Invaarprocedure
Invaarperiode: 10 uur
Tijdens de invaarperiode kunnen de
bewegende onderdelen van de motor
op elkaar inlopen, hetgeen een
positieve invloed heeft op de
prestaties en de levensduur van de
motor.
Laat uw nieuwe buitenboordmotor als
volgt inlopen.
De eerste 15 minuten:
laat de buitenboordmotor op
trawlsnelheid draaien. Geef een
minimale hoeveelheid gas om een
veilige trawlsnelheid in te stellen.
De daaropvolgende 45 minuten:
laat de buitenboordmotor draaien
met een maximum toerental van
2.000 tot 3.000 omw/min
een gasklepopening van 10 tot
30%.
De daaropvolgende 60 minuten:
laat de buitenboordmotor draaien
met een maximum toerental van
4.000 tot 5.000 omw/min
een gasklepopening van 50 tot
80%. Kortstondige perioden met
volgas zijn toegestaan maar laat de
buitenboordmotor niet continu met
volgas draaien.
De daaropvolgende 8 uur:
vermijd langdurig volgas varen
(gasklep 100% geopend).
Vaar niet langer dan 5 minuten
achter elkaar volgas.
Laat bij speedboten de boot planeren
en stel vervolgens de motor in op de
bovengenoemde waarden.
-1
of met
-1
of met
8. BEDIENING
89