Periodiek onderhoud en afstellingen
zijn belangrijk om de
buitenboordmotor in optimale
conditie te houden. Voer onderhoud
en controles uit volgens het
ONDERHOUDSSCHEMA.
Zet de motor uit alvorens hier
werkzaamheden aan uit te voeren.
Zorg ervoor dat de ruimte goed
geventileerd is.
Laat de motor niet draaien in een
afgesloten ruimte.
De uitlaatgassen bevatten onder
andere het giftige gas
koolmonoxide; inademing hiervan
kan leiden tot bewusteloosheid en
kan zelfs dodelijk zijn.
Plaats, alvorens de motor te
starten, de motorafdekkap terug
als deze verwijderd was. Zet de
vastzethendel van de motorkap
stevig vast (zie bladzijde 58).
• Als de motor niet draait, moet
het waterniveau tot tenminste
100 mm boven de
anticavitatieplaat staan, omdat
anders de waterpomp niet
voldoende koelwater kan
aanzuigen, waardoor
oververhitting van de motor kan
ontstaan.
• Gebruik alleen originele Honda-
onderdelen of gelijkwaardige
onderdelen voor onderhoud en
reparatie. Het gebruik van
inferieure onderdelen kan schade
aan de buitenboordmotor
veroorzaken.
12. ONDERHOUD
125