Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen
Opnieuw opnemen van een
opgenomen spoor (Overdubbing,
Punch-in opname)
De opnamefuncties die in de onderstaande tabel worden
beschreven kunnen op een opgenomen spoor worden
uitgevoerd.
Overdubbing Er worden extra uitvoeringsgegevens aan
een opgenomen spoor toegevoegd, zonder
dat de voorheen opgenomen gegevens
worden gewist.
Punch-in
Wordt gebruikt om specifieke gedeelten van
opname
een melodie opnieuw op te nemen om
fouten enz. te corrigeren.
Gebruik de vooruitspoel- en terugspoelfuncties om naar de
plaats te gaan waar u wilt beginnen met de overdubbing of
punch-in opname en begin dan met opnemen. Als u het
startpunt- en eindpunt weet van het gedeelte dat u opnieuw
wilt opnemen, kunt u de melodie ook weergeven en op de
gewenste plaats beginnen met spelen.
Een overdubbing of punch-in opname maken
1.
Druk op 7 SONG BANK.
2.
Gebruik de bm cijfertoetsen, bn [–] en [+] of de
bl regelaar om het nummer te selecteren van
de melodie die het spoor bevat waar u de
overdubbing of punch-in opname wilt
uitvoeren.
3.
Druk op 8 RECORD/STOP.
Het opname-instelscherm verschijnt en de [RECORD]
indicator begint te knipperen.
4.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm
cijfertoetsen om "Rec Type" weer te geven.
5.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om een
van de onderstaande instellingen weer te
geven.
Om deze bewerking uit te voeren:
Overdubbing
Punch-in opname
"MEASURE" en "BEAT" beginnen in de rechter
bovenhoek van het display te knipperen.
• Als u de mixerinstellingen tijdens het opnemen wilt
veranderen, voer dan de procedure uit onder
"Mixerinstellingen maken" (pagina NL-64). Bij het opnemen
op het systeemspoor maakt u de mixerinstellingen voor elk
gedeelte van de SONG SYSTEM gedeeltengroep. Bij het
opnemen op een solospoor maakt u de mixerinstellingen
voor het bijbehorende gedeelte van de SONG SOLO
gedeeltengroep. (Bijvoorbeeld, wanneer u opneemt op
solospoor 3, maakt u de mixerinstellingen voor gedeelte 3
van de SONG SOLO gedeeltengroep.)
NL-96
Selecteert u dit:
Over Dub
Punch In
6.
Druk op ck PLAY/STOP.
De weergave van de melodie begint.
• Indien gewenst kunt u vanaf hier naar stap 9 van de
procedure gaan en meteen beginnen met opnemen.
• Druk nogmaals op ck PLAY/STOP om de procedure
voor de overdubbing/punch-in opname te stoppen.
Hierdoor verdwijnt de [RECORD] indicator van het
display.
7.
Gebruik bsdFF en brsREW om naar de
plaats te gaan vanaf waar u wilt beginnen met
opnemen.
• Gebruik btk PAUSE om de weergave van de
melodie te pauzeren of weer te starten.
• Na stap 8 zal de opname starten wanneer er in stap 9
iets op het toetsenbord wordt gespeeld. Nadat u het
punt heeft bepaald waar u wilt beginnen met
opnemen, gaat u naar een plaats die er even vóór is,
waarna u doorgaat naar stap 9.
8.
Druk op cm ACCOMP.
"MEASURE" en "BEAT" beginnen met hoge snelheid in
de rechter bovenhoek van het display te knipperen. Als
de weergave gepauzeerd is, zal deze nu weer starten.
• Als u een opname op het systeemspoor maakt,
worden de ritmebedieningstoetsen nu weer
geactiveerd.
9.
Gebruik een van de onderstaande
bedieningsfuncties om te beginnen met
opnemen.
• Speel iets op het toetsenbord.
• Bij het maken van een punch-in opname kunt u ook
beginnen met opnemen door op cp STORE te
drukken. In dit geval wordt er een rustpauze aan het
begin van de melodie ingevoegd totdat er iets op het
toetsenbord wordt gespeeld.
De "MEASURE" en "BEAT" indicators stoppen met
knipperen. De [RECORD] indicator verschijnt ook.
10.
Druk op 8 RECORD/STOP wanneer u klaar
bent met opnemen.
De [RECORD] indicator verdwijnt.