5
6
10
9
11
Afb. 6 Interne onderdelen van model GPY
Pos.
Aanduiding
1
1M, 2M
2
CB
3
IS
4
CT1 - CT3
5
GPX-bord
6
Drukbord (EPSR)
7
XTR1
8
SA
9
CR4, CR5
10
-
11
1S
Het relaisbord heeft zes standaard alarmrelais en 13 optionele
alarmrelais voor aanduiding van werking en alarmstatus in een
gebouwenbeheersysteem of gelijkaardig systeem.
4.4.3 Bedieningselementen
De bedieningselementen zijn terug te vinden op de kastdeur en
het bedieningspaneel. Zie afb. 3.
Bedieningselementen op de kastdeur
Stroomonderbreker A1 (afb. 3, pos. 1)
De scheidingsschakelaar onderbreekt de netvoeding.
[START] A2 (afb. 3, pos. 2)
Deze knop gebruiken om de pomp te starten, ongeacht de
systeemdruk.
[STOP] A3 (afb. 3, pos. 3)
De knop wordt gebruikt voor manuele stop.
Noodstarthendel A4 (afb. 3, pos. 4)
Om de pomp te starten bij een defect, zie paragraaf
12.2.2 Handmatig bedrijf met noodstarthendel.
Bedieningselementen op het bedieningspaneel
[Alarm Reset] B1 (afb. 4)
Deze knop wordt gebruikt om storingsmeldingen te resetten. Als
de knop gedurende meer dan 5 seconden wordt ingedrukt, toont
display D1 (afb. 4) de input/output status. Als deze gedurende
meer dan 10 seconden wordt ingedrukt, wordt een 10 seconden
faseomkering simulatie uitgevoerd.
7
8
2
3
4
1
Omschrijving
Primaire contactsluiter
Stroomonderbreker
Scheidingsschakelaar
Meettoestellen
-
-
Transformator
Controlerelais
Relaisbord
[Cut-out] B2 (afb. 4)
Deze knop gebruiken om de druklimiet te regelen voor het uit-
schakelen van de pomp. Deze activeren met een DIP-schakelaar.
Zie paragraaf 5.1 Instellingen via de DIP-schakelaars.
Eveneens gebruiken bij het instellen van de controller.
Zie 5.2 Instellingen via de display.
[Cut-in] B3 (afb. 4)
Deze knop gebruiken om de druklimiet te regelen voor het opstar-
ten van de pomp. Deze activeren met een DIP-schakelaar.
Zie paragraaf 5.1 Instellingen via de DIP-schakelaars.
Eveneens gebruiken bij het instellen van de controller.
Zie 5.2 Instellingen via de display.
[Print] B4 (afb. 4)
Als de controller is uitgerust met een optionele printer, deze knop
gebruiken om een overzicht van de gebeurtenissen van de voor-
bije 15 dagen en de drukgegevens van de voorbije zeven dagen
af te drukken.
4.4.4 Display D1 (vermogensstatus)
In normale modus, toont de display de status van de brandpomp-
groep en de alarmberichten.
1
2
208 209 210
5
19
21
8
12.3h
I1
I2
I3
I4
Afb. 7 Display 1 in normale modus
De display is verdeeld in vier regels. De eerste drie regels tonen
de volgende gegevens:
Pos.
Status
1
Inkomende spanning op fase 1
2
Inkomende spanning op fase 2
3
Inkomende spanning op fase 3
4
Frequentie van de netvoeding
5
Stroom op fase 1
6
Stroom op fase 2
7
Stroom op fase 3
8
Bedrijfsuren
9
Aantal pompstarts
Bij een alarm toont de derde regel alarmberichten in plaats van
de bedrijfsuren en het aantal pompstarts.
De vierde regel toont zeven signaallampjes. De onderstaande
tabel toont wanneer de signaallampjes zullen flikkeren en hoe
deze te resetten.
6
3
7
4
209
19
9
c= 146
I5
I6
I7
I8
7