Accu opladen en inbouwen
&
Gevaar voor letsel
Nooit de accu opladen als deze is inge
bouwd, uitgezonderd wanneer een door
Mercedes-Benz getest en goedgekeurd
laadapparaat wordt gebruikt. Met deze laad
apparaten is het opladen van een ingebouw
de accu toegestaan. Anders kan de
elektronica van de auto worden beschadigd.
De accu alleen opladen in een goed geventi
leerde ruimte. Tijdens het opladen kunnen
gassen en zuurspetters ontstaan waardoor
uzelf en anderen letsel kunnen oplopen en
die lakschades of beschadigingen aan de
auto kunnen veroorzaken.
Informatie over laadapparatuur waarmee
het opladen van een ingebouwde accu is
toegestaan, is verkrijgbaar bij een gekwalifi
ceerde werkplaats, bijvoorbeeld een
Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
D
Alleen laadapparatuur gebruiken met een
begrenzing van de laadspanning op max. 14,8V.
►
De accu opladen.
De aanwijzingen in de handleiding van
het laadapparaat in acht nemen.
►
De opgeladen accu weer inbouwen.
Hierbij de onder "Accu uitbo.uwen" be
schreven stappen in omgekeerde volg
orde uitvoeren.
Accu aansluiten
D
De accukabels altijd in de hieronder be-
schreven volgorde aansluiten. In geen geval de
accupoolklemmen verwisselen! Anders kan de
elektronica van de auto worden beschadigd.
►
Alle elektrische verbruikers uitschake
len.
►
De plusklem aansluiten en de afdek
king aanbrengen.
►
De minklem aansluiten.
►
De ontluchtingsslang aansluiten.
In de accu moet tegenover de ontluch
tingsslang een afsluitplug aanwezig
zijn.
0
Na een onderbreking van de spanningsvoor-
ziening (bijvoorbeeld na het weer aansluiten van
de accukabels) moeten de volgende werkzaam-
heden worden uitgevoerd:
•
de klok instellen (t> pagina 94)
•
de functie "buitenspiegels automatisch in-
en uitklappen*" initialiseren door de buiten-
spiegels eenmalig uit te klappen
(t> pagina 120).
&
Gevaar voor letsel
Tijdens het laden bestaat kans op brand
wonden door gassen die uit de accu ont
snappen. Tijdens het laden niet over de accu
buigen.