Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ResMed Stellar Series Handleiding pagina 71

Verberg thumbnails Zie ook voor Stellar Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Probleem/Mogelijke oorzaak
LCD-scherm: Lage ademhalingsfrequentie
Het niveau van de ademhalingsfrequentie is
tot onder het vooraf ingestelde alarmniveau
gedaald.
LCD-scherm: Hoge lekkage!
Er is al langer dan 20 seconden een hoge
maskerlekkage.
LCD-scherm: Niet-geventileerd masker!
Er is een niet-geventileerd masker
aangesloten.
De ventilatieopeningen van het masker
zijn mogelijk geblokkeerd.
De ResMed-lekklep ontbreekt of de
ventilatieopening is geblokkeerd.
LCD-scherm: Apneu!
Het apparaat detecteert een apneu die het
vooraf ingestelde alarmniveau heeft
overschreden.
LCD-scherm: Interne accu bijna leeg!
Het vermogen van de interne accu is minder
dan 30%.
LCD-scherm: SpO
laag!
2
De SpO
is tot onder het vooraf ingestelde
2
alarmniveau gedaald.
LCD-scherm: Storing SpO
De vingersensor is niet goed aangesloten of
geeft foute waarden.
LCD-scherm: XPOD-oxymeter niet aangesloten!
De pulsoxymeter is niet aangesloten.
LCD-scherm: Laag FiO
De FiO
is tot onder het vooraf ingestelde
2
alarmniveau gedaald.
LCD-scherm: Hoog FiO
De FiO
heeft het vooraf ingestelde
2
alarmniveau overschreden.
LCD-scherm: FiO
-sensor niet aangesloten!
2
De FiO
-meetsensor is niet aangesloten.
2
Handeling
Beoordeel de patiënt opnieuw om een adequate
behandeling te waarborgen.
Zorg dat de alarminstelling geschikt is voor de
patiënt.
Stel het masker bij om de lekkage tot een minimum te
beperken (zie "Maskerpasvorm bijstellen" op pagina 31).
Controleer of het luchtcircuit niet beschadigd is en
sluit het opnieuw aan.
Controleer of de anti-asfyxieklep geheel gesloten is.
Zorg dat het masker ventilatieopeningen heeft.
Zorg dat de ventilatieopeningen van het masker niet
geblokkeerd zijn.
Zorg dat de ResMed-lekklep is geplaatst en dat de
ventilatieopening niet wordt geblokkeerd.
Controleer of de zuurstof (indien gebruikt) alleen
aangesloten is op de achterzijde van het apparaat.
Beoordeel de patiënt opnieuw om een adequate
behandeling te waarborgen.
Zorg dat de alarminstelling geschikt is voor de patiënt.
Sluit het apparaat op netstroom aan.
Controleer de bevestiging van de sensor.
Beoordeel de patiënt opnieuw om een adequate
behandeling te waarborgen.
-vingersensor!
2
Controleer of de vingersensor goed op de vinger
bevestigd is en goed op de pulsoxymeter aangesloten is.
Controleer of de pulsoxymeter goed op het apparaat
aangesloten is.
-niveau!
2
Kalibreer de FiO
Beoordeel de patiënt opnieuw om een adequate
behandeling te waarborgen.
-niveau!
2
Kalibreer de FiO
Beoordeel de patiënt opnieuw om een adequate
behandeling te waarborgen.
Sluit de FiO
een nieuwe.
-sensor.
2
-sensor.
2
-meetsensor aan of vervang deze door
2
Opsporen en oplossen van problemen
67

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave