0
De /uchtrecirculatie wordt bij hogere buiten-
temperaturen automatisch ingeschakeld. Het
controlelampje in toets
►
i
nrandt niet bij au-
tomatisch ingeschakelde luchtrecircu/atie.
Na circa 30 minuten wordt buitenlucht bijge-
mengd.
Uitschakelen
►
Opnieuw toets
►
i
indrukken.
Het controlelampje in de toets dooft.
0
De /uchtrecirculatie schakelt automatisch
uit:
•
na ongeveer vijf minuten bij een buitentem-
peratuur onder circa 5 °C
•
na ongeveer vijf minuten, als de koeling uit-
geschakeld is
(I>
pagina 150)
•
na ongeveer 30 minuten bij een buitentem-
peratuur boven circa 5 °C.
Luchtrecirculatie met comfortopening
en comfortsluiting
Inschakelen en sluiten
►
Toets
ê-1
ianger dan twee seconden
indrukken.
Het controlelampje in de toets gaat
branden. De luchtrecirculatie is inge
schakeld. De zijruiten worden gesloten.
Uitschakelen en openen
►
Opnieuw toets
4-1
langer dan
twee seconden indrukken.
Het controlelampje in de toets dooft.
De luchtrecirculatie is uitgeschakeld.
De zijruiten bewegen zich terug naar de
vorige positie.
0
Als na een comforts/uiting een ruit handma-
tig wordt geopend, blijft deze bij de comfortope-
ning in deze stand staan.
Restwarmte
Nadat de motor is afgezet, kan de stil
staande auto met de restwarmte van de
motor nog maximaal 30 minuten worden
verwarmd. De verwarmingsduur hangt af
van de ingestelde interieurtemperatuur en
de koelvloeistoftemperatuur.
0
Als de restwarmtefunctie bij hogere tempe-
raturen wordt ingeschakeld, treedt alleen de
ventilatie in werking.
0
Onafhankelijk van de ingestelde luchthoe-
veelheid draait de aanjager op lage snelheid.
Inschakelen
►
Het contact uitschakelen.
►
Toets
l:m
indrukken.
Het controlelampje in de toets gaat
branden.