7
WAARSCHUWING
Instellen van de remhendel
158
tijdens het rijden
Gevaar voor ongevallen
De remhendel alleen instellen
als de motorfiets stilstaat.
z
Stelschroef 1 linksom draaien
om de afstand tussen remhen-
del en handvat te vergroten.
Stelschroef 1 rechtsom draaien
om de afstand tussen remhen-
del en handvat te verkleinen.
OPMERKING
De stelschroef kan gemakkelijker
worden verdraaid wanneer daarbij
de remhendel naar voren wordt
gedrukt.
Veervoorspanning
Instelling
De veervoorspanning van het
achterwiel moet aan de belading
van de motorfiets worden aan-
gepast. Een verhoging van de
belading vereist een verhoging
van de veervoorspanning, minder
gewicht een overeenkomstig la-
gere veervoorspanning.
Veervoorspanning
achterwiel instellen
Buddyseat verwijderen
(
122).
Boordgereedschap verwijderen.
WAARSCHUWING
De instellingen van de
veervoorspanning en van de
demping zijn niet ingesteld
op de omstandigheden.
Rijgedrag wordt slechter.
Demping aan de veervoorspan-
ning aanpassen.
Ter verhoging van de veervoor-
spanning stelknop 1 met be-
hulp van het boordgereedschap
rechtsom draaien.
Ter verlaging van de veervoor-
spanning stelknop 1 met be-