Pagina 1
Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag. Veiligheidsmaatregelen Zorg ervoor eerst aandachtig de “Veiligheidsmaatregelen” te lezen voordat u het Digitale Keyboard probeert te gebruiken. Betreffende de muziekpartituurgegevens Gebruik een computer om muziekpartituurgegevens vanaf de CASIO-website te downloaden. Bezoek de onderstaande website voor verdere informatie. http://world.casio.com/ CTX3000-D-1B...
CASIO verboden onder de wetgeving inzake auteursrechten. • IN GEEN GEVAL ZAL CASIO AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR SCHADE IN ENIGE VORM (INCLUSIEF EN ZONDER BEPERKINGEN DE SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN, ONDERBREKINGEN VAN ZAKELIJKE...
Digitale Keyboard......NL-13 Creëren van een melodie met een automatische CT-X5000: Weergeven van het geluid van begeleiding (Begeleidingspatroon) ... NL-47 een microfoon .
• U kunt informatie betreffende de accessoires die ●Losse blaadjes los verkrijgbaar zijn krijgen van de CASIO • Veiligheidsmaatregelen catalogus die beschikbaar is bij uw winkelier en • Appendix van de CASIO website bij de volgende URL. • Overige (garantie, enz.) Meegeleverde items onder voorbehoud. http://world.casio.com/ NL-3...
Algemene gids • Alle afbeeldingen in deze handleiding tonen de CT-X5000. bp bq br bs bt ck dm dn do dp dq dr CT-X5000 CT-X3000 • Bij sommige toetsnamen die hier worden getoond staat het $ symbool. Dit geeft aan dat u de toets lang ingedrukt moet houden om de bijbehorende bediening uit te voeren.
Pagina 6
Cijfertoetsen ds Transponeertoetsen (TRANSPOSE) bn [–], [+] toetsen dt Modulatie/toewijsbare toets (MODULATION/ASSIGNABLE) bo Intro, Gedeelte-selectietoets (alleen CT-X5000) (INTRO, PART SELECT) ek Toonhoogteregelaar (PITCH BEND) bp Variatie/invulpatroon 1, Herhaaltoets (VARIATION/FILL-IN 1, REPEAT) el Akkoord (CHORD) grondtoonnamen bq Variatie/invulpatroon 2, A-B toets...
Pagina 7
Microfoonvolumeregelaar (MIC VOLUME) (alleen CT-X5000) fn Audio-ingangsaansluiting (AUDIO IN) fo Pedaal 1 aansluiting (PEDAL1) fp Pedaal 2/expressie-aansluiting (PEDAL2/EXPRESSION) fq CT-X5000: 24 V gelijkstroomaansluiting (DC 24V) CT-X3000: 12 V gelijkstroomaansluiting (DC 12V) * In deze handleiding wordt deze aansluiting de fk PHONES aansluiting genoemd. NL-6...
• Steek nooit metaal, potloden of andere voorwerpen in Netsnoer de 24 V gelijkstroomaansluiting (DC 24V) (CT-X5000) of de 12 V gelijkstroomaansluiting (DC 12V) (CT-X3000) van dit product. Dit kan namelijk een ongeluk veroorzaken.
Klaarmaken van de voeding CT-X3000: Gebruik op batterijen In- en uitschakelen van de stroom U kunt zes D-formaat batterijen gebruiken voor de voeding. Maak de voeding van het Digitale Keyboard klaar. • Zie “Gebruik van de netadapter” (pagina NL-8) of •...
(pagina NL-112) status C o n t r a s t ● Mixerinstelling (pagina NL-64) status ● CT-X5000: Categorieselectie, toon- en ritmecategorie- Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de selectiestatus, laatst geselecteerde toon/ritme in elke instelling te veranderen.
• Het Digitale Keyboard past het geluid automatisch aan zodat dit geschikt is voor een hoofdtelefoon (of in geval van de CT-X5000, de LINE OUT aansluitingen) wanneer de • Er wordt geen hoofdtelefoon met het Digitale Keyboard luidsprekerweergave is uitgeschakeld, en voor luidsprekers meegeleverd.
Aansluiten op audio-apparatuur CT-X5000: Een extern apparaat op de LINE Weergave van de OUT aansluitingen van het Digitale Keyboard toetsenbordnoten via audio- aansluiten apparatuur Voor de aansluiting zijn los verkrijgbare snoeren nodig, die u zelf dient aan te schaffen. U kunt audio-apparatuur of een versterker aansluiten op het...
Aansluiten op audio-apparatuur Weergeven van externe CT-X5000: Weergeven van het apparatuur via het Digitale geluid van een microfoon Keyboard U kunt een los verkrijgbare microfoon* aansluiten op de MIC IN aansluiting en het geluid van de microfoon weergeven via Voor de aansluiting zijn los verkrijgbare snoeren nodig, die u de luidsprekers van het Digitale Keyboard.
■ Gebruik van de bn [–] en [+] toetsen Gemeenschappelijke • Bij indrukken van [–] wordt het getoonde nummer of de bediening voor alle functies waarde met één verlaagd en bij indrukken van [+] met één verhoogd. Houd een van de toetsen ingedrukt om de nummers of waarden achter elkaar te doorlopen totdat u de toets loslaat.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies Om alleen tonen binnen de huidige categorie te 4 CATEGORY toets selecteren, wacht u totdat begint te knipperen of drukt u op bk FUNCTION zodat De vele tonen van het Digitale Keyboard zijn verdeeld in 20 categorieën zodat u een gewenste toon snel en gemakkelijk gaat knipperen.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies Tekens veranderen FUNCTION indicator Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm De [FUNCTION] indicator brandt of knippert wanneer u een instelling voor een functie van het Digitale Keyboard uitvoert cijfertoetsen om de cursor naar het teken te (pagina NL-112) of een andere bediening voor een speciale verplaatsen dat u wilt veranderen.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de Luisteren naar instelling voor het aanslagvolume te demonstratiemelodieën veranderen. De instellingen voor het aanslagvolume worden doorlopen: Off, Light, Normal en Heavy. Aangezien dit Druk 5 TONE en 6 RHYTHM tegelijk in. instellingen voor het aanslagvolume zijn, knippert de (melodiebankindicator) begint op het display te [FUNCTION] indicator terwijl de instellingen worden...
CT-X5000: Gebruik van de TONE Spelen op het keyboard categorietoetsen om een categorie te selecteren Selecteren van een toon Uw Digitale Keyboard is voorzien van een grote verzameling • U kunt de eo TONE categorietoetsen gebruiken om snel en tonen. Selecteer een toon en speel iets op het toetsenbord gemakkelijk in de categorieën te navigeren.
Spelen op het keyboard Splitsen van het toetsenbord tussen twee Meerdere tonen weergeven tonen (Splitsen) (Lagen en Splitsen) Nadat u heeft vastgesteld dat de U kunt het toetsenbord in een linker- en rechterhelft splitsen toetsenbordgedeelte-indicator in de linker en verschillende tonen aan beide helften toewijzen en ook kunt u twee tonen gelaagd weergeven zodat deze bovenhoek van het display eruit ziet als tegelijkertijd klinken.
