De systeemfuncties in-/uitschakelen
De functie Bestuurdersassistentiesysteem achter en de
schakelopties voor de subsystemen zijn toegankelijk via
het infotainmentscherm.
Selecteer AAN/UIT om het systeem te activeren/deacti-
veren.
218
Starten en rijden
Systeemfuncties
Let op: De detectiezone, de drempelwaarde voor de
botsingstijd en de rijsnelheid in de functiebeschrijving
van het systeem zijn alleen ter referentie.
Dodehoekdetectie (BSD)
Wanneer de auto vooruit rijdt, controleert het systeem
op motorvoertuigen in de dode hoeken van de buiten-
spiegel links en rechts. Wanneer aan de voorwaarden voor
het activeren van de functie Dodehoekdetectie is voldaan,
lichten de waarschuwingslampjes in de bijbehorende spie-
gel op. Wanneer de desbetreffende richtingaanwijzer ver-
volgens wordt bediend, gaat het waarschuwingslampje in
de spiegel knipperen om de bestuurder op een naderend
voertuig te wijzen.