ping 2 en veervoorspanning 3
weergegeven.
De weergave wordt na korte
tijd automatisch weer verbor-
gen.
Rijwielgedeelte instellen
Contact inschakelen (
De toets 1 kort indrukken om
de actuele instelling te laten
weergeven.
Om de demping in te stellen:
De toets 1 zo vaak kort indruk-
ken tot de gewenste instelling
wordt weergegeven.
OPMERKING
De demping kan tijdens het rij-
den worden ingesteld.
De volgende instellingen zijn mo-
gelijk:
ROAD: demping voor comforta-
84).
bele ritten op de weg
DYNA: demping voor dynami-
sche ritten op de weg
ENDURO: demping voor rit-
ten op het terrein. Is alleen
beschikbaar in de rijmodus
ENDURO of ENDURO PRO en
kan in deze rijmodus ook niet
verder worden ingesteld.
SU
met Connectivity
De selectiepijl 4 verschijnt.
De selectiepijl 4 verdwijnt na
het wijzigen van de status.
SU
met Connectivity
De volgende instellingen zijn mo-
gelijk:
Road: demping voor comforta-
bele ritten op de weg
Dyna.: demping voor dynami-
sche ritten op de weg
Enduro: demping voor of-
froaden. Is alleen in de rijmodi
ENDURO of ENDURO PRO be-
schikbaar en kan in deze rij-
4
109
z