Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ResMed Stellar Series Handleiding pagina 70

Verberg thumbnails Zie ook voor Stellar Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Probleem/Mogelijke oorzaak
Onderdeelstoring (systeemstoring 8, 25).
De volgende systeemstoringen kunnen optreden: motorstoring (systeemstoring 6), druksensorstoring
(systeemstoring 7), softwarestoring (systeemstoring 8), kalibratiefout (systeemstoring 9),
zelfteststoring (systeemstoring 21), flowsensorstoring (systeemstoring 22), systeemonderdeelstoring
(systeemstoring 25), kritische softwarestoring (systeemstoring 38).
LCD-scherm: Overdruk!
Het apparaat genereert een druk die hoger
is dan 59 cm H
beëindigd.
LCD-scherm: Verstopte slang!
De luchtweg is verstopt.
LCD-scherm: Hoge temperatuur [10, 11, 12, 23]!
De temperatuur in het apparaat is te hoog.
De behandeling kan worden gestopt.
LCD-scherm: Hoge druk!
De therapiedruk overschrijdt het vooraf
ingestelde alarmniveau.
LCD-scherm: Lage druk!
De luchtslang is niet goed aangesloten.
LCD-scherm: Circuit afgekoppeld!
Het luchtcircuit is niet goed aangesloten.
LCD-scherm: Lage minuutventilatie!
Het minuutventilatieniveau is lager dan het
ingestelde alarmniveau.
LCD-scherm: Hoge ademhalingsfrequentie!
Het niveau van de ademhalingsfrequentie
heeft het vooraf ingestelde alarmniveau
overschreden.
66
O. De behandeling wordt
2
Handeling
1. Schakel de stroom naar het apparaat uit als de
systeemstoring continu aanwezig is.
2. Zet het apparaat weer aan.
Als het probleem blijft bestaan, retourneer het dan voor
onderhoud.
1. Zet het apparaat uit.
2. Controleer of de luchtslang goed aangesloten is.
3. Zet het apparaat weer aan.
4. Start de functie Leercircuit.
NB: Als het alarm herhaaldelijk wordt geactiveerd, zijn er
mogelijk interne onderdelen defect. Stop het gebruik van het
apparaat en breng het weg voor onderhoud.
1. Controleer de luchtweg op verstoppingen.
2. Verwijder de oorzaak van de verstoppingen.
3. Als het alarm niet wordt verwijderd, beëindigt u de
behandeling.
4. Start de behandeling opnieuw.
Zorg dat de omgevingstemperatuur binnen het
opgegeven bedrijfstemperatuurbereik ligt. Als het
probleem binnen het opgegeven
bedrijfstemperatuurbereik aanhoudt, dient u het
apparaat weg te brengen voor onderhoud.
1. Beëindig de behandeling.
2. Controleer de alarm- en drukinstellingen.
3. Start de behandeling opnieuw.
1. Controleer of het luchtcircuit niet beschadigd is en
sluit het opnieuw aan.
2. Als het alarm niet wordt verwijderd, beëindigt u de
behandeling.
3. Start de behandeling opnieuw.
1. Controleer of het luchtcircuit niet beschadigd is en
sluit het opnieuw aan.
2. Als het alarm niet wordt verwijderd, beëindigt u de
behandeling.
3. Start de behandeling opnieuw.
Beoordeel de patiënt opnieuw om een adequate
behandeling te waarborgen.
Zorg dat de alarminstelling geschikt is voor de patiënt.
Beoordeel de patiënt opnieuw om een adequate
behandeling te waarborgen.
Zorg dat de alarminstelling geschikt is voor de patiënt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave