Tem peratuur instellen
De temperatuur kan alleen handmatig wor
den ingesteld.
Met de toetsen
©,
@,
@
en
@
(C> pagina 143) kan de temperatuur voor
elke zijde afzonderlijk worden ingesteld.
De temperatuur slechts in kleine stappen
wijzigen. Aanbevolen wordt om bij 22 °C
te beginnen. De ingestelde temperatuur
wordt op het display aangegeven. De
THERMOTRONIC stelt de ingestelde tem
peratuur in.
Temperatuur verhogen
-----
►
De rode toets voor de temperatuur aan
de bovenzijde indrukken tot op het dis
play de gewenste temperatuur ver
schijnt.
Temperatuur verlagen
►
De blauwe toets voor de temperatuur
aan de onderzijde indrukken tot op het
display de gewenste temperatuur ver
schijnt.
Luchtverdeling handmatig instellen
De luchtverdeling automatisch met toets
E
of handmatig met de draaiknop
(C> pagina 143) i n stellen.
De symbolen op de draaiknop hebben de
volgende betekenis:
Symbool
Betekenis
11!1
luchttoevoer naar de voor
ruit, het dashboardlucht
rooster en het
zijluchtrooster
l!I
luchttoevoer naar het dash
boardluchtrooster en naar
de middelste en de zijlucht
roosters
11!1
luchttoevoer naar het gehele
interieur
11?1
luchttoevoer naar de been
ruimte en de zijluchtroosters
►
De draaiknop op het gewenste sym
bool zetten (C> pagina 143).
Het controlelampje in toets
E
dooft. De automatische luchtverdeling
is uitgeschakeld. De luchtverdeling
wordt overeenkomstig de stand van de
draaiknop geregeld.
0
De draaiknop kan ook op het gedeelte tus-
sen twee symbolen in worden gezet.
Luchtverdeling voor middelste lucht
roosters instellen
Vaste en instelbare middelste luchtroos-
ters openen
►
Draaiknop
0
of
0
(C> pagina 143) tot
de eerste weerstand omhoog draaien.
De betreffende middelste luchtroos
ters
CD
of® (C> pagina 142) en de in
stelbare middelste luchtroosters@ of
@
(C> pagina 142) staan open.