Bediening
TEMPOMAAT-hendel
Met de TEMPOMAAT-hendel kunnen de
volgende systemen worden bediend:
•
de TEMPOMAAT
•
de variabele SPEEDTRONIC.
0
De laatst opgeslagen snelheid wordt gewist
als de motor wordt af gezet.
De TEMPOMAAT-hendel i s de bovenste
hendel l i nks aan de stuurkolom.
Het LIM-controlelampje in de TEMPO
MAAT-hendel geeft aan, welk systeem ge
selecteerd is:
•
TEMPOMAAT:
LIM-controlelampje gedoofd
•
variabele SPEEDTRONIC:
LIM-controlelampje brandt.
CD
Actuele of hogere snelheid opslaan
0
Actuele of lagere snelheid opslaan
G)
TEMPOMAAT uitschakelen
©
Laatst opgeslagen snelheid oproepen
®
Tussen TEMPOMAAT en variabele
SPEEDTRONIC wisselen
@
LIM-controlelampje
TEMPOMAAT inschakelen
CD
LIM-controlelampje
(D
TEMPOMAAT inschakelen
►
Controleren of de TEMPOMAAT is inge
schakeld. LIM-controlelampje
CD
brandt dan niet.
►
Anders de TEMPOMAAT-hendel in de
richting van pijl
0
drukken.
LIM-controlelampje
CD
in de TEMPO
MAAT-hendel is gedoofd. De TEMPO
MAAT is ingeschakeld.