TiControl
Met TiControl™ kan de arts een onder- en bovengrens voor de inademingstijd instellen. Ti Min
en Ti Max kunnen aan weerszijden van de ideale spontane inademingstijd van de patiënt
worden ingesteld, waarmee wordt gewaarborgd dat er voldoende tijd voor de gaswisseling is
en een 'venster van gelegenheid' voor de cycling naar EPAP wordt gecreëerd.
Bij sommige patiënten met een zwakke en onvoldoende inademingsinspanning of -flow
voorkomt Ti Min de voortijdige cycling naar EPAP. Premature cycling tot EPAP kan resulteren in
onvoldoende ondersteunde ademhaling.
Wanneer de ademhalingsdetectie wordt bemoeilijkt door bovenmatige lekkage of belemmering
van de uitademingsinspanning of -flow, voorkomt Ti Max op effectieve wijze dat de inademing
te lang duurt. Zie "TiControl instellen" op pagina 63.
Trigger-/cyclegevoeligheden
Het apparaat triggert (start IPAP) en cyclet (beëindigt IPAP en schakelt over op EPAP) onder
normale omstandigheden wanneer het de verandering in de flow bij de patiënt detecteert.
De detectie van de ademhaling van de patiënt wordt versterkt door Vsync, de automatische
lekkagebeheerfunctie van het apparaat.
Daarnaast beschikt het -apparaat over vijf instelbare trigger-/cyclegevoeligheden om het
detectieniveau te optimaliseren in overeenstemming met de toestand van de patiënt.
Voor meer informatie zie "Trigger-/cyclegevoeligheden" op pagina 64. Voor kenmerkende
gegevens zie "Technische specificaties" op pagina 71.
10
Ti Min
Flow van patiënt
Druk
Ti Max
Cyclevenster