4
Veervoorspanning -
basisinstelling
58
De draaiknop tot de aan-
slag in de richting van pijl
LOW en vervolgens 15
klikken in de richting van
pijl HIGH draaien (volle
tank, met berijder 85 kg)
Schokdemper
Demping en
z
veervoorspanning
De demping moet aan de
veervoorspanning worden
aangepast. Een verhoging
van de veervoorspanning ver-
eist een stuggere demping,
een verlaging van de veer-
voorspanning een zachtere
demping.
Schokdemper van het
achterwiel instellen
Niet optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoor-
spanning aanpassen.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Schokdemper achter instel-
len door de stelschroef 1
met een schroevendraaier
te verdraaien.
Voor een stuggere dem-
ping, stelschroef 1 in de
richting van pijl H draaien
Voor een soepele demping,
stelschroef 1 in de richting
van pijl S draaien.
Het instelbereik omvat
drieëneenhalve omwen-
telingen van de stelschroef.