Inhoudsopgave
Advertenties
V
Als u de doelwaarden beschouwt als:
acceptabel, selecteert u Accepteren. De therapie wordt vervolgens gestart in de
•
iVAPS-modus. In de regel dient Va lager dan 7 l/min te zijn voor niet-COPD-patiënten en
lager dan 11 l/min voor COPD-patiënten.
niet acceptabel, of als u Leerdoelen wilt afsluiten zonder de instellingen te wijzigen,
•
selecteert u Annuleren. Het Leerdoelen-proces wordt dan gestopt, het menu keert terug
naar Klinische instellingen en de therapie wordt beëindigd.
iVAPS en AutoEPAP worden pas gestart nadat de leerdoelwaarden zijn geaccepteerd.
•
7
Druk op de toets Metingen of Overzicht om zo nodig door de bijbehorende pagina's (bijv.
Ademhalingsfrequentie, MV, Vt) te bladeren. Door op de toets Instellingen te drukken, komt u
terug in Leerdoelen.
VOORZICHTIG
Omdat met Annuleren de therapie wordt beëindigd, moet de patiënt van de ventilator
worden losgekoppeld, tenzij de ventilatie onmiddellijk moet worden hervat.
8
Bekijk de secundaire therapie-instellingen in Geavanceerde instellingen (bijv. Min PS, Max PS,
Min EPAP, Max EPAP) en AutoEPAP, zie "Menu Instellingen: Klinische instellingen" op pagina
38.
9
Start de therapie.
10
Verfijn EPAP/PEEP zodat deze geschikt is voor het benodigde type therapie. Voor meer
informatie zie "De klinische uitkomst beoordelen" op pagina 58.
iVAPS handmatig instellen
Hoewel de Leerdoelen-procedure de beste manier is om een eerste ventilatieschatting te verkrijgen,
is in iVAPS ook handmatige invoer van het doel mogelijk door een ingevoerde minuutventilatie,
spontane ademhaling en lengte van de patiënt te gebruiken. Op basis van deze waarden kan iVAPS
de doelwaarde van de alveolaire ventilatie berekenen en de doelpatiëntfrequentie aannemen.
1
Voer een Leercircuit uit met de huidige circuitconfiguratie en let daarbij op dat u de juiste
maskerinstelling selecteert (zie "Menu Instellingen: Opties" op pagina 48).
2
Stel Standaardinstellingen pathologie in (zie "Standaardinstellingen pathologie" op pagina 11).
3
Selecteer de iVAPS-modus.
4
Configureer de primaire therapie-instellingen.
Voer de preliminaire EPAP of PEEP in (zie pagina 56). Aanbevolen wordt te starten met 4–6 cm
H
O, een druk die door de meeste patiënten wordt verdragen.
2
Voer Min EPAP/Max EPAP in als AutoEPAP is ingeschakeld.
5
Selecteer Target Va calculator (Doelventilatiecalculator).
I
Voer de lengte van de patiënt in.
II
Voer de spontane ademhalingsfrequentie van de patiënt in.
III
Voer een eerder gemeten Minuutventilatie (MV) of Teugvolume (Vt) in.
NB: Druk op de toets Metingen of Overzicht om zo nodig door de bijbehorende pagina's
(bijv. Ademhalingsfrequentie, MV, Vt) te bladeren.
56
Advertenties
Inhoudsopgave
