BELANGRIJK
• In situaties waarin het aantal rijstroken toeneemt of
de rijstroken samenvloeien MOET de bestuurder
de volledige controle over de auto overnemen.
• In gebieden met complexe verkeersomstandighe-
den, zoals kruispunten of kruispunten met opstop-
pingen, MOET de bestuurder de volledige controle
overnemen.
• De bestuurder MOET zich bewust zijn van de om-
geving en in staat zijn om de volledige controle over
het voertuig over te nemen bij gebruik van het fi-
leassistentiesysteem om de voorligger te volgen,
mocht dat nodig zijn.
236
Starten en rijden
Waarschuwingssysteem
voor
De bestuurder blijft verantwoordelijk voor de
veiligheid van het gehele rijproces, ook als de
auto is uitgerust met een waarschuwingssy-
steem kop-staartbotsing voor. De bestuurder
MOET de volle aandacht erbij houden en
voorzichtig rijden. Zoals bij alle bestuurdersas-
sistentiesystemen, kan het waarschuwingssy-
steem kop-staartbotsing voor geen ongevallen
of botsingen in alle situaties voorkomen. De
bestuurder MOET altijd de controle behouden
om ongevallen of noodsituaties te voorkomen.
Bij een noodstop tijdens regeling door het
waarschuwingssysteem
voor kunnen de inzittenden letsel oplopen.
Rijd daarom voorzichtig en alle inzittenden
MOETEN altijd hun veiligheidsgordel dragen.
kop-staartbotsing
kop-staartbotsing