Alarmberichten worden boven aan het scherm weergegeven. Alarmen met een hoge prioriteit
worden in rood weergegeven, alarmen met gemiddelde prioriteit in geel en alarmen met een
lage prioriteit in lichtblauw. De alarm-LED brandt rood tijdens een alarm met hoge prioriteit en
geel tijdens een alarm met gemiddelde of lage prioriteit.
Het alarmvolume kan op Laag, Medium of Hoog worden ingesteld. Selecteer in het menu
Instellingen de optie
klinken en de alarm-LED gaan branden.
Voor meer informatie over het bekijken en wijzigen van alarminstellingen zie "Menu
Instellingen: Alarminstellingen" op pagina 42.
U kunt het geluid van een alarm onderdrukken door
Alarm onderdrukken nogmaals in te drukken, klinkt het alarm opnieuw. Door de knop Alarm
onderdrukken nogmaals in te drukken, komt het alarm terug. Als het alarmgeluid onderdrukt is,
brandt de LED van de toets Alarm onderdrukken constant. In het geval van een alarm met een
hoge of gemiddelde prioriteit zal het alarm na twee minuten opnieuw klinken als het probleem
nog niet is opgelost. Een alarm met lage prioriteit wordt permanent onderdrukt en het alarm
Interne accu gebruikt wordt gewist totdat de alarmconditie zich opnieuw voordoet.
Vaste alarmen
Alarmen met hoge prioriteit:
Circuit afgekoppeld – bij lekkage van meer dan 105 l/min
•
(1,75 l/sec) gedurende ten minste 15 sec
Overdruk
•
Verstopte slang
•
Interne accu leeg – wanneer het laadniveau minder dan
•
15% is, bestaat de kans dat het systeem al binnen
twee minuten stopt
Storing druksensor (Systeemstoring 7)
•
Motorstoring (Systeemstoring 6)
•
Kritieke softwarefout (Systeemstoring 38)
•
Alarmen met gemiddelde prioriteit:
Hoge temperatuur (interne onderdelen, bijv. motor)
•
Systeemstoring (zelftest, flowsensor, software, kalibratie)
•
Interne accu bijna leeg – wanneer het laadniveau tot
•
onder 30% gedaald is
Alarmen met lage prioriteit:
Externe stroom in gebruik
•
Interne accu in gebruik
•
Storing keypad
•
Storing vingersensor
•
Systeemstoring (software, systeemonderdeel)
•
Afgekoppelde FiO
•
Afgekoppelde XPOD-pulsoxymetrie
•
Let op: hoge temperatuur (interne onderdelen, bijv. motor)
•
Alarmen resetten
Wanneer de toets Alarm onderdrukken tijdens de therapie ten minste drie seconden wordt
ingedrukt, worden de volgende alarmberichten en het hoorbare alarm tijdelijk verwijderd:
Hoge druk
•
Lage druk
•
Hoge lekkage
•
Niet-geventileerd masker
•
Lage minuutventilatie
•
. Nadat de ingestelde waarde bevestigd is, zal het alarm
Alarminstellingen
-sensor
2
eenmaal in te drukken. Door de knop
Door de gebruiker instelbare alarmen
Alarmen met hoge prioriteit:
Niet-geventileerd masker
•
Alarmen met gemiddelde prioriteit:
Lage minuutventilatie
•
Hoge lekkage
•
Hoge druk
•
Lage druk
•
Hoge ademhalingsfrequentie
•
Lage ademhalingsfrequentie
•
Apneu
•
Hoog FiO
•
Laag FiO
•
Laag SpO
•
Hoge ademhalingsfrequentie
•
Lage ademhalingsfrequentie
•
FiO
hoog
•
2
FiO
laag
•
2
Apneu
•
SpO
laag
•
2
-niveau
2
-niveau
2
-niveau
2
De therapie starten
29