Waarschuwingsdisplays
De afstand tussen sensor en obstakel
wordt door waarschuwingsdisplays aange
geven. Het waarschuwingsdisplay voor de
voorzijde bevindt zich in het dashboard,
boven de middelste luchtroosters. Het
waarschuwingsdisplay voor de achterzijde
bevindt zich tussen de rolbeugels.
Waarschuwingsdisplay voorzijde.
CD
Linkerzijde
0
Rechterzijde
@
Controlesegment
Het waarschuwingsdisplay bestaat voor
elke zijde van de auto uit vijf gele en
twee rode segmenten. Als gele controle
segmenten
@
gaan branden, is het PTS
gereed voor de meting.
De versnellings- of keuzehendelstand be
paalt welk waarschuwingsdisplay actief is.
Auto's met handgeschakelde versnellings
bak:
Waarschuwingsdis
play
Vooruitversnel-
Voorzijde actief
ling of neutraal
Achteruitver
snelling
Achter- en voorzijde
actief
Auto's met automatische transmissie*:
Keuzehendel in
Waarschuwingsdis
play
D
Voorzijde actief
R of N
Achter- en voorzijde
actief
Als de auto een obstakel nadert, gaan af
hankelijk van de afstand ten opzichte van
het obstakel één of meerdere segment(en)
branden.
•
Voorzijde: Vanaf het zesde segment
klinkt een onderbroken waarschu
wingssignaal, vanaf het zevende seg
ment een ononderbroken
waarschuwingssignaal gedurende
maximaal drie seconden. De mini
mumafstand is bereikt.
•
Achterzijde: Vanaf het eerste segment
klinkt een onderbroken waarschu
wingssignaal. Het interval wordt met
elk segment korter. Bij het zevende
segment klinkt een ononderbroken
waarschuwingssignaal. Dit stopt wan
neer:
•
bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak de achteruitver
snelling wordt uitgeschakeld
•
bij auto's met automatische trans
missie* rijstand Dof P wordt inge
schakeld.
p
Geen van beide actief