Instrumenten en bedieningselementen
Let op: Door de gevoeligheid van de regensensor te
verhogen, kan de wisser onmiddellijk één keer worden
bediend. Als de regensensor continu regenwater de-
tecteert, blijven de ruitenwissers werken. Wanneer er
geen regen wordt gedetecteerd, wordt aanbevolen om
automatisch wissen uit te schakelen.
Langzaam wissen
Door de hendel omhoog te duwen naar de stand Lang-
zaam wissen (2) werken de ruitenwissers langzaam. Ver-
plaats de hendel om een andere wissnelheid te selecteren.
Snel wissen
Door de hendel omhoog te duwen naar de stand Snel wis-
sen (3) werken de ruitenwissers snel. Verplaats de hendel
om een andere wissnelheid te selecteren.
Eén keer wissen
Door de hendel (4) naar beneden te drukken en weer
los te laten, wordt er een enkele wisbeweging uitgevo-
erd. Als de hendel ingedrukt wordt gehouden, werken de
ruitenwissers met hoge snelheid totdat de hendel wordt
losgelaten.
48
Let op: Wanneer de auto stilstaat en de motorkap
wordt geopend, worden de voorruitenwissers/-sproei-
ers onmiddellijk uitgeschakeld.
BELANGRIJK
• Gebruik de wissers niet op een droge voorruit.
• Zorg er bij vorst of extreem warm weer voor dat
de wisserbladen niet bevroren zijn/aan de voorruit
blijven plakken.
• Verwijder in de winter sneeuw of ijs rond de armen
en bladen, inclusief het gewiste gedeelte van de ruit.
Geprogrammeerd wassen/wissen
Door de hendel naar het stuurwiel (6) te trekken, wor-
den de ruitensproeiers bediend. Na een korte vertraging
beginnen de wissers samen met de sproeiers te werken.
Let op: De wissers wissen na het loslaten van de hen-
del nog drie keer. Na enkele seconden wist het sy-
steem nogmaals om eventuele vloeistof die over het
scherm loopt te verwijderen.