Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Casio CT-X5000 Gebruiksaanwijzing pagina 32

Inhoudsopgave

Advertenties

7.
Voer een van de onderstaande bewerkingen uit
afhankelijk van het type pedaal.
Y Voetschakelaarpedaal
Selecteer het pedaaleffect.
(1) Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm cijfertoetsen om
"Pd2Efect" weer te geven.
(2) Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de
instelling te veranderen.
• Zie de "Pedaalfunctielijst" (pagina NL-31) voor
informatie over de pedaaleffecten die met elke
instelling overeenkomen.
Y Expressiepedaal
Wanneer "2 ExpType1" of "3 ExpType2" in stap 6 van
deze procedure wordt geselecteerd, wordt automatisch
"5 Exp." (Expressie) geselecteerd voor "Pd2Efect". Als u
een expressiepedaal aansluit op de fp PEDAL2/
EXPRESSION aansluiting, gebruik dan de
onderstaande procedure om het pedaal te kalibreren
voordat u dit gebruikt.
(1) Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm cijfertoetsen om
"ExPCalib" weer te geven en druk dan op
[6] (ENTER). "Sure?" verschijnt.
(2) Druk op bn [+] (YES) om de kalibratie te starten of
op bn [–] (NO) om de functie te annuleren.
(3) Wanneer "Highest" wordt weergegeven, trapt u op
het pedaal en drukt dan op [6] (ENTER).
(4) Wanneer "Lowest" wordt weergegeven, laat u het
pedaal los en drukt dan op [6] (ENTER).
• Het bericht "Complete" verschijnt wanneer de
bewerking is voltooid.
• Om het expressiepedaal dat op de fp PEDAL2/
EXPRESSION aansluiting is aangesloten
dezelfde bediening (aanhouden enz.) te laten
uitvoeren als een voetschakelaarpedaal, voert u
de procedure uit onder "■ Voetschakelaarpedaal"
hierboven om een pedaaleffect te selecteren.
8.
Schakel de pedaaleffecten voor elk
toetsenbordgedeelte naar vereist in of uit.
• Voer stap 6 uit onder "Aansluiten van een pedaal op
de fo PEDAL1 aansluiting" (pagina NL-30). Houd er
rekening mee dat u "Pd2Enabl" op het display moet
weergeven in stap (1).
9.
Wanneer de instelling naar wens is, houdt u de
[4] (EXIT) bm cijfertoets lang ingedrukt om het
instelscherm te verlaten.
■ Pedaalfunctielijst
Instellings-
Functie
nummer
(Display)
1
Aanhouden
(Sustain)
2
Sostenuto
(Sostenut)
3
Zacht (Soft)
4
Ritme/melodie
(Rhy/Song)
5
Expressie
(Exp.)
Besturen van klanken
Beschrijving
Noten die worden gespeeld
terwijl het pedaal is ingetrapt
worden aangehouden, ook als
de klaviertoetsen daarna
worden losgelaten.
Orgeltonen en andere tonen
die worden aangehouden
zolang de klaviertoetsen
worden aangeslagen, blijven
klinken zolang het pedaal
wordt ingetrapt.
Alleen de noten van de
toetsen die aangeslagen zijn
op het moment van het
intrappen van het pedaal
worden aangehouden, totdat
het pedaal wordt losgelaten.
Dit geldt ook wanneer de
klaviertoetsen worden
losgelaten.
Maakt de noten ietwat zachter
en milder terwijl het pedaal
wordt ingetrapt.
Start of stopt de automatische
begeleiding of de weergave
van de melodie.
Deze functie kan alleen
worden geselecteerd wanneer
"2 ExpType1" of "3 ExpType2"
is geselecteerd in stap 6 van
de procedure onder
"Aansluiten van een pedaal op
de fp PEDAL2/
EXPRESSION aansluiting"
(pagina NL-30).
Met deze functie wordt het
effect toegepast
overeenkomstig hoe ver het
expressiepedaal aangesloten
op de fp PEDAL2/
EXPRESSION aansluiting
wordt ingetrapt.
NL-31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ct-x3000

Inhoudsopgave