Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Technische Gegevens; Volledige Brandpompgroep; Pomp; Motor - Grundfos DNF Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor DNF Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

7. Technische gegevens

7.1 Volledige brandpompgroep

Afmetingen en gewicht, zie paragraaf 19.1.
Geluidsdrukniveau
Het geluidsniveau hangt af van de motor. Dit werd gemeten op
een meter van de brandpompgroep. Het geluidsniveau voor de
motortypes staat vermeld in de onderstaande tabel. Het motor-
type staat vermeld op het typeplaatje van de motor. Zie afb. 14,
pos. 4.
Motorvermogen
[kW]
18,5
22
30
37
45
55
75
90
110
132
160
200
250
315
Waarschuwing
Als de motor draait, is het geluidsniveau
< 70 dB(A). Steeds gehoorbescherming dragen
bij het werken op of in de buurt van de motor.

7.2 Pomp

Zie paragraaf 19.1 Afmetingen en gewichten.

7.3 Motor

Type:
Beschermingsklasse:
Isolatieklasse:
Prestaties:
Toerental:
Gewicht:

7.4 Controller

Type:
Bedieningskast:
Beschermingsklasse:
Afmetingen B x H x D:
Gewicht:
Voedingsspanning:
Spanningstolerantie:
Maximaal stroomverbruik:
EMC-geluidsniveau:
EMC-ruisimmuniteit:
Contaminatiegraad:
Controlespanning:
Alle optionele relais hebben DPDT contacten geschikt voor 8 A,
250 VAC.
16
Geluidsniveau [dB(A)]
2-polig
4-polig
78
68
82
68
84
71
84
73
84
73
85
75
86
78
86
78
89
85
89
85
92
89
92
89
95
93
95
93
Grundfos MMG-E, Siemens.
IP55.
F.
Zie paragraaf 19.1.
Zie paragraaf 19.1.
Zie paragraaf 19.1.
Tornatech GPA of GPY.
Plaatstaal, rood.
IP42.
24'' x 36'' x 8''.
125 tot 270 kg.
3 x 380 V, 50 of 60 Hz.
± 10 %.
Afhankelijk van de omvang
van de motor.
Overeenkomstig
EN 61000-6-3.
Overeenkomstig
EN 61000-6-2.
2.
380 V / 24 V.

8. Bedrijfscondities

Waarschuwing
De pomp niet gebruiken bij andere druk, debiet of
vloeistoftemperatuur dan deze waarvoor de
pomp origineel aangekocht werd. Geen andere
vloeistof verpompen dan deze waarvoor de pomp
oorspronkelijk aangekocht was, zonder vooraf-
gaand akkoord van Grundfos of zijn erkende ver-
tegenwoordigers. Het niet naleven van deze
waarschuwing kan leiden tot een defecte pomp,
ernstige letsels of zelfs de dood.

8.1 Minimale inlaatdruk

De aanzuigdruk dient altijd positief te zijn. Grundfos beveelt een
minimaale aanzuigdruk van 5 psi aan.
Een foutieve inlaatdruk kan leiden tot cavitatie-
Voorzichtig
schade aan de waaier en het pomplichaam.

8.2 Maximale inlaatdruk

De som van de actuele inlaatdruk plus de pompdruk tegen een
gesloten klep moet altijd lager zijn dan de maximale toegelaten
bedrijfsdruk. Zie paragraaf 8.7 Maximale bedrijfsdruk. De maxi-
male inlaatdruk bedraagt 100 psi (ong. 7 bar).

8.3 Minimaal debiet

De pomp mag normaal niet werken tegen een
gesloten klep. Dit kan leiden tot een temperatuur-
Voorzichtig
stijging of de vorming van stoom in de pomp.
Dit kan de pomp beschadigen.
Kortstondige werking met gesloten persklep is enkel toegelaten
bij het starten of stoppen. Een lange werking bij minder dan 15 tot
20% van de nominale capaciteit van de pomp zal een opwarming
veroorzaken van de vloeistof, erosie van de waaier, korte levens-
duur van lagers en pakking door de spanning of trillingen.
Bepaalde pompen kunnen beschadigd raken aan de as, alsook
slijtage vertonen op stationaire onderdelen.
Het wordt dan ook aanbevolen om een omloopleiding te plaatsen
om een minimaal debiet te verzekeren van minimaal 10 % van de
maximale efficiëntie. Het minimale debiet zal helpen bij het ver-
spreiden van iedere excessieve warmte en zal de pomp bescher-
men tegen mogelijke oververhitting.
De werking van de pomp met enkel stroming via
Voorzichtig
de omloopleiding is niet toegelaten.
De installatiewijze van de omloopleiding staat vermeld in para-
graaf 9.6 Omloopleiding.

8.4 Verpompte vloeistoffen

De pompen zijn ontworpen voor zuiver en niet-agressief water,
zonder vaste partikels of vezels.

8.5 Vloeistoftemperatuur

De maximale temperatuur van de vloeistof bedraagt 40 °C. De
pompen kunnen temperaturen aan van 0 °C tot +120 °C.

8.6 Toerental van de pomp

Het maximale toerental van de pomp staat vermeld op het test-
rapport en op het typeplaatje van de brandpompgroep.
Zie afb. 11.

8.7 Maximale bedrijfsdruk

10, 16 of 25 bar.
De maximale bedrijfsdruk staat vermeld op het typeplaatje van de
pomp.

8.8 Omgevingstemperatuur

Minimale omgevingstemperatuur: +4 °C.
Maximale omgevingstemperatuur: +40 °C.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave