Het ASC/DTC-controle-
en waarschuwingslampje
brandt.
SU
met Connectivity
Mogelijke ASC-systeemtoestand
OFF! wordt weergegeven.
Toets 1 na het omschakelen
van de ASC/DTC-systeemtoe-
stand loslaten.
Het ASC/DTC-controle- en
waarschuwingslampje blijft
branden.
SU
met Connectivity
De nieuwe ASC/DTC-systeem-
toestand OFF! wordt gedurende
korte tijd weergegeven. De
ABS-systeemtoestand blijft
ongewijzigd.
De ASC/DTC-functie is uitge-
schakeld.
ASC/DTC-functie
inschakelen
Toets 1 ingedrukt houden tot
de weergave van het ASC/
DTC-controle- en waarschu-
wingslampje verandert.
SU
met Connectivity
Meteen na indrukken van de
toets 1 worden de ASC/DTC-
systeemtoestand OFF! en de
huidige ABS-systeemtoestand
weergegeven.
ASC/DTC-controle- en
waarschuwingslampje
brandt niet meer, bij een niet
afgesloten zelfdiagnose gaat het
knipperen.
SU
met Connectivity
Mogelijke ASC-systeemtoestand
ON wordt weergegeven.
Toets 1 na het omschakelen
van de status loslaten.
ASC/DTC-controle- en
waarschuwingslampje
brandt nog steeds niet of
knippert verder.
SU
met Connectivity
De nieuwe ASC/DTC-systeem-
toestand ON wordt gedurende
korte tijd weergegeven. De
ABS-systeemtoestand blijft
ongewijzigd.
De ASC/DTC-functie is inge-
schakeld.
Als de codeerstekker niet is
aangebracht, kan als alternatief
ook het contact weer worden
uit- en ingeschakeld.
4
107
z