertuigonderhoud, laat het onderhoud dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
OPMERKING Laat een Yamaha dealer onderhoud ver- richten als u niet beschikt over het gereed- schap of de ervaring die voor bepaalde werkzaamheden vereist zijn.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi). ● Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed- schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn. DAU46910...
Pagina 54
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer de luchtafsluitklep, de membraanklep en de slang op be- √...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU1770E Algemeen smeer- en onderhoudsschema KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) √ 1 * Luchtfilterelement •...
Pagina 56
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer op een correcte wer- √...
Pagina 57
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer op een correcte wer- √...
Pagina 58
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN KILOMETERSTAND JAARLIJK- CONTROLE OF ONDER- ITEM SE CON- 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km HOUDSBEURT TROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) Lampen, richtin- • Controleer de werking. √...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU18712 Stroomlijn- en framepanelen ver- wijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder- houdswerkzaamheden beschreven in dit hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom- lijn- en framepanelen worden verwijderd. Neem deze paragraaf door wanneer een stroomlijn- of framepaneel moet worden verwijderd of aangebracht.
Pagina 60
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 1. Drukclip 1. Drukclip 1. Stroomlijnpaneel A 2. Snelsluitschroef 2. Stroomlijnpaneel B 3. Verwijder het voorste uitsteeksel uit de gleuf, schuif het stroomlijnpaneel naar voren en verwijder vervolgens de ove- rige uitsteeksels uit de gleuven, zie af- beelding.
Pagina 61
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 2. Steek de uitsteeksels in de gleuven, 3. Steek het uitsteeksel op het stroomlijn- schuif het stroomlijnpaneel naar ach- paneel A in het gat in het stroomlijnpa- teren en steek vervolgens het voorste neel B, zie afbeelding. uitsteeksel in de gleuf.
Pagina 62
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Aanbrengen van het stroomlijnpaneel 1. Plaats de gleuf in stroomlijnpaneel C over het uitsteeksel op het voorste stroomlijnpaneel. 1. Kunststof bevestigingsstrip 1. Paneel B 2. Uitsteeksel 2. Bout 3. Kabelboom Aanbrengen van een paneel 3. Verwijder de bouten en de drukclip, en 1.
DCA10840 Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit- LET OP ting en neerslag altijd langzaam slijten, Gebruik geen gereedschap om de bou- moeten de bougies worden verwijderd en...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU3899C 6. Steek de peilstok in en draai deze vast Motorolie en oliefilterpatroon en installeer dan de olievuldop en Vóór iedere rit moet het motorolieniveau draai vast. worden gecontroleerd. Verder moet de olie worden ververst en de oliefilterpatroon wor- Om de motorolie te verversen (met of den vervangen volgens de intervalperioden zonder vervanging van oliefilterpatroon)
Pagina 65
7. Verwijder de ontluchtingsslang en overloopslang van de brandstoftank uit de geleiders. 1. Oliefiltersleutel OPMERKING De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel leveren. 9. Smeer een dun laagje schone motoro- lie op de O-ring van de nieuwe oliefil- 1. Momentsleutel terpatroon.
Pagina 66
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor wingslampje olieniveau knippert of blijft en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld. branden en laat het voertuig controleren Aanhaalmoment: door een Yamaha dealer, zelfs als het Bout van schakelhendel: DCA11620 olieniveau in orde is. 10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf) LET OP ●...
Als er water aan de koelvloeistof is toegevoegd, DAU39087 laat dan een Yamaha dealer zo snel Controleren van het koelvloeistofniveau mogelijk het antivriesgehalte van 1. Zet de machine op een vlakke onder- de koelvloeistof controleren om te 1.
Pagina 68
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU39004 Om de koelvloeistof te verversen 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en laat het motorblok indien no- dig afkoelen. 2. Verwijder de stroomlijnpanelen B en C. (Zie pagina 6-9.) 3. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te vangen.
Het luchtfilterelement moet worden vervan- maximumniveau en breng dan de dop is. Vraag in dat geval een Yamaha gen volgens de intervalperioden vermeld in van het koelvloeistofreservoir aan. dealer het koelsysteem te controleren.
Stationair toerental controleren De vrije slag van de gasgreep Klepspeling Controleer het stationair toerental en laat controleren De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af- het indien nodig door een Yamaha dealer wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver- bijstellen. houding veranderen en/of motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-...
120/70 ZR17M/C (58W) den, dient te worden overgelaten slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren Fabrikant/model: aan een Yamaha dealer, die over de in het rubber van het loopvlak en de wang BRIDGESTONE/BT016F F nodige vakkundige kennis en erva- van de band, soms in combinatie met ver- DUNLOP/Qualifier PT M ring beschikt om dit te doen.
Laat in geval van schade het wiel Bij andere banden is het risico op door een Yamaha dealer vervangen. een klapband bij zeer hoge rijsnel- Probeer het wiel nooit zelf te repare- heden niet denkbeeldig.
(b) voor minder vrije slag van de koppelingshendel. Aan het uiteinde van de remhendel mag geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch een vrije slag is, laat dan een Yamaha dealer het remsysteem inspecteren. DWA14211 WAARSCHUWING Een zacht of sponzig gevoel in de rem- hendel kan betekenen dat er lucht in het hydraulisch systeem aanwezig is.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU22273 DAU22392 indicator de remschijf bijna raakt, vraag dan Remlichtschakelaars Controleren van voor- en achter- een Yamaha dealer de remblokken als set remblokken te vervangen. De remblokken in de voor- en achterrem moeten worden gecontroleerd op slijtage DAU46291...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN ● DAU22581 Achterrem Gebruik uitsluitend de aanbevolen Controleren van remvloeistofni- remvloeistof, anders kunnen de veau rubberafdichtingen beschadigd ra- Controleer alvorens te gaan rijden of de ken met lekkage tot gevolg. remvloeistof boven de merkstreep voor mi- ●...
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN plotseling sterk is gedaald een Yamaha DAU22731 DAU22760 Remvloeistof verversen Spanning aandrijfketting dealer om een inspectie alvorens verder te Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof De spanning van de aandrijfketting moet rijden. te verversen volgens de intervalperioden...
Pagina 78
2. Draai om de aandrijfketting strakker te af te stellen stellen de stelbout aan beide uiteinden Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u van de achterbrug in de richting (a). de spanning van de aandrijfketting afstelt. Stel de ketting losser door de stelbout 1.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23025 aandrijfketting, deze kunnen stof- Aanhaalmoment: Aandrijfketting reinigen en sme- fen bevatten die de O-ringen kun- Stelbout spanning aandrijfketting: nen beschadigen. 2.0 Nm (0.20 m·kgf, 1.4 ft·lbf) [DCA11111] De aandrijfketting moet worden gereinigd en gesmeerd volgens de intervalperioden 5.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha gecontroleerd en de pedaalscharnierpun- worden gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer worden gesmeerd volgens de inter- ten moeten indien nodig worden gesmeerd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU23143 Aanbevolen smeermiddel: Aanbevolen smeermiddelen: Rem- en koppelingshendels con- Lithiumvet Remhendel: troleren en smeren Siliconenvet De werking van de rem- en de koppe- Koppelingshendel: lingshendel moet voorafgaand aan elke rit Lithiumvet worden gecontroleerd en de hendelschar- nierpunten moeten indien nodig worden ge- smeerd.
Yamaha dealer deze te controleren of te repareren. Een slecht functionerende zij- standaard kan het wegdek raken en u af- leiden, waardoor u de controle over de machine kunt verliezen.
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder- vork niet soepel beweegt, vraag dan een den voorgeschreven in het periodieke ste uiteinde beet en probeer ze naar Yamaha dealer te repareren of te contro- smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel- voren en achteren te bewegen. Als leren.
Om de accu op te laden stens eenmaal per maand worden ge- kabelverbindingen te controleren en, indien Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer controleerd; laad de accu dan indien nodig, vast te zetten. de accu te laden als deze ontladen lijkt te nodig steeds volledig bij.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN 4. Controleer na installatie of de accuka- DAU23706 Zekeringenkastje 2 bevindt zich onder pa- Zekeringen vervangen bels correct zijn aangesloten op de ac- neel A. (Zie pagina 6-9.) De hoofdzekering, de zekering van de cupolen. brandstofinspuiting en zekeringenkastje 1 DCA16530 zitten onder het bestuurderszadel.
1. Gloeilampkap cuit in om te zien of de apparatuur geschreven. werkt. 2. Maak de koplampstekker los. 4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer het elektrisch systeem te controleren. 6-36...
Dit model is uitgerust met een LED-type stellen. remlicht/achterlicht. Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran- den, vraag dan een Yamaha dealer het elektrisch circuit te testen. 1. Koplampstekker 3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU24204 DAU24313 Gloeilamp in richtingaanwijzer Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin- 1. Verwijder de lampeenheid voor kente- gaanwijzer door de schroeven te ver- kenverlichting door de schroeven los wijderen. te draaien. 1.
Als het parkeerlicht niet werkt, laat dan een ting. geen andere standaard voorhanden controle uitvoeren door een Yamaha- 5. Breng de lampfitting aan (samen met is, door een krik te plaatsen onder het dealer.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU24360 4. Verwijder aan beide zijden de rem- Voorwiel klauwen door de bouten los te halen. DAU33925 Om het voorwiel te verwijderen DWA10821 WAARSCHUWING Zorg dat de machine veilig wordt onder- steund, zodat deze niet kan omvallen. 1.
