Druk op de UP- (omhoog) of
DN-zijde (omlaag) van de elektrische
trim-/kantelschakelaar en kantel de
buitenboordmotor in de positie die
het best bij de vaaromstandigheden
past.
TRIMHOEK BUITENBOORDMOTOR
TE LAAG
Tijdens het varen:
(A) Bij wind tegen, trim de buitenboordmotor voorzichtig omlaag om de boeg
te laten zakken voor betere stabiliteit.
(B) Bij wind mee, trim de buitenboordmotor voorzichtig omhoog om de neus
van de boot te laten stijgen voor betere stabiliteit.
(C) Bij ruige golven, trim de buitenboordmotor niet te laag of te hoog ter
voorkoming van onstabiel stuurprestaties.
TRIMHOEK BUITENBOORDMOTOR
TE HOOG
TRIMHOEK BUITENBOORDMOTOR
CORRECT
BEDIENING
95