DE MOTOR STARTEN
BRANDSTOFLEIDINGKOPPELIG
(MANNELIJK)
– naar buitenboordmotor
CLIP
(ZIJDE BUITENBOORDMOTOR)
2. Sluit de brandstofleidingkoppeling
aan op de buitenboordmotor, zoals
afgebeeld.
Zorg ervoor dat de
brandstofleidingkoppeling stevig
op zijn plaats klikt.
Als het buitenboordeinde van de
brandstofleidingkoppeling
geforceerd in de verkeerde richting
wordt vastgezet, kan de O-ring van
de brandstofleidingkoppeling
beschadigd raken. Een beschadigde
O-ring kan brandstoflekkage tot
gevolg hebben.
70
ONTLUCHTINGS-
DOP
OPEN
3. Draai de ontluchtingsknop van de
brandstofvuldop helemaal linksom
om de ontluchting te openen.
Brandstof aanvoeren
PIJL
UITLAATEINDE
(zijde
buitenboordmotor)
BALGPOMP
INLAATEINDE
(tankzijde)
Houd de balgpomp zodanig vast dat
de uitgang hoger ligt dan de ingang
(zodat de pijl op de balgpomp naar
boven wijst), en knijp totdat de pomp
stevig aanvoelt, wat inhoudt dat de
brandstof de buitenboordmotor heeft
bereikt. Controleer op lekkage.
Mors geen brandstof.
Gemorste brandstofdampen
kunnen ontbranden. Verwijder
gemorste brandstof voordat u de
motor start.