Pagina 91
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN Aanhaalmoment: Aanhaalmoment: Remklauwbout: Wielasklembout: 35 Nm (3.5 m·kgf, 25 ft·lbf) 21 Nm (2.1 m·kgf, 15 ft·lbf) 5. Monteer aan beide zijden de rem- 12. Bekrachtig de voorrem en duw het slanghouders door de bout en de moer stuur een paar keer stevig op en neer aan te brengen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU25080 5. Draai de kettingspannerbouten in de Achterwiel OPMERKING richting (a) om de ketting zover te ont- ● Als het verwijderen van de aandrijfket- spannen dat deze van het achtertand- ting problemen oplevert, verwijder dan DAU44953 wiel kan worden verwijderd en duw het Verwijderen van het achterwiel eerst de wielas en breng het wiel vol-...
Pagina 93
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN DAU39173 3. Breng de asmoer aan, laat het achter- 7. Draai de borgmoeren vast met het Om het achterwiel aan te brengen wiel zover zakken dat het op de grond voorgeschreven aanhaalmoment. 1. Monteer het wiel en de remklauwsteun rust en klap vervolgens de zijstan- door de wielas vanaf de linkerzijde in Aanhaalmoment:...
Ga met uw motorfiets echter wel naar een Yamaha dealer als re- paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige monteurs aanwezig die beschikken over het benodigde gereedschap en de ervaring en vakkennis om het nodige onderhoud aan de motorfiets correct te verrichten.
Verwijder de bougies en controleer de elektroden. Droog Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren. De motor start niet. Controleer de accu. 4. Accu De motor draait snel rond. De accu is in orde.
Pagina 96
Controleer het Wacht tot de koelvloeistofniveau in het motor is afgekoeld. reservoir en in de radiator. Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem Het koelvloeistofniveau is te controleren en te repareren als de motor opnieuw in orde. oververhit raakt.
Er kan roestvorming en corrosie matkleurige onderdelen. Raadpleeg een vooral bij spaakwielen. Als dergelij- optreden, ook al zijn hoogwaardige compo- Yamaha dealer voor advies over wat ke producten toch worden gebruikt nenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt voor producten gebruikt moeten worden...
Pagina 98
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS ● Gebruik geen bijtende chemische kuipruit om zeker te zijn dat geen 1. Reinig de motorfiets met koud water reinigingsmiddelen op kunststof sporen achterblijven op de kuipruit. en een mild reinigingsmiddel nadat de delen of op de uitlaatdemper. Ver- Als de kuipruit krasjes vertoont, motor is afgekoeld.
Pagina 99
Verontreiniging van de remmen of ban- OPMERKING normaal en kunnen niet worden verwij- den kan leiden tot verlies van de contro- ● Vraag een Yamaha dealer om advies derd. le over de machine. over de te gebruiken producten. ● Controleer of er geen olie of was op ●...
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS DAU26182 2. Vul de brandstoftank en voeg een sta- 4. Smeer alle bedieningskabels Stalling bilisatoradditief (indien verkrijgbaar) scharnierpunten van alle hendels en toe om roestvorming in de tank en ach- pedalen en van de zijstandaard/mid- Korte termijn teruitgang van de brandstof te voorko- denbok.
Modelinformatiesticker Noteer het voertuigidentificatienummer en de gegevens op de modelinformatiesticker in onderstaande ruimtes. Deze gegevens heeft u nodig om reserveonderdelen bij een Yamaha dealer te bestellen of wanneer uw voertuig is gestolen. VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER: 1. Voertuigidentificatienummer 1. Modelinformatiesticker Het voertuigidentificatienummer is ingesla- De modelinformatiesticker is onder het duo- gen op de balhoofdbuis.
Pagina 105
INDEX Rem- en schakelpedalen, controleren en smeren........... 6-30 Aandrijfketting, reinigen en smeren ..6-29 Helmborgkabel ........3-19 Remhendel ........... 3-15 Accu............6-34 Remlichtschakelaars......6-25 Achterbrugscharnierpunten, smeren ..6-32 Identificatienummers .......9-1 Rempedaal ........... 3-15 Achterlicht/remlichtunit ......6-37 Inrijperiode ..........5-3 Remvloeistofniveau, controleren ..6-26 Achteruitkijkspiegels ......
Pagina 106
INDEX Veiligheidsinformatie....... 1-1 Verzorging..........7-1 Voertuigidentificatienummer ....9-1 Voor- en achterremblokken controleren.......... 6-25 Voorvork, afstellen ........ 3-21 Voorvork, controleren......6-32 Vrije slag van gasgreep, controleren ..6-20 Vrije slag van remhendel, controleren.......... 6-24 Vrijstandcontrolelampje......3-4 Waarschuwingslampje brandstofniveau ........3-4 Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur ......