9.3 Trillingdemping
Om te vermijden dat trillingen worden overgedragen op het
gebouw of de leidingen, expansiestukken en trillingdempers
installeren. Zie afb. 18.
Afb. 18 Trillingdemping
Trillingdempers
Om te vermijden dat trillingen overgedragen worden op het
gebouw, wordt aanbevolen om de pompfundering te isoleren van
het gebouw door middel van trillingdempers.
Om de juiste trillingdemper te kiezen, heeft men de volgende
gegevens nodig:
•
De krachten die de demper ondergaat
•
Toerental motor
•
De gewenste demping, in % (aanbevolen waarde: 70 %)
De keuze van de trillingdemper hangt af van installatie tot instal-
latie. Een verkeerde demper kan in sommige gevallen de trillin-
gen vergroten. Trillingdempers dienen derhalve op de juiste maat
te worden gebracht door de leverancier.
Als de pomp geïnstaleerd wordt op een fundering met trillingdem-
pers, expansiestukken plaatsen aan iedere pompzijde. Dit ver-
mijdt dat de pomp "hangt" aan de flenzen.
Expansiestukken
•
De expansiestukken vervullen de volgende functies:
•
Absorptie van thermische uitzetting en inkrimping van het lei-
dingwerk, veroorzaakt door wisselende vloeistoftemperatuur.
•
Verminderen van de mechanische invloeden door drukstijgin-
gen in het leidingwerk.
•
Isolatie van de door de constructie veroorzaakte geluiden in
het leidingwerk (enkel rubberen balg compensatoren).
Geen expansiestukken plaatsen om inaccuraat-
heid in leidingen op te vangen, bv. een centerver-
Voorzichtig
plaatsing of slechte uitlijning van de flenzen.
Expansiestukken plaatsen aan de aanzuig- en perszijde. De
afstand van de pomp dient minimaal 1 tot 1 1/2 x DN diameter te
zijn. Dit verhindert turbulentie in de dichtingen en zorgt voor opti-
male aanzuigcondities en minimale drukval op de perszijde.
Bij hoge watersnelheden (< 5 m/s), wordt aanbevolen om grotere
expansiestukken te plaatsen, aangepast aan de leidingen.
18
9.4 Nivellering
Waarschuwing
De brandpompgroep enkel laten tillen door
gekwalificeerd personeel.
Bij het tillen van de volledige brandpompgroep,
nooit de tilogen van de individuele onderdelen
gebruiken.
Enkel geschikte tiluitrustingen gebruiken die zich
in goede staat bevinden. Zie eveneens de
gewichtspecificaties in paragraaf 7. Technische
gegevens.
Bij het transport van de brandpompgroep, de
kastdeur sluiten en vergrendelen.
Plaats de brandpompgroep op de fundering of een vloer die
waterpas ligt. Deze verankeren met bouten met correcte afmetin-
gen. Het volledige draagframe moet uniform ondersteund wor-
den. Zie afbeeldingen 19 en 20. Indien nodig, vulstukken plaat-
sen voor een horizontale nivellering van het draagframe.
Afb. 19 Juiste installatie
Afb. 20 Onjuiste installatie
Verder bevelen we aan om trillingdempers te plaatsen onder de
brandpompgroep. Zie paragraaf 9.3 Trillingdemping.