11. REINIGEN EN SPOELEN
Reinig de motor en spoel deze
zorgvuldig met zoet water na ieder
gebruik in zout of vervuild water.
Spuit geen water of
anticorrosiemiddel op elektrische
componenten onder de
motorafdekkap zoals de O2-sensor.
Indien water of een
anticorrosiemiddel in contact komt
met dit onderdeel, kan het beschadigd
raken. Voordat u de motor inspuit
met corrosiebeschermer is het
noodzakelijk dat de O2-sensor goed
wordt afgeschermd om schade te
voorkomen.
Schakel de motor uit alvorens deze te
reinigen en te spoelen.
1. Ontkoppel de brandstofslang van
de buitenboordmotor.
2. Kantel de buitenboordmotor omlaag.
3. Was de buitenzijde van de
buitenboordmotor met schoon water.
124
AANSLUITING VOOR
DE SPOELPOORT
AANSLUITING VOOR
DE SPOELPOORT
4. Neem de aansluiting voor de
spoelpoort los.
5. Schroef de aansluiting voor de
spoelpoort in de tuinslang.
6. Draai de kraan open en spoel de
buitenboordmotor minimaal
10 minuten door.
7. Neem na het spoelen de tuinslang
los en sluit de aansluiting voor de
spoelpoort weer aan.
8. Kantel de buitenboordmotor
omhoog en zet de hendel van de
kantelblokkering in de stand
GEBLOKKEERD.
• Bij gebruik van de
slangaansluiting:
SLANGAANSLUITING
(in de handel verkrijgbaar)
AANSLUITING VOOR
DE SPOELPOORT
SLANG