Hoogspanningsaccupack
Voorzorgsmaatregelen
orwaarden voor het gebruik van de accu
Als de auto gedurende lange tijd niet zal wor-
den gebruikt, geparkeerd of gestald, moet de
auto minstens eenmaal per 3 maanden wor-
den opgeladen. Gedurende deze periode mag
het oplaadniveau van de hoogspanningsaccu
niet onder de 50% komen.
Als het oplaadniveau van de accu laag is en
het instrumentenpaneel geen geldige actiera-
dius aangeeft, MAG de auto NIET langer dan
7 dagen gestald worden gelaten zonder tot
meer dan 50% opgeladen te zijn.
Bij niet opvolgen van deze richtlijnen raakt de
hoogspanningsaccu beschadigd en wordt de
garantie nietig.
280
Onderhoud
en
beperkte
vo-
Probeer NIET om de accu of hoogspannings-
componenten te demonteren - DEZE ZIJN
GEVAARLIJK. Bij tekenen van demontage of
schade veroorzaakt door pogingen tot demon-
tage wordt de garantie nietig.
1
Parkeer de auto NIET gedurende meer dan 15 dagen
in omstandigheden waar de omgevingstemperatuur
hoger is dan 45 °C. Hierdoor werkt de hoogspan-
ningsaccu slechter en gaat deze minder lang mee.
2
Om de levensduur van de hoogspanningsaccu te be-
houden of te verbeteren, wordt aanbevolen om waar
mogelijk langzaam te laden. Snelladen mag alleen wor-
den gebruikt voor lange afstanden of in noodgevallen.
3
Het wordt aanbevolen om de auto minimaal één keer
per maand te gebruiken.
Waar mogelijk wordt aanbevolen om elke maand
langzaam op te laden (vereffeningslading) om de le-
vensduur van de hoogspanningsaccu te verlengen. Het
accubeheersysteem controleert de status van het ho-
ogspanningsaccupack. Als er na enige tijd van controle
geen vereffeningslading is uitgevoerd, verschijnt op het
berichtencentrum van het instrumentenpaneel het
bericht "Laad de auto langzaam op". Op dat moment