BEDIENING
Als het waarschuwingssysteem
oliedruk in werking treedt:
1. Zet de motor onmiddellijk uit en
controleer het oliepeil (zie
bladzijde 59).
2. Start de motor opnieuw als het
oliepeil in orde is. Als het
waarschuwingssysteem oliedruk na
30 seconden wordt uitgeschakeld,
is het systeem in orde.
Als de gashendel na het volgas varen
plotseling wordt dichtgezet, kan het
motortoerental zakken tot beneden
het normale stationair toerental.
Hierdoor kan het
waarschuwingssysteem oliedruk
tijdelijk worden geactiveerd.
3. Als het waarschuwingssysteem
oliedruk langer dan 30 seconden
actief blijft, meer dan zo snel
mogelijk aan en neem contact op
met een dealer van
buitenboordmotoren.
112
CONTROLEOPENING KOELWATER
Als het waarschuwingssysteem bij
overbelasting in werking treedt:
1. Zet de schakel- of
bedieningshendel onmiddellijk in
de vrijstand. Controleer of er water
uit de controleopening koelwater
stroomt.
2. Als er water uit de controleopening
koelwater stroomt, laat dan de
motor gedurende 30 seconden
stationair draaien. Als het
waarschuwingssysteem
oververhitting na 30 seconden
wordt uitgeschakeld, is het systeem
in orde.
Als de motor uitgezet wordt na het
draaien met volgas, kan de
motortemperatuur oplopen tot boven
normaal. Als de motor opnieuw
gestart wordt, vlak nadat hij uitgezet
is, kan het waarschuwingssysteem
voor oververhitting kortstondig
geactiveerd worden.