WAARSCHUWINGSSYSTEEM TREEDT IN WERKING
SYMPTOOM
Het waarschuwingssysteem bij overbelasting treedt in
werking:
• Het controlelampje bij overbelasting gaat branden.
• De waarschuwingszoemer bij overbelasting klinkt.
• Het motortoerental neemt af en de motor stopt uiteindelijk.
• Het motortoerental kan niet worden verhoogd met de
gashendel.
• De motor zal 20 seconden na het begrenzen van het
motortoerental uitgeschakeld worden.
Het waarschuwingssysteem oliedruk treedt in werking:
• Het controlelampje oliedruk gaat niet branden.
• De waarschuwingszoemer oliedruk klinkt.
• Het motortoerental neemt af.
• Het motortoerental kan niet worden verhoogd met de
gashendel.
Het waarschuwingssysteem PGM-FI treedt in werking:
• Het controlelampje PGM-FI gaat branden.
• De waarschuwingszoemer PGM-FI klinkt.
Het ACG-waarschuwingssysteem treedt in werking:
• Het ACG-controlelampje gaat branden.
• De ACG-waarschuwingszoemer klinkt.
MOGELIJKE OORZAAK
Koelwaterinlaat verstopt.
Bougies met verkeerde warmtegraad.
• Waterpomp defect.
• Thermostaat verstopt.
• Thermostaat defect.
• Koelwaterkanaal verstopt.
• Uitlaatgassen in koelsysteem.
Te weinig motorolie
Verkeerde motorolie.
Storing in het PGM-FI.
Accuspanning te hoog of te laag.
Storing in het ACG.
15. STORINGZOEKEN
OPLOSSING
Reinig de koelwaterinlaat.
Vervang de bougies (zie bladzijde 131).
Raadpleeg uw buitenboordmotor-
dealer.
Voeg motorolie toe tot aan het
aangegeven peil (zie bladzijde 59).
Ververs de motorolie
(zie bladzijde 129).
Raadpleeg uw buitenboordmotor-
dealer.
Controleer de accu (zie bladzijde 133).
Raadpleeg uw buitenboordmotor-
dealer.
153