ONDERHOUD
BOUGIEDOP
BOUGIESLEUTEL
132
1. Verwijder de motorafdekkap.
2. Verwijder de bougiedoppen.
3. Gebruik de bougiesleutel en
schroevendraaier om de bougies los
te draaien.
Bougie die
Nieuwe bougie
vervangen
moet worden
4. Inspecteer de bougies.
(1) Als de elektrodes ernstig
verroest zijn of or vervuild zijn
met koolstof, moeten ze worden
gereinigd met een staalborstel.
(2) Vervang een bougie als de
centrale elektrode versleten is.
De bougie kan op verschillende
manieren verslijten.
Als de onderlegring tekenen
van slijtage vertoont, of als de
isolatoren gebarsten of
geschilferd zijn, moeten de
bougies worden vervangen.
ZIJ-ELEKTRODE
0,6 – 0,7 mm
AFDICHTRING
ISOLATOR
5. Meet de elektrodenafstand van de
bougie met een voelermaatje van
het draadtype.
De afstanden moeten 0,6 – 0,7 mm
zijn. Corrigeer de afstand indien
nodig door de massa-elektrode
voorzichtig te verbuigen.