Bediening
Eenvoudige bediening
Plaats het gerecht in de oven.
Kies met de functieschakelaar de ge-
wenste functie.
De voorgeprogrammeerde temperatuur
verschijnt en knippert.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram-
meerde temperatuur met de draai-
knop .
De voorgeprogrammeerde tempera-
tuur wordt na enkele seconden overge-
nomen. U kunt de temperatuur achter-
af wijzigen met de draaiknop .
Bevestig met OK.
De werkelijke temperatuur verschijnt en
de verwarmingsfase begint.
U kunt het stijgen van de temperatuur in
het display volgen. Als de gekozen tem-
peratuur voor het eerst wordt bereikt,
klinkt er een signaal.
Zet de functieschakelaar na het berei-
dingsproces op 0.
Haal het gerecht uit de ovenruimte.
Een andere functie kiezen
U kunt de functie tijdens een bereiding
wijzigen.
Kies met de functieschakelaar de
nieuwe functie.
De ingestelde bereidingstijden worden
gewist.
32
Waarden en instellingen voor
een bereidingsproces wijzigen
Zodra een bereidingsproces loopt, kunt
u naargelang de functie de waarden of
instellingen voor dit bereidingsproces
wijzigen.
Naargelang de functie kunt u volgende
instellingen wijzigen:
- Temperatuur
- Bereidingstijd
- Einde bereidingstijd
Temperatuur wijzigen
U kunt de temperatuur tijdens een be-
reiding alleen wijzigen als in het display
de werkelijke temperatuur verschijnt of
er een tijd wordt afgeteld.
Wijzig de temperatuur met de draai-
knop .
De temperatuur verandert in stappen
van 5 °C.
Bevestig met OK.