Spelen op het keyboard Verplaatsen van het toetsenbordsplitspunt Aanbrengen van een laag met twee tonen Houd dp SPLIT ingedrukt totdat “Split Pt” Nadat u heeft vastgesteld dat de wordt weergegeven. toetsenbordgedeelte-indicator in de linker bovenhoek van het display eruit ziet als Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de selecteert u een toon.
Spelen op het keyboard Gelijktijdig gebruik van splitsing en lagen Veranderen van de tonen toegewezen aan het gesplitste/gelaagde-gedeelte Voer de stappen 1 - 3 uit onder “Splitsen van Druk op 5 TONE. het toetsenbord tussen twee tonen (Splitsen)” (pagina NL-19). De aanduiding (toonindicator) verschijnt.
Spelen op het keyboard Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm Selecteren van een effect voor cijfertoetsen om “Reverb” weer te geven. een toon (Nagalm, Zweving, Huidige instelling Vertraging) Uw Digitale Keyboard is uitgerust met nagalm-, zwevings- en R e v e r b vertragingseffecten die u kunt gebruiken om het geluid van de tonen te verbeteren.
Spelen op het keyboard Lijst met zwevingseffecten Lijst met vertragingseffecten ■ CT-X5000 ■ CT-X5000 Instellings- Instellings- Instellingstype Display Instellingstype Display nummer nummer Toon * Tone Toon * Tone Zweving 1 Chorus 1 Kort 1 Short 1 Zweving 2 Chorus 2...
Met behulp van de equalizer kunt u selecteren uit diverse nummer voorkeuze-instellingen die bepaalde frequentiebereiken Toon * Tone versterken of onderdrukken. De CT-X5000 is tevens uitgerust met een vier-bands Kort 1 Short 1 equalizer waarmee de gebruiker zelf instellingen kan maken Kort 2 Short 2 (Gebruikerequalizer).
Spelen op het keyboard ■ Lijst met instellingen voor de gebruikerequalizer CT-X5000: Instellingen voor de gebruikerequalizer maken Instelitem Display Instellingen Laag bereik EQ Low Druk op bk FUNCTION. Afkapfrequentie Low Freq 1 t/m 13 * Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm...
Spelen op het keyboard Instellen van de balans tussen het Gebruik van de metronoom metronoom- en het toetsenbordvolume De metronoom laat een regelmatige toon klinken om het Voer de procedure uit onder “Maken van functie-instellingen tijdsverloop te markeren. Gebruik de metronoom wanneer u met de bk FUNCTION toets”...
Spelen op het keyboard Druk op do AUTO HARMONIZE/ Selecteren van een arpeggiatortype ARPEGGIATOR om de arpeggiator uit te schakelen. Voer de procedure uit onder “Inschakelen van De [ARPEGGIATOR] indicator verdwijnt. de arpeggiator” en controleer of de [ARPEGGIATOR] indicator brandt. Houd do AUTO HARMONIZE/ARPEGGIATOR •...
De fp PEDAL2/EXPRESSION aansluiting • Er is een markering naast [TOUCH] wanneer er een kan worden gebruikt voor het aansluiten van een CASIO andere instelling dan Uit is geselecteerd. aanhoudpedaal of een los verkrijgbaar expressiepedaal. Wanneer de instelling naar wens is, houdt u de [4] (EXIT) bm cijfertoets lang ingedrukt om het •...
Besturen van klanken Aansluiten van een pedaal op de fo PEDAL1 Aansluiten van een pedaal op de fp PEDAL2/EXPRESSION aansluiting aansluiting Sluit het pedaal op de fo PEDAL1 aansluiting Sluit het pedaal op de fp PEDAL2/ EXPRESSION aansluiting aan. aan. Druk op bk FUNCTION.
Pagina 32
Besturen van klanken ■ Pedaalfunctielijst Voer een van de onderstaande bewerkingen uit afhankelijk van het type pedaal. Instellings- Functie Beschrijving nummer (Display) Y Voetschakelaarpedaal Selecteer het pedaaleffect. Aanhouden Noten die worden gespeeld (1) Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm cijfertoetsen om (Sustain) terwijl het pedaal is ingetrapt “Pd2Efect”...
Besturen van klanken ■ Geschikte expressiepedalen Aanhouden U kunt een los verkrijgbaar expressiepedaal dat aan de onderstaande specificaties voldoet aansluiten op de De aanhoudfunctie verlengt de nagalm van een noot fp PEDAL2/EXPRESSION aansluiting. Gebruik bij waardoor een rijke resonantie ontstaat. voorkeur een pedaal dat gecontroleerd is op correcte werking (zie hieronder).
Besturen van klanken Gebruik van de CT-X5000: dt MODULATION/ toonhoogteregelaar ASSIGNABLE toets U kunt de hoogte van de noten met de toonhoogteregelaar U kunt de dt MODULATION/ASSIGNABLE toets geleidelijk omhoog en omlaag verschuiven. Deze functie gebruiken om vibrato op de noten toe te passen maakt het mogelijk om het smorende effect van een saxofoon (standaardinstelling).
Pagina 35
Besturen van klanken Gebruik bn [–] en [+] om de Instellen van het toetsenbordgedeelte dt MODULATION/ASSIGNABLE bewerking te waarop een effect wordt toegepast wanneer selecteren. dt MODULATION/ASSIGNABLE wordt ingedrukt Selecteert u Om deze bewerking te selecteren: deze instelling: Voer de stappen 1, 2 en 3 uit onder Schakel de functie die aan de toets is 1 Moment “Veranderen van de bewerking die wordt...
Besturen van klanken Gebruik de [1] (V) en [3] (W) toetsen om Veranderen van de toonhoogte in “DSPModle” (de DSP-bestemmingsmodule) stappen van een halve toon weer te geven. (Transponeren) Er verschijnt een DSP-modulenaam. Modulenummer DSP-modulenaam De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte van het Digitale Keyboard verhogen of verlagen in stappen van een halve toon.
Besturen van klanken Instellen van de hoeveelheid Gebruik van Snelle octaafverschuiving octaafverschuiving voor elk gedeelte Terwijl dr OCTAVE wordt ingedrukt, drukt u Druk op dr OCTAVE. op de ds TRANSPOSE [w] of [q] toets. • Bij indrukken van [w] verschuiven de ingestelde ...
Besturen van klanken Uitvoeren van toonhoogte- Selecteren van een toonschaal afstelling voor het master Digitale U kunt een selectie maken uit 17 verschillende toonschalen, Keyboard en de afzonderlijke waaronder toonschalen die geschikt zijn voor klassieke muziek van bepaalde perioden, Arabische muziek enz. gedeelten ■...
