tegen de klok in, dat wil zeggen dat de schakelknop ter-
ugkeert naar de tussenliggende stabiele stand zodra deze
wordt losgelaten.
• P Parkeerstand
Wanneer de schakelknop in deze stand staat, is de elek-
tronische handrem aangetrokken. Schakel deze versnel-
ling alleen in wanneer de auto stilstaat.
Let op: De elektronische handrem moet worden
losgezet via de EPB-schakelaar. Zie "Elektronische
handrem (EPB)" in het hoofdstuk "Remsysteem".
Let op: Als het elektronische parkeersysteem niet
wordt geactiveerd, schakelt de auto de parkeerfun-
ctie van de transmissie van de elektrische aandrij-
ving in, versnellingsindicator P op de schakelknop
gaat knipperen. Wanneer u met de schakelknop
een andere versnelling inschakelt, wordt de Parke-
erstand uitgeschakeld.
U kunt de schakelknop indrukken om P in te schakelen.
Als de auto met behulp van de START/STOP-scha-
kelaar UIT wordt gezet, wordt P automatisch in-
geschakeld.
Starten en rijden
Als het rempedaal wordt losgelaten, de veiligheids-
gordel van de bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier open is, wordt P automatisch
ingeschakeld.
• R Achteruit
Schakel deze versnelling alleen in als de auto stilstaat en
u achteruit wilt rijden.
Trap het rempedaal in, draai de schakelknop helemaal
tegen de klok in en laat deze los. De veerbelaste scha-
kelknop keert terug naar een centrale stand en de auto
gaat naar Achteruit.
• N Neutraalstand
Schakel deze versnelling in wanneer de auto stilstaat
(bijvoorbeeld bij een verkeerslicht).
Trap in de Parkeerstand het rempedaal in, draai de
schakelknop met de klok mee of tegen de klok in
naar de eerste niet stabiele stand en laat deze los. De
veerbelaste schakelknop keert terug naar een cen-
trale stand en de auto gaat naar de Neutraalstand.
Draai in Achteruit de schakelknop met de klok mee
naar de eerste niet stabiele stand en laat deze los. De
veerbelaste schakelknop keert terug naar een centrale
stand en de auto gaat naar de Neutraalstand.
4
185