Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Creëren En Bewerken Van Een Gebruikersritme; Een Volledig Nieuw Ritme Creëren En Dit Opslaan - Casio CT-X5000 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Creëren en bewerken van een
gebruikersritme
• Zie "RHYTHM gedeeltengroep" onder "Gedeeltenlijst voor
elke gedeeltengroep van de mixer" (pagina NL-65) voor
informatie over de nummers van de mixergedeelte-
indicators en de begeleidingspatroondelen in de
onderstaande procedure.
Een volledig nieuw ritme creëren en dit
opslaan
• U kunt het begeleidingspatroon van een bestaand ritme
naar een gebruikersgebied kopiëren en dan de noten in elk
gedeelte bewerken (toevoegen en verwijderen). U kunt een
volledig begeleidingspatroon kopiëren (onderstaande stap
3) of alleen een bepaald gedeelte kopiëren (onderstaande
stap 5). Raadpleeg de juiste procedure naar vereist.
1.
Selecteer een gebruikersritme waar geen
gegevens zijn opgeslagen.
• Zie "Selecteren van een ritme" (pagina NL-43).
• "No Data" wordt weergegeven voor de ritmenaam
wanneer een gebruikersritme wordt geselecteerd waar
geen gegevens zijn opgeslagen.
2.
Houd bk FUNCTION lang ingedrukt totdat de
[EDIT] indicator verschijnt.
• De ritmebewerkingsmodus wordt ingeschakeld en het
ritmebewerkingsscherm verschijnt.
indicators knipperen op het display. Dit geeft
aan dat variatie 1 van het automatische
begeleidingspatroon voor bewerken is geselecteerd.
• "Drum" wordt weergegeven voor het gedeelte dat
wordt bewerkt.
Brandt
Creëren van een automatische begeleiding (Gebruikersritme)
3.
Selecteer het begeleidingspatroon dat moet
worden bewerkt.
Om dit te selecteren:
Intropatroon
Eindpatroon
Variatiepatroon 1 t/m 4,
invulpatroon 1 t/m 4
* Bij meermalen indrukken van de toets wordt er beurtelings
omgeschakeld tussen variatiepatroon en invulpatroon.
• De indicator voor het geselecteerde
begeleidingspatroon (pagina NL-47) knippert.
• U zou nu een bestaand begeleidingspatroon naar een
gebruikersgebied kunnen kopiëren. Zie "Kopiëren van
een bestaand begeleidingspatroon om dit te
bewerken" (pagina NL-83).
4.
Instellen van het aantal maten en de
tijdsignatuur van het begeleidingspatroon dat
u wilt creëren.
(1) Druk op cs REGISTRATION [8] (EDIT MENU).
(2) Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm cijfertoetsen om
"Element" weer te geven en druk dan op
[6] (ENTER).
(3) Gebruik de [1] (V) en [3] (W) toetsen om
"Measure" weer te geven en gebruik dan bn [–] en
[+] of de bl regelaar om de instelling te veranderen.
Begeleidingspatroon
Intropatroon, eindpatroon
Variatiepatroon
Invulpatroon
(4) Gebruik de [1] (V) en [3] (W) toetsen om "Beat"
(tijdsignatuur) weer te geven en gebruik dan bn [–]
en [+] of de bl regelaar om de instelling te
veranderen (instelbereiken: 2/4 tot 8/4, 2/8 tot 16/8).
(5) Druk op de [4] (EXIT) bm cijfertoets.
Druk op deze toets:
bo INTRO
bt ENDING/SYNCHRO START
bp VARIATION/FILL-IN 1 t/m
bs VARIATION/FILL-IN 4*
Instellingen
01 t/m 16
01 t/m 16
01 t/m 02
NL-77

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ct-x3000

Inhoudsopgave