Download Print deze pagina

HP Officejet 7610 Gebruikershandleiding pagina 150

Verberg thumbnails Zie ook voor Officejet 7610:

Advertenties

1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een langere
tweedradig telefoonsnoer gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijk snoer kopen in
een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt.
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op de
wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en controleer of u een kiestoon
hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij voor service.
Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer. U kunt
de printer bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat
gebruik maakt van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om
te e-mailen of te surfen op internet.
Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer of op het display of
op de computer een foutmelding wordt weergegeven met informatie over het probleem en de
manier waarop u het kunt oplossen. In geval van een fout kan de printer pas faxberichten
verzenden of ontvangen wanneer de foutsituatie is opgelost.
Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis)
kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een
telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake
is van storingen of andere ruis. Schakel als u ruis hoort de Foutcorrectiemodus (ECM) uit en
probeer nogmaals te faxen. Zie Fax verzenden in foutcorrectiemodus op pagina 63 voor
informatie over het wijzigen van de foutcorrectiemodus (ECM). Als het probleem zich blijft
voordoen, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij.
Als u een digitale telefoonaansluiting (DSL-service) gebruikt, moet u een DSL-filter gebruiken
om goed te kunnen faxen. Zie Situatie B: De printer configureren voor DSL op pagina 218 voor
meer informatie.
Zorg ervoor dat de printer niet is verbonden met een telefoonaansluiting die is ingesteld voor
digitale telefoons. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge
telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de
telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons.
Als u een PBX of een ISDN-adapter (Integrated Services Digital Network) gebruikt, moet de
printer zijn aangesloten op de juiste poort en moet de adapter zijn ingesteld op het juiste type
switch voor uw land/regio (als dat mogelijk is). Zie Situatie C: De printer configureren met een
PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn op pagina 219 voor meer informatie.
NLWW
Faxproblemen oplossen 133

Advertenties

loading