Technische begrippen
Koppel
Kracht die bij de draaibeweging om een
centrale as wordt uitgeoefend, bijvoor
beeld bij het aantrekken van een wiel
bout. Bij motoren is het koppel de
kracht die op de transmissie wordt
overgebracht. Het maximumkoppel
wordt bij een bepaald motortoerental
bereikt. Hoe hoger het maximumkop
pel, hoe meer kracht de auto op de wie
len overbrengt.
Koppelomvormer
Verzorgt bij een automatische trans
missie de werking van de koppeling zo
als bij een handgeschakelde
versnellingsbak.
LED
(!,ight-~mitting _Qiode) Lichtdiode.
Halfgeleider, die stroom direct in licht
omzet.
LIM-controlelampje
(Limiter)
Controlelampje in de TEMPOMAAT
hendel dat aangeeft of de variabele
SPEEDTRONIC is ingeschakeld.
MON
(Motor Qctane _!iumber)
Geeft het octaangetal van de brandstof
aan, dat aan de hand van een genor
meerde methode wordt bepaald.
Speciale aanduiding voor de ->pingel
vastheid van brandstof.
Optrekken
Actieve acceleratie van de auto door
gas te geven.
Parkeerrem
Beveiligt de auto tegen wegrollen bij
het parkeren. De parkeerrem wordt in
displaymeldingen van het ->Bedie
ningssysteem ook als "parking brake"
aangeduid.
Pingelvastheid
Weerstand van benzine tegen de onge
controleerde zelfontbranding van het
benzine-luchtmengsel i n de verbran
dingsruimte (pingelen).
Een maat voor de pingelvastheid is het
octaangetal. Hoe hoger het octaange
tal, hoe hoger de pingelvastheid.
PTS*
(fARKIRONIC-.§_Ysteem*)
Systeem dat door middel van optische
en akoestische signalen de bestuurder
helpt bij het inparkeren.
RDS
(Radio-Data-Systern)
Digitaal systeem voor gegevensover
dracht bij FM-radiozenders.
Reboard-kinderzitje
Speciaal kinderzitje voor kinderen tot
negen maanden of tot een gewicht van
tien kg. Bij auto's met automatische
kinderzitjeherkenning in de passagiers
stoel* voorkomt het sensorsysteem
het activeren van de passagiersairbag
als een Reboard-kinderzitje met auto
matische kinderzitjeherkenning is ge
monteerd.