Besturen van klanken Selecteren van het temperament van het Veranderen van de toonschaalinstelling die toetsenbordspel gebruikt wordt voor de automatische begeleidingen Druk op bk FUNCTION. Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Selecteren Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm van het temperament van het toetsenbordspel”...
• Bij het selecteren van sommige melodieën wordt “Lod” Weergeven van een weergegeven bij TEMPO (zie de afbeelding onder stap 3). ingebouwde melodie of een Dit betekent dat de gegevens worden geladen. melodie op een USB flash- Druk op ck PLAY/STOP. •...
De volgende typen melodieën kunnen voor deze oefening worden gebruikt: ingebouwde melodieën* of CMF Begin Einde formaat (dit is een type CASIO MIDI-bestand) melodieën* opgeslagen op een USB flash-drive. * Deze melodieën zijn voorzien van informatie voor de gedeeltekanalen (pagina NL-41).
Weergeven van een ingebouwde melodie of een melodie op een USB flash-drive (Melodiebankmodus) Gebruik bo PART SELECT om een gedeelte te ■ Informatie voor de gedeeltekanalen selecteren om te oefenen. Bij de ingebouwde melodieën en de CMF formaat melodieën zijn de gedeelten waar het linkerhandspel is opgenomen •...
MIDI-bestand op een USB flash-drive. geluidsbestand op een USB flash-drive. * Standaard MIDI-bestanden (SMF-formaat 0/1) en CASIO MIDI-bestanden (CMF formaat) • Tijdens de weergave van een geluidsbestand kunt u Weergeven van een melodie vanaf een USB...
Druk op 8 AUDIO PLAY/STOP om te Gebruik van automatische beginnen met weergeven. begeleiding (Ritmemodus) De [AUDIO PLAY] indicator verschijnt. Bij automatische begeleiding kunt u eenvoudigweg het gewenste begeleidingsritme selecteren en zal de bijpassende begeleiding (bas, gitaar en andere instrumenten) automatisch Brandt spelen wanneer u een akkoord speelt met uw linkerhand.
Gebruik van automatische begeleiding (Ritmemodus) CT-X5000: Gebruik van de RHYTHM Gebruik van automatische categorietoetsen om een categorie te begeleiding selecteren Spelen van een automatische begeleiding • U kunt de eq RHYTHM categorietoetsen gebruiken en snel en gemakkelijk in de categorieën te navigeren.
Pagina 46
• Gebruik de procedure onder “Dempen van specifieke speelt. gedeelten (Gedeeltenmodus)” (pagina NL-62) om snel en • Gebruik “CASIO CHORD” of andere vereenvoudigde gemakkelijk meerdere delen te dempen en weer te laten akkoord-vingerzetmodi om akkoorden te spelen. Zie klinken.
Gebruik van automatische begeleiding (Ritmemodus) Veranderen van de weergegeven nootwaarde Veranderen van de automatische begeleidingssnelheid (Tempo) Houd dl TAP TEMPO lang ingedrukt totdat de weergegeven nootwaarde verandert. Er zijn twee manieren om het tempo te veranderen. • Bij meerdere malen lang indrukken van dl TAP •...
Gebruik van automatische begeleiding (Ritmemodus) ■ Intropatroon (één type) Creëren van een melodie met een Dit is een begeleidingspatroon dat kan worden gebruikt bij het automatische begeleiding begin van een muziekstuk. Nadat er een meermaats intro- begeleidingspatroon heeft geklonken, vindt er een (Begeleidingspatroon) begeleidingsovergang plaats naar variatiepatroon 1.
VARIATION/FILL-IN 3, bs VARIATION/FILL- U kunt kiezen uit de volgende zes akkoordinvoerfuncties. IN 4). De indicator en de nummerindicator (1 t/m • CASIO CHORD 4) die overeenkomt met de toets die u heeft ingedrukt, • FINGERED 1 knipperen op het display.
Pagina 50
Zie pagina A-2 voor informatie betreffende de akkoorden die Majeur akkoorden ondersteund worden en hoe de vingerzetting op het Door tijdens de CASIO CHORD modus een enkele toetsenbord wordt uitgevoerd. klaviertoets aan te slaan in het begeleidingsgebied van het ● FINGERED 1...
U kunt een splitspunt (pagina NL-20) instellen zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding. Ingestelde Akkoord-vingerzetmodus Display waarde Splitspunt CASIO CHORD CASIO Cd FINGERED 1 Fingerd1 FINGERED 2 Fingerd2 FINGERED ON BASS FgOnBass UPPER gedeelte van toetsenbord...
Gebruik van automatische begeleiding (Ritmemodus) ● Akkoordpunt Instellen van het akkoordpunt De onderstaande afbeelding toont een toetsenbord met een ingesteld akkoordpunt. Het bereik van het LOWER gedeelte Houd dp SPLIT ingedrukt totdat “Split Pt” van het toetsenbord verandert in dit geval niet. wordt weergegeven.
Gebruik van automatische begeleiding (Ritmemodus) In- en uitschakelen van de akkoordinvoer- Toevoegen van harmonie aan de voorrangsmodus melodienoten (Automatisch harmoniseren) Houd dp SPLIT ingedrukt totdat “Split Pt” wordt weergegeven. Met Automatisch harmoniseren wordt harmonie toegevoegd aan de melodienoten die u speelt met de rechterhand om Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm meer melodische diepte te verkrijgen.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het Gebruik van automatische harmonisatietype te selecteren. muziekvoorkeuzes • Zie “Lijst met automatische harmonisatietypen” (pagina NL-53) voor details van de typen. Muziekvoorkeuzes zijn een verzameling basisinstellingen met Wanneer de instelling naar wens is, houdt u de akkoordprogressiegegevens.
Druk op cm ACCOMP om de Gebruik van de frasepads muziekvoorkeuzemodus te verlaten. • De toon- en ritme-instellingen die door de muziekvoorkeuzemodus zijn gemaakt blijven van kracht. • Wanneer in stap 3 het nummer van bepaalde Korte frasen kunnen worden opgenomen en aan een van de muziekvoorkeuzes wordt geselecteerd, begint de [SYNC vier frasepads worden toegewezen.
Gebruik van de frasepads Stoppen van de weergave van alle frasen Starten en stoppen met fraseweergave Druk op cr STOP om te stoppen met de fraseweergave wanneer meerdere frasen Voordat u een frase kunt weergeven, moet u eerst worden weergegeven. overschakelen naar de fraseset waar de frase is opgeslagen, indien deze nog niet aan de frasepads is toegewezen.
Gebruik van de frasepads Items van de fraseweergave-basisinstelling De basisinstellingen voor de fraseweergave maken Instelitem Instellin- Beschrijving De basisinstellingen voor de fraseweergave bepalen hoe de (display) frase die aan een pad (1 t/m 4) is toegewezen, wordt Herhaalde Bepaalt of er wel of geen On, Off gespeeld wanneer u op de pad drukt.
