Parkeerstand voor buitenspiegel* in- of
uitschakelen
Met de functie Mi rror adj us tment parking
aid (spiegelJnstelling parkeerhulp)
kunt u vastleggen of bij het parkeren (inge
schakelde achteruitversnelling) de buiten
spiegel aan passagierszijde omlaag moet
kantelen (t> pagina 120).
►
Met toets
liCII
of - het submenu
Conveni ence (comfort) kiezen.
►
Toets
haR
"8
lil
zo vaak indrukken
tot op het multifunctioneel display de
melding Mi rror adjustment parking
aid (spiegelinstelling parkeerhulp)
verschijnt.
De actuele instelling is gemarkeerd.
[ .J-d/
Mirror adjustment
,
parking aid
j
on
O
D
"
~2- 268-31
►
Met toets
liCII
of - de spiegel in
stelling parkeerhul pon (aan) of off
(uit) zetten.
Inklappen van de buitenspiegels tijdens
vergrendelen* in- of uitschakelen
Met de functie Fo l d in mirrors when
locking (spiegels inklappen tijdens
vergrendel en) legt u vast, of de spiegels
moeten worden ingeklapt als de auto
wordt vergrendeld. Als het contact wordt
ingeschakeld, klappen de buitenspiegels
weer terug.
H
Als de functie ingeschakeld is en de buiten-
spiegels met de toets in de middenconsole wor-
den ingeklapt
(C>
pagina 120), klappen ze niet
automatisch terug als het contact wordt inge-
schakeld. De buitenspiegels kunnen dan alleen
met de toets in de middenconsole worden uitge-
klapt.
►
Met toets
liCII
of - het submenu
Conveni ence (comfort) kiezen.
►
Toets
haR
" 8
lil
zo vaak indrukken
tot op het multifunctioneel display de
melding Fol d in mirrors when l ocki ng
(spiegels inklappen tijdens ver
grendelen) verschijnt.
De actuele instelling is gemarkeerd.
( .J-d/
Fold in mirrors
when loc.king
>ëU
=~· ~
►
Met toets
IICII
of - de functie
spiegels inklappen tijdens vergren
del en on (aan) of off (uit) zetten.