Opmerkingen:
Een bevochtiger verhoogt de weerstand in het luchtcircuit en kan het triggeren en cyclen
•
beïnvloeden, evenals de nauwkeurigheid van de weergegeven en afgeleverde drukken. Voer
daarom de functie Leercircuit uit (zie "Menu Instellingen: Opties" op pagina 48). Het
apparaat stelt de flowweerstand bij.
De verwarmingsfunctie van de H4i wordt uitgeschakeld wanneer het apparaat geen
•
netstroom krijgt.
Opstellen voor invasief gebruik
Invasief gebruik van de Stellar is alleen mogelijk met de ResMed-lekklep of bij gebruik van een
tracheacanule zonder manchet of met afgelaten manchet samen met de ResMed-lekpoort
(24976).
Voor AutoEPAP geldt een contra-indicatie voor invasief gebruik.
WAARSCHUWING
Verifieer dat alle luchtinlaten aan de achter- en onderzijde van het apparaat en de
•
ventilatieopeningen van het masker of van de ResMed-lekklep niet verstopt zijn. Als u het
apparaat op de vloer plaatst, zorg er dan voor dat de omgeving vrij is van stof en dat er geen
beddengoed, kleding of andere zaken zijn die de luchtinlaten kunnen blokkeren.
Het filter voor de uitwisseling van warmte en vocht (HME-filter) moet regelmatig
•
worden vervangen volgens de instructies die bij het HME-filter worden geleverd.
Voor de H4i geldt een contra-indicatie voor invasief gebruik. Aanbevolen wordt een
•
voor invasief gebruik goedgekeurde, externe bevochtiger te gebruiken die voldoet aan
EN ISO 8185, met een absolute luchtvochtigheid van > 33 mg/l en een maximumflow
binnen de technische specificaties van de Stellar.
Voor optimale nauwkeurigheid en synchronie voert u een Leercircuit uit wanneer er een
•
nieuw circuit wordt gebruikt of bij een wijziging in de configuratie van het circuit, met
name wanneer componenten met een hoge impedantie (bijv. antibacterieel filter,
externe bevochtiger, vochtvanger of ander type luchtslang) worden toegevoegd of
verwijderd. Sluit de patiëntinterfaces niet aan voordat u de functie Leercircuit uitvoert.
Patiëntinterfaces omvatten alle componenten die na de ResMed-lekklep worden
geplaatst (bijv. HME-filter, kathetersteun, tracheostomieslang). Zie "Menu Instellingen:
Opties" op pagina 48.
VOORZICHTIG
Als u een bevochtiger gebruikt, gebruik dan een watervanger en controleer regelmatig of
zich in het luchtcircuit water heeft verzameld.
Opmerkingen:
Wanneer het maskertype wordt ingesteld op Trach, wordt het alarm Niet-geventileerd
•
masker automatisch ingeschakeld om de gebruiker te waarschuwen wanneer de ResMed-
lekklep geen ventilatieopeningen heeft of wanneer de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn.
ResMed beveelt het gebruik aan van een ademhalingssysteem (inclusief antibacterieel filter,
•
luchtslangen, externe bevochtiger en ResMed-lekklep) met een impedantie van maximaal
2 cm H
O bij 30 l/min, 5 cm H
2
Wanneer het maskertype wordt ingesteld op Trach, moet AutoEPAP worden uitgeschakeld.
•
O bij 60 l/min en 16 cm H
2
O bij 120 l/min.
2
Opstellen voor invasief gebruik
17