veren DWA ON of uitgeschakeld
4
laten DWA OFF.
Tijdsaanduiding instellen
100
CLOCK.
met voorbereiding voor naviga-
tiesysteem
SU
Tijd uit GPS-systeem GPS ON
of tijd uit de boordcomputer
GPS OFF weergeven.
Datum instellen DATE.
Opschakeladvies uitschakelen
z
ECOSFT OFF of inschakelen
ECOSFT ON.
Helderheid van de achter-
grondverlichting voor het
instrumentenpaneel instellen
BRIGHT.
met dagrijlicht
Automatisch dagrijlicht
A DRL ON of handbediend
dagrijlicht A DRL OFF
activeren.
met bandenspanningscontrole
(RDC)
SU
Waarschuwing minimale span-
ning uitschakelen RDC PRO
ON of inschakelen RDC PRO
OFF. De waarschuwing mi-
nimale spanning kan alleen
in de terreinmodus worden
uitgeschakeld.
Eenheden instellen UNIT.
Meldingen terugzetten RESET.
SETUP verlaten EXIT.
SETUP beëindigen
Voorwaarde
Er zijn 4 mogelijkheden om de
SETUP te beëindigen.
SU
Tuimeltoets MENU aan de bo-
venzijde 1 lang indrukken.
SETUP ENTER wordt weerge-
geven.
Alternatief: tuimel-
toets MENU aan de
bovenzijde 1 zo vaak kort
indrukken tot SETUP EXIT
wordt weergegeven.
Tuimeltoets MENU aan de on-
derzijde 2 lang indrukken.
SETUP ENTER wordt weerge-
geven.
Alternatief: contact uit- en
weer inschakelen.
SETUP ENTER wordt weerge-
geven.
Alternatief: wegrijden.
Snelheid voor de bedie-
ning in SETUP
max 10 km/h
Bij overschrijding van de toe-
gestane snelheid voor de be-
diening wordt de SETUP beëin-
digd.
ODO wordt weergegeven.