Gebruik van de frasepads • Als u de mixerinstellingen wilt veranderen, voer dan de Opnemen van een frase procedure uit onder “Mixerinstellingen maken” (pagina NL-64). Om de mixerinstellingen te maken van de Een frase wordt gemaakt door noten die met de hand op het frase die wordt opgenomen, maakt u de toetsenbord worden gespeeld op te nemen.
Gebruik van de frasepads Items van de fraseopname-instelling De instellingen voor de frase- opname maken Itemnaam Instellin- Beschrijving Als u de instellingen voor de fraseopname verandert, zullen (Display) deze instellingen ook geldig zijn voor eventuele toekomstige Aantal maten Bepaalt de lengte (aantal maten) 1 t/m 16 opnamen.
Gebruik van de frasepads Druk op bn [+] (YES) om de bewerking uit te Bewerken van een frase voeren of op bn [–] (NO) om deze te annuleren. • Bij indrukken van bn [+] (YES) verschijnt het bericht Gebruik de procedures in dit hoofdstuk om afzonderlijke “Wait...”...
Gebruik van de frasepads Houd de [4] (EXIT) bm cijfertoets lang ingedrukt Alle gegevens van een frase wissen behalve om de functie te verlaten. de nootgebeurtenissen Kopiëren van een frase Gebruik de procedure onder “Inschakelen van de frasebewerkingsmodus” (pagina NL-59) om Gebruik de procedure onder “Inschakelen van de frasebewerkingsmodus in te schakelen.
Gebruik van de frasepads Kwantiseren van een frase Toonsoortverschuiving van een frase Gebruik de procedure onder “Inschakelen van Gebruik de procedure onder “Inschakelen van de frasebewerkingsmodus” (pagina NL-59) om de frasebewerkingsmodus” (pagina NL-59) om de frasebewerkingsmodus in te schakelen. de frasebewerkingsmodus in te schakelen. Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm cijfertoetsen om “Quantize”...
Mixerinstellingen voor de frase maken Dempen van specifieke gedeelten (Gedeeltenmodus) Gebruik de procedure onder “Inschakelen van de frasebewerkingsmodus” (pagina NL-59) om Uw Digitale Keyboard produceert noten van de automatische de frasebewerkingsmodus in te schakelen. begeleiding en het toetsenbordspel die uit meerdere gedeelten bestaan.
Dempen van specifieke gedeelten (Gedeeltenmodus) Gebruik bn [–] en [+] om de gedeeltengroep te Gedeeltengroepen met gedeelte selecteren van het gedeelte dat u wilt in- of aan/uit-functie uitschakelen. • Laat bijvoorbeeld de [RHYTHM] indicator verschijnen. Behalve de automatische begeleiding in de voorgaande Terwijl de [RHYTHM] indicator brandt, kunt u elk uitleg, maakt het Digitale Keyboard ook gebruik van andere gedeelte van de automatische begeleiding in- of...
Selecteer de gedeeltengroep waarvoor u de Gebruik van de mixer mixerinstellingen wilt maken. (1) Druk op 9 PART en controleer of het Uw Digitale Keyboard produceert noten van de automatische indicatorlampje links van de toets brandt. begeleiding en het toetsenbordspel die uit meerdere (2) Gebruik bn [–] en [+] om de gedeeltengroep te gedeelten bestaan.
Gebruik van de mixer Houd de [4] (EXIT) bm cijfertoets lang ingedrukt Gedeeltenlijst voor elke om de mixermodus te verlaten. gedeeltengroep van de mixer De tabellen tonen de gedeeltengroepen in de mixermodus en • De status van de mixergedeelte-indicators (brandt, knippert de gedeelten in elke groep.
Gebruik van de mixer ● SONG SYSTEM gedeeltengroep Geavanceerde mixerinstellingen Dit zijn de gedeelten van het systeemspoor in de melodieën opgenomen met de MIDI-recorder. Instelitems voor elke gedeeltengroep Gedeeltenummer Bijbehorend gedeelte UPPER 1 De oorspronkelijke standaardinstellingen zijn aangegeven met een sterretje (*). UPPER 2 LOWER 1 Itemnaam...
Alleen een geselecteerd gedeelte laten Registreren en oproepen van klinken een basisinstelling Voer de stappen 1 t/m 4 uit onder (Registratie) “Mixerinstellingen maken” (pagina NL-64). U kunt de registratiefunctie gebruiken om een basisinstelling Druk op de [6] (ENTER) bm cijfertoets om van het Digitale Keyboard (toon, ritme en andere instellingen) alleen het gedeelte te laten klinken waarvan de te registreren.
• dn SUSTAIN toets (aan/uit, instelmodus) (2) Terwijl “Bank” en het banknummer worden • dm PORTAMENTO toets (aan/uit, instelmodus) weergegeven, gebruikt u bn [–] en [+] of de bl • CT-X5000: dt MODULATION/ASSIGNABLE toets (aan/ regelaar om het gewenste banknummer te uit, instelmodus) selecteren.
Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie) Blokkeerfunctie Oproepen van een geregistreerde basisinstelling Bij het oproepen van een geregistreerde basisinstelling worden gewoonlijk alle instellingen overschreven die zijn aangegeven onder “Geregistreerde instelitems” (pagina NL-68). Oproepen van een basisinstelling U kunt de blokkeerfunctie gebruiken om bepaalde instellingen te specificeren die niet mogen worden overschreven wanneer Houd cn FREEZE ingedrukt om de een geregistreerde basisinstelling wordt opgeroepen.
Registreren en oproepen van een basisinstelling (Registratie) Trap op het pedaal wanneer u het punt bereikt Gebruik van een pedaal om waarop u een geregistreerde basisinstelling meerdere basisinstellingen wilt oproepen. achter elkaar te doorlopen • Bij meermalen intrappen van het pedaal worden de geregistreerde basisinstellingen in de geselecteerde (Registratiereeks) bank vanaf gebied 1 doorlopen.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de Bewerken van een toon instelling te veranderen. (Gebruikerstonen) Herhaal de stappen 3 en 4 voor elk van de U kunt een ingebouwde toon bewerken om een bewerkingsitems die u wilt veranderen. gebruikerstoon te creëren.
Bewerken van een toon (Gebruikerstonen) Gebruik van DSP-bewerking voor het bewerken van een effect • Als u de gegevens als een nieuwe gebruikerstoon opslaat, wordt het toonnummer van de opslagbestemming het Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Bewerken laagste nummer in het geheugen waarmee geen gegevens van een toon”...
Bewerken van een toon (Gebruikerstonen) Herhaal de stappen 6 t/m 11 naar vereist om de Kopiëren van een gebruikerstoon instellingen voor de DSP-modules te maken. Selecteer de gebruikerstoon die u wilt Voer de stappen 6 en 7 uit onder “Bewerken kopiëren.
Bewerken van een toon (Gebruikerstonen) Lijst met toonbewerkingsitems Itemnaam Display Beschrijving Instellingen Aanslagtijd Atk.Time Hiermee wordt de tijd ingesteld die bij het aanslaan van een 0 t/m 127 toets verloopt vanaf het moment dat de noot begint te klinken totdat deze het maximumvolume bereikt. Een hogere waarde geeft een langere aanslagtijd aan.
Pagina 76
Bewerken van een toon (Gebruikerstonen) Itemnaam Display Beschrijving Instellingen Aanslaggevoeligheid Vel.Sens Regelt hoeveel de toon en/of het volume moeten worden –64 tot 0 tot beïnvloed door de aanslag (druk) van het toetsenbord. Een hogere positieve waarde zorgt voor meer helderheid en een groter volume wanneer de aanslag van het toetsenbord sterker wordt.
• De “Leeg” blokken in de bovenstaande afbeelding zijn heeft. speciale geheugengebieden (gebruikersgebieden) bedoeld CT-X5000: Ritmenummers 294 t/m 393 (in totaal 100 ritmes) voor bewerking. Er is er één voor elk gedeelte. Nadat u iets CT-X3000: Ritmenummers 294 t/m 343 (in totaal 50 ritmes) voor een blok heeft opgenomen, verandert het blok in “Opgenomen”.
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) Selecteer het begeleidingspatroon dat moet Creëren en bewerken van een worden bewerkt. gebruikersritme Om dit te selecteren: Druk op deze toets: Intropatroon bo INTRO Eindpatroon bt ENDING/SYNCHRO START • Zie “RHYTHM gedeeltengroep” onder “Gedeeltenlijst voor elke gedeeltengroep van de mixer”...
Pagina 79
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) Selecteer het gedeelte dat moet worden Maak de gewenste weergave-instellingen voor bewerkt. het gedeelte dat wordt bewerkt. • Zie “Maken van de weergave-instellingen voor een (1) Druk op 9 PART en controleer of het lampje links gebruikersritmegedeelte”...
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) Afhankelijk van het begeleidingspatroon dat u Een bestaand ritme bewerken en dit opslaan heeft geselecteerd, voert u een van de volgende bedieningsprocedures uit. • Bij het bewerken van het begeleidingspatroon van een Y Als u variatiepatroon 1 t/m 4 of invulpatroon 1 t/m bestaand ritme kunt u nieuwe opnamen maken voor elk van 4 heeft geselecteerd de volgende gedeelten: variatiepatroon 1 t/m 4 en...
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) Indien gewenst maakt u de instellingen voor de Alleen de mixerinstellingen van een bestaand toon en de octaafverschuiving van het gedeelte. ritme veranderen en dit opslaan (1) Selecteer de toon die u wilt gebruiken voor de opname van het gedeelte.
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) Oefen wat u gaat spelen, indien nodig. Opnemen van toetsenbordspel voor elk • Voer de onderstaande procedure uit om de gedeelten gedeelte van het begeleidingspatroon te laten klinken en om te oefenen wat u van plan bent om op het toetsenbord te spelen, voordat dit daadwerkelijk wordt opgenomen.
• De bediening van de dt MODULATION/ ■ Opname-instellingen voor de gebruikersritmes ASSIGNABLE toets wordt ook in de opname vastgelegd (alleen CT-X5000). De oorspronkelijke standaardinstellingen zijn aangegeven • Wat u opneemt, wordt weergegeven wanneer de met een sterretje (*).
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) Druk op de [4] (EXIT) bm cijfertoets wanneer de Maken van mixerinstellingen voor een mixerinstellingen naar wens zijn. gedeelte dat wordt bewerkt Kopiëren van een bestaand begeleidingspatroon om dit te bewerken • De hier getoonde procedure is een bedieningsstap in de onderstaande procedures.
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) Druk op bn [+] (YES) om de kopieerbewerking Selecteer het gedeelte dat u wilt gebruiken als uit te voeren of op bn [–] (NO) om deze te de kopieerbron. annuleren. (1) Druk op 9 PART en controleer of het lampje links van de toets brandt.
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) De opgenomen gegevens in alle gedeelten Opslaan van een gebruikersritme van een begeleidingspatroon in een keer wissen • De hier getoonde procedure is een bedieningsstap in de onderstaande procedures. Selecteer in de ritmebewerkingsmodus het –...
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) Weergave-instellingen van de • Als u de gegevens als een nieuw gebruikersritme opslaat, gebruikersritmegedeelten wordt het ritmenummer van de opslagbestemming het laagste nummer in het geheugen waarmee geen gegevens zijn opgeslagen. Het nieuw opgeslagen gebruikersritme Maken van de weergave-instellingen voor wordt geselecteerd nadat de bediening is voltooid.
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) Details van de weergave-instellingen voor de gebruikersritmegedeelten ■ Akkoordconversietabel (Table) Het opnemen van de begeleidingspatronen wordt gewoonlijk uitgevoerd in C majeur (grondtoon van C, majeurtype). Bij het weergeven van een automatische begeleiding kunt u indien gewenst een andere grondtoon dan C gebruiken en een ander akkoordtype dan majeur.
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) ■ Breekpunt (Break Pt) Bediening die van invloed is op Deze parameter specificeert de klaviertoets, van C t/m B, die alle begeleidingspatronen in een het punt is waarop de automatische bas- en akkoordnoten een octaaf omlaag gaan. ritme Als bijvoorbeeld F is gespecificeerd als het breekpunt, dan verandert een C majeur akkoord opgenomen als C3E3G3...
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme) Gegevens opgenomen in alle Kopiëren van een gebruikersritme begeleidingspatronen van een ritme in een Selecteer het gebruikersritme dat u wilt keer wissen kopiëren. Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Maken van Houd 8 RECORD/STOP ingedrukt totdat de mixerinstellingen voor een ritme”...
Solo 16 Leeg Leeg Opname • CASIO COMPUTER CO., LTD. draagt geen De gegevens die op elk spoor worden opgenomen, worden verantwoordelijkheid voor enige schade, verlies van hieronder beschreven. winsten of eisen van derden die ontstaan uit het verlies...
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Starten vanaf de melodiebankmodus Starten van een opname Druk op 7 SONG BANK om de Opnemen kan worden gestart vanaf een van de onderstaande modi. melodiebankmodus in te schakelen. ● Ritmemodus Gebruik de bm cijfertoetsen, bn [–] en [+] of de Druk op 8 RECORD/STOP en speel dan iets op het bl regelaar om een melodienummer van 31 t/m toetsenbord om te beginnen met opnemen.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Druk op 8 RECORD/STOP. Opnemen van het Hierdoor komt het toestel in de opname-paraatstand te toetsenbordspel staan. • De [RECORD] indicator begint tijdens het opnemen te knipperen wanneer de resterende notentelling 100 of lager Knippert wordt.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Selecteer het solospoor waarop u wilt Opnemen van een nieuw solospoor opnemen. Stel het tempo in dat u aan het begin van de (1) Houd 8 RECORD/STOP lang ingedrukt. • Het opname-instelscherm verschijnt dat u kunt opname wilt gebruiken.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Door iets op het toetsenbord te spelen wordt er Tijdens weergave van opgenomen sporen automatisch begonnen met opnemen. een ander solospoor overdubben Bij het beginnen met weergeven van een opgenomen spoor wordt er gelijktijdig gestart met opnemen op het Druk op 7 SONG BANK.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Veranderen van het nummer van de melodie Vooraf tellen of de metronoom laten klinken voor de opnamebestemming in de opname- Druk op 8 RECORD/STOP. paraatstand • Als u met de procedure bent begonnen vanuit de ritmemodus, komt het toestel in de opname- Druk op 8 RECORD/STOP.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Druk op ck PLAY/STOP. Opnieuw opnemen van een De weergave van de melodie begint. opgenomen spoor (Overdubbing, • Indien gewenst kunt u vanaf hier naar stap 9 van de procedure gaan en meteen beginnen met opnemen. Punch-in opname) •...
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Instellen van het opname-startpunt en Dempen van bepaalde sporen opname-eindpunt en dan een overdubbing of Druk op 7 SONG BANK. punch-in opname uitvoeren Gebruik de bm cijfertoetsen, bn [–] en [+] of de Voer de procedure uit onder “Herhaalde bl regelaar om het melodienummer van een weergave van specifieke melodiematen (A-B opgenomen melodie te selecteren.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Wissen van een opgenomen melodie Kopiëren van een opgenomen melodie en wissen van een Druk op 7 SONG BANK. opgenomen melodie of spoor Gebruik de bm cijfertoetsen, bn [–] en [+] of de bl regelaar om het nummer te selecteren van Kopiëren van een opgenomen melodie de melodie die u wilt wissen.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Melodiebewerkingsmodus Bewerken van een volledige melodie in maatsegmenten Schakel de melodiebewerkingsmodus in voor gebruik van de onderstaande functies. (Melodiebewerking) • Bewerken van een volledige melodie in maatsegmenten (pagina NL-99) Gebruik de onderstaande procedure om een volledige •...
Pagina 101
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Kopiëren van een volledige melodie in Invoegen van blanco maten op een maatsegmenten en deze invoegen op een specifieke plaats in een melodie specifieke plaats in dezelfde melodie Voer de procedure uit onder “Inschakelen van Voer de procedure uit onder “Inschakelen van de melodiebewerkingsmodus”...
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Wissen van meerdere maten in een melodie Bewerken van een opgenomen melodie in spoorsegmenten • Met deze procedure worden de maten binnen het De bewerkingen in dit hoofdstuk zijn van invloed op het opgegeven bereik gewist en verschuiven de maten die volledige spoor van een opgenomen melodie.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Kopiëren van een geselecteerd solospoor Wissen van specifieke gegevens van een naar een ander solospoor geselecteerd spoor Voer de procedure uit onder “Inschakelen van de melodiebewerkingsmodus” (pagina NL-99). • Met de onderstaande procedure kunnen alleen de gegevens worden gewist in de sporen die in de Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm onderstaande tabel zijn aangegeven.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de Bewerken van een spoor van een nootwaarde op te geven die gebruikt moet opgenomen melodie in worden als de referentienoot voor de maatsegmenten kwantisatie.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de Kopiëren van een geselecteerd spoor in waarde voor de toonsoortverschuiving op te maatsegmenten en deze invoegen op een geven. specifieke plaats in hetzelfde spoor •...
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen ■ Toonnummer-gebeurtenis Bewerken van een opgenomen Het toonnummer wordt weergegeven met de melodie in gebeurtenissegmenten gebeurtenisnaam “Tone”. (Gebeurtenisbewerking) Toonnummer Gebeurtenisnaam De MIDI-recorder maakt opnamen in de vorm van gegevensgroepen die “gebeurtenissen” worden genoemd. T o n e Wanneer bijvoorbeeld een klaviertoets wordt ingedrukt, worden er meerdere gebeurtenissen opgenomen: de timing van het indrukken van de toets, de ingedrukte toets...
Akkoordtype of “NonChord” nootgebeurtenis). • Tijdens het bewerken van het systeemspoor wordt een *1 CT-X5000: 1 t/m 393, CT-X3000: 1 t/m 343 van de onderstaande indicators getoond. De getoonde *2 Zie “Gebeurtenis van automatisch begeleidingsakkoord” indicator geeft het gedeelte aan waar de weergegeven (pagina NL-105).
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Y Akkoordgebeurtenis (alleen systeemspoor) (1) Gebruik de [2] (w) en [5] (q) bm cijfertoetsen om • Terwijl een nootgebeurtenis op het display wordt een akkoordgebeurtenis weer te geven. weergegeven, kunt u de [2] (w) en [5] (q) bm (2) Als er geen [ACCOMP] indicator wordt cijfertoetsen gebruiken om de afzonderlijke gebeurtenissen weergegeven, drukt u op cm ACCOMP om deze te...
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Wissen van gebeurtenisssen in Één voor één invoeren van noten maatsegmenten en akkoorden (Stappeninvoer) Voer de procedure uit onder “Inschakelen van Stappeninvoer is een gebeurtenisbewerkingsfunctie. Gebruik de melodiebewerkingsmodus” (pagina NL-99). stappeninvoer om de lengte en toonhoogte van elke afzonderlijke noot (nootgebeurtenis) te specificeren.
Pagina 110
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Wanneer u het systeemspoor aan het Stel de nootwaarde (gebeurtenislengte) in van bewerken bent, kunt u het de gebeurtenis die u in stap 8 gaat invoeren. bestemmingsgedeelte voor de invoer Om deze nootwaarde in te Druk op deze bm cijfertoets: specificeren.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen ■ Selecteren van een systeemspoorgedeelte Gebruik de [2] (w) en [5] (q) bm cijfertoetsen Wanneer het systeemspoor wordt geselecteerd als het om de gebeurtenis weer te geven binnen de bestemmingsspoor, kunt u de onderstaande toetsen maat vanaf waar u de stappeninvoer wilt gebruiken om het gedeelte te selecteren dat moet worden starten.
Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen Gebruik de [2] (w) en [5] (q) bm cijfertoetsen Mixerinstellingen voor een om het menu-item weer te geven dat u wilt opgenomen melodie veranderen. • De oorspronkelijke standaardinstellingen zijn U kunt de mixerinstellingen maken van elk gedeelte van het aangegeven met een sterretje (*).
Maken van functie-instellingen Gebruik de procedures in dit hoofdstuk om de instellingen voor het master Digitale Keyboard te maken. De procedure maakt gebruik van de bk FUNCTION toets. • Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld door op 1P (aan/uit) te drukken of door activering van de automatische stroomonderbreker (pagina NL-9) terwijl de functie Automatisch hervatten (pagina NL-10) is uitgeschakeld, worden alle instellingen, met uitzondering van de onderstaande instellingen, teruggezet op de oorspronkelijke standaardinstellingen.
Maken van functie-instellingen Lijst met functie-instellingen Functienaam Display Instellingen pagina Aanslagvolume Touch 1 t/m 4 NL-29 Akkoordmodus ChordMod 1 t/m 6 NL-50 Frasepad Phr Pad – NL-54 Omschakelen fraseset Phr Set 1 t/m 25 NL-54 Pad 1 Pad 1 – Herhaalde weergave Loop On, Off...
Pagina 115
Maken van functie-instellingen Functienaam Display Instellingen pagina CT-X5000: MODULATION/ASSIGNABLE Mod/Asgn – NL-33 Toetsbediening Btn Act 1 t/m 2 NL-33 Toetsfunctie Btn Func 1 t/m 2 NL-34 Waarde wanneer modulatie aan staat ModValue 0 t/m 127 NL-33 DSP-bestemmingsmodule DSPModle 1 t/m 28...
Pagina 116
Maken van functie-instellingen Functienaam Display Instellingen pagina Splitsen Split – NL-20, 50 Splitspunt Split Pt 36 t/m 96 NL-20 Onderste punt Lower Pt 36 t/m 96 NL-51 Akkoordpunt Chord Pt 36 t/m 96 NL-51 Akkoordinvoer-voorrangsmodus Cd Prior On, Off NL-52 Volume van automatische begeleiding AcompVol 0 t/m 127...
Pagina 117
Maken van functie-instellingen Functienaam Display Instellingen pagina CT-X5000: Equalizer-gebruikersinstellingen User EQ – Laagbereik-instelling EQ Low – Laagbereik-afkapfrequentie Low Freq 1 t/m 13 Laagbereik-versterking Low Gain –12 t/m 12 Middenbereik 1 instelling EQ Mid1 – Middenbereik 1 middenfrequentie Mid1Freq 1 t/m 20...
Pagina 118
– *1 Bevat dezelfde submenu’s als Pad 1. *2 Hangt af van de specificatie van de “DSP-bestemmingsmodule” (DSPModle). *3 Het instelbereik hangt van het toetsenbordmodel. Instellingen Functienaam CT-X5000 CT-X3000 Nagalm 1 t/m 33 1 t/m 25 Zweving 1 t/m 17...
Maken van functie-instellingen Examenmodus Wissen van alle gegevens uit het geheugen van het Digitale De examenmodus verandert de bediening van het Digitale Keyboard zoals hieronder wordt beschreven om personen te Keyboard helpen die zich voorbereiden op een beoordelingstest voor het bespelen van een muziekinstrument. Gebruik de onderstaande procedure om de gegevens en instellingen op de oorspronkelijke standaard- ●...
Digitale Keyboard ongeacht of dergelijke activiteiten plaatsvinden met • Weergeven, op het Digitale Keyboard, van algemene of zonder compensatie. CASIO COMPUTER CO., LTD. melodiegegevens (MIDI-bestand of WAV-formaat kan onder geen voorwaarde verantwoordelijk worden geluidsbestand) die met een computer naar een USB flash-...
USB flash-drive Aansluiten van de USB flash-drive op het Formatteren van een USB flash-drive Digitale Keyboard Steek de USB flash-drive die geformatteerd Steek de USB flash-drive in de USB flash-drive moet worden in de USB flash-drive poort van poort van het Digitale Keyboard, zoals het Digitale Keyboard.
USB flash-drive Opslaan van gegevens van het Digitale Gebruik van de USB flash-drive Keyboard op een USB flash-drive U kunt het Digitale Keyboard gebruiken voor het opslaan van gegevens, het importeren van gegevens, het wissen van Steek de USB flash-drive in de USB flash-drive gegevens en het hernoemen van gegevens op een USB poort van het Digitale Keyboard.
Pagina 123
USB flash-drive Druk bn [+] (YES) om de gegevens te Laden van gegevens van een USB flash-drive importeren. naar het geheugen van het Digitale Keyboard • Druk op bn [–] (NO) om de bewerking te annuleren. • Bij indrukken van bn [+] (YES) verschijnt “Wait...” Voer de stappen 1, 2 en 3 uit onder “Opslaan (bewerking wordt uitgevoerd) op het display.
“Rename” weer te geven en map. druk dan op [6] (ENTER). • Standaard MIDI-bestanden (SMF-formaat 0/1) of CASIO MIDI-bestanden (CMF formaat) Gebruik de [1] (V) en [3] (W) toetsen om een • WAV-formaat geluidsbestanden (16 bit, 44,1 kHz)
*2 Windows 7 (32-bit, 64-bit) *3 Windows 8.1 (32-bit, 64-bit) Configureer de instellingen van de *4 Windows 10 (32-bit, 64-bit) muzieksoftware en selecteer “CASIO USB- ● USB-poort MIDI” als het MIDI-apparaat. • Zie de gebruikersdocumentatie die met de gebruikte muzieksoftware wordt geleverd voor nadere informatie over hoe u het MIDI-apparaat kunt selecteren.
Aansluiten van een computer Downloaden van de Data Manager MIDI-instellingen Ga naar de CASIO WORLDWIDE site op het Toetsenbordkanaal volgende internetadres. http://world.casio.com/ Deze parameter bepaalt het kanaal dat wordt gebruikt wanneer toetsenbord-uitvoeringsgegevens vanaf dit Digitale Selecteer op deze site een land of geografisch Keyboard naar een computer worden verstuurd.
• Als er geen gebruikersritme in het geheugen is opgeslagen, zal de automatische begeleiding niet beginnen wanneer u op ck drukt terwijl een ritme in het 294 t/m 393 (CT-X5000) / 294 t/m 343 (CT-X3000) bereik is geselecteerd (pagina NL-76).
Referentie Symptoom Maatregel De noten blijven klinken zonder dat ze stoppen. • Schakel de stroom eerst uit en daarna opnieuw in om alle instellingen van het Digitale Keyboard in de beginstand te zetten (pagina NL-9). • Verander de aanhoudinstelling (pagina NL-32). •...
Referentie Foutmeldingen Display Oorzaak Maatregel Err Limit U probeert meer dan 999 maten op te nemen. Zorg dat uw opnamen maximaal 999 maten bevatten. Err Mem Full U probeert een opname te maken die de maximaal Houd de melodie-opnamen binnen de maximaal toelaatbare gegevensgrens per melodie overschrijdt.
Pagina 130
Referentie Display Oorzaak Maatregel Err Format Het huidige formaat van de USB flash-drive is niet • Gebruik een computer of een ander apparaat om de geschikt voor dit Digitale Keyboard. USB flash-drive te formatteren naar iets dat compatibel is met het Digitale Keyboard (pagina NL-120).
Referentie DSP-effectenlijst DSP-modulelijst Module- Modulenaam Display Beschrijving nummer Mono 1-Band EQ Mono 1EQ Dit is een mono-equalizer met één frequentieband. Mono 2-Band EQ Mono 2EQ Dit is een mono-equalizer met twee frequentiebanden. Mono 3-Band EQ Mono 3EQ Dit is een mono-equalizer met drie frequentiebanden.
Referentie DSP Parameterlijst Modulenaam Beschrijving Instellingen Parameter- Display gegevens Mono 1-Band EQ Dit is een mono-equalizer met één frequentieband. EQ Freq EQ Frequency Regelt de middenfrequentie van de equalizer. EQ Gain EQ Gain Regelt de versterking van de equalizer. –12 tot 00 tot 12 In Level Input Level...
Pagina 135
Referentie Modulenaam Beschrijving Instellingen Parameter- Display gegevens Stereo 2-Band EQ Dit is een stereo-equalizer met twee frequentiebanden. EQ1 Freq EQ1 Frequency Regelt de middenfrequentie van equalizer 1. EQ1 Gain EQ1 Gain Regelt de versterking van equalizer 1. –12 tot 00 tot 12 EQ2 Freq EQ2 Frequency Regelt de middenfrequentie van equalizer 2.
Pagina 136
Referentie Modulenaam Beschrijving Instellingen Parameter- Display gegevens Tremolo Verschuift het volume van het ingangssignaal met behulp van een LFO. Rate LFO Rate Regelt de LFO-snelheid. 000 t/m 127 Depth LFO Depth Regelt de LFO-diepte. 000 t/m 127 Waveform LFO Waveform Selecteert de LFO-golfvorm.
Pagina 137
Referentie Modulenaam Beschrijving Instellingen Parameter- Display gegevens Limiter Beperkt het ingangssignaalniveau zodat het niet boven een vooringesteld niveau uitkomt. Limit Limit Regelt het volumeniveau voor de limiet waarbij de beperking 000 t/m 127 uitgeoefend dient te worden. Attack Attack Regelt de tijd totdat het compressie-effect begint.
Pagina 138
Referentie Modulenaam Beschrijving Instellingen Parameter- Display gegevens Chorus Geeft diepte en omvang aan de noten. Rate LFO Rate Regelt de LFO-snelheid. 000 t/m 127 Depth LFO Depth Regelt de LFO-diepte. 000 t/m 127 Waveform LFO Waveform Selecteert de LFO-golfvorm. Sine, Triangle Feedback Feedback...
Pagina 139
Referentie Modulenaam Beschrijving Instellingen Parameter- Display gegevens Drive Rotary Dit is een nabootsing van een roterende luidspreker die overdrive mogelijk maakt. Type Type Selecteert het type roterende luidspreker. 0 t/m 3 OD Gain Overdrive Gain Regelt de overdrive-versterking. 000 t/m 127 OD Level Overdrive Level Regelt het overdrive-uitgangsniveau.
Pagina 140
Referentie Modulenaam Beschrijving Instellingen Parameter- Display gegevens Reflection Bootst de eerste weerkaatsing van nagalm na. Oefent akoestische aanwezigheid uit op de noten. WetLevel Wet Level Regelt het niveau van het effectgeluid. 000 t/m 127 Feedback Feedback Regelt de herhaling van het teruggekaatste geluid. 000 t/m 127 Tone Tone...
Pagina 141
Referentie Modulenaam Beschrijving Instellingen Parameter- Display gegevens LFO Wah Dit is een “wah” effect dat de frequentie automatisch kan beïnvloeden met behulp van een LFO. In Level Input Level Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal kan vervormd 000 t/m 127 raken wanneer het niveau van het ingangssignaal, het aantal akkoorden of de resonantiewaarde groot is.
Pagina 142
Referentie Modulenaam Beschrijving Instellingen Parameter- Display gegevens Modeling Wah Bootst diverse typen wah-pedalen na. Dit effect kan de frequentie automatisch verschuiven in overeenstemming met het niveau van het ingangssignaal. OutLevel Level Regelt het wah-niveau. 000 t/m 127 Type Type Selecteert het wah-type.
Pagina 143
Referentie Modulenaam Beschrijving Instellingen Parameter- Display gegevens Drive Bootst de drive van een muziekinstrumentversterker na. Type Drive Type Selecteert het drivetype.* 1 t/m 20 Gain Gain Regelt de ingangssignaalversterking van de driver. 000 t/m 127 OutLevel Level Regelt het uitgangsniveau van de drive. 000 t/m 127 WetLevel Wet Level...
Referentie Configuratie van de geluidsbron van het Digitale Keyboard en toewijzing van de MIDI-kanalen De geluidsbron van het Digitale Keyboard is verdeeld in vier gedeeltengroepen: KEYBOARD, RHYTHM, SONG SYSTEM, SONG SOLO. De rollen die aan elk gedeelte in de gedeeltengroepen zijn toegewezen, zijn in de “Gedeelte” kolom van de onderstaande tabel aangegeven.
Referentie ■ Bediening van een extern MIDI-apparaat met het Digitale Keyboard • Voor de uitvoer van de toetsenbordspel-gegevens voor het MIDI OUT kanaal, wordt de n-waarde gespecificeerd door “Toetsenbordkanaal” (pagina NL-125) op het Upper 1 gedeelte toegepast. De MIDI OUT kanalen daarna zijn gebaseerd op het MIDI OUT kanaal van het Upper 1 gedeelte: Upper 2 = n+1, Lower 1 = n+2, Lower 2 = n+3, en Automatisch harmoniseren = n+4.
Referentie Bedieningsvoorzorgsmaatregelen Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen en in acht te nemen. ■ Plaats Vermijd de volgende plaatsen voor dit product. • Plaatsen die blootgesteld staan aan het directe zonlicht en een hoge vochtigheid • Plaatsen die blootgesteld staan aan temperatuurextremen •...
Appendix Melodielijst Titel WORLD (CATEGORY : 01) WHEN THE SAINTS GO MARCHING IN AMAZING GRACE HOME ON THE RANGE SANTA LUCIA WALTZING MATILDA CAMPTOWN RACES PIANO/CLASSICS (CATEGORY : 02) JE TE VEUX SONATA op.13 “PATHÉTIQUE” 2nd Mov. HABANERA FROM “CARMEN” MINUET IN G MAJOR ODE TO JOY GYMNOPÉDIES no.1...
Appendix Vingerzettinggids Cadd9 FINGERED 1, FINGERED 2 Akkoorden Cmadd9 Cm69 Cdim Caug (#9) (#11) Csus4 Csus2 (13) (11) CmM7 CmM7 Cdim7 CdimM7 *1 Met FINGERED 2, geïnterpreteerd als Am7. *2 Met FINGERED 2, geïnterpreteerd als Am7 b *3 Het geïnverteerde formaat wordt in bepaalde gevallen niet ondersteund.
Pagina 150
Appendix FINGERED ON BASS, FULL RANGE CHORD Naast de akkoorden waarvan de vingerzetting gemaakt kan worden met FINGERED 1 en FINGERED 2, worden de volgende akkoorden ook erkend. A D m B D m C dim Ddim A D dim A D 7 Fdim F dim...