6.
Houd de [4] (EXIT) bm cijfertoets lang ingedrukt
om de mixermodus te verlaten.
• De status van de mixergedeelte-indicators (brandt, knippert
of uit) hangt af van de gedeelte aan/uit-status in de
gedeeltenmodus. Zie "Dempen van specifieke gedeelten
(Gedeeltenmodus)" (pagina NL-62) voor details.
Selecteren van gedeelten met de bm
cijfertoetsen
1.
Voer de stappen 1 en 2 uit onder
"Mixerinstellingen maken" (pagina NL-64) om
de gedeeltengroep te selecteren waarvan u de
mixerinstellingen wilt maken.
2.
Druk op 9 PART.
Het indicatorlampje links van de toets gaat branden
(gedeeltenmodus in de mixermodus).
3.
Om een gedeelte te selecteren, drukt u op de
bm cijfertoets die overeenkomt met het
nummer van het gedeelte.
• Bijvoorbeeld, voor gedeelte
cijfertoets.
• De SONG SOLO en MIDI IN gedeeltengroepen
hebben 16 gedeelten, maar er worden telkens maar
acht gedeelten (1 t/m 8 of 9 t/m 16) getoond. Wanneer
de gedeelten 9 t/m 16 worden getoond, moet u eerst 8
van het gedeeltenummer aftrekken. Druk vervolgens
op de bm cijfertoets die overeenkomt met de uitkomst.
Bijvoorbeeld, voor gedeelte
cijfertoets.
4.
Druk op 9 PART om de gedeeltenmodus te
verlaten.
Het indicatorlampje links van de toets gaat uit.
drukt u op de [2] bm
drukt u op de [8] bm
Gedeeltenlijst voor elke
gedeeltengroep van de mixer
De tabellen tonen de gedeeltengroepen in de mixermodus en
de gedeelten in elke groep.
● KEYBOARD gedeeltengroep
Dit is het met de hand gespeelde uitvoeringsgedeelte en het
bevat tevens automatisch harmoniseren en de frasepads.
Gedeeltenummer
1
UPPER 1
2
UPPER 2
3
LOWER 1
4
LOWER 2
5
Automatisch harmoniseren
6
Frasepad 1
7
Frasepad 2
8
Frasepad 3
9
Frasepad 4
● RHYTHM gedeeltengroep
Gedeelten van de automatische begeleiding.
Gedeeltenummer
1
Percussie
2
Drums
3
Bas
4
Akkoord 1
5
Akkoord 2
6
Akkoord 3
7
Akkoord 4
8
Akkoord 5
Gebruik van de mixer
Bijbehorend gedeelte
Bijbehorend gedeelte
NL-65