Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelbereiken Voor De Gebeurtenissen; Bewerken Van Een Gebeurtenis - Casio CT-X5000 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruik van de MIDI-recorder voor opnemen

Instelbereiken voor de gebeurtenissen

In de onderstaande tabel worden de instelbereiken voor de
gebeurtenissen aangegeven.
Gebeurtenis
Parameter (display)
Noten
Nootnummer (C1 t/m G9)
Aanslagsnelheid (Velocity)
Poorttijdmaatslag (GateBeat) 0 t/m 340
Poorttijdtik (GateTick)
Toonnummer
Toonnummer (Tone)
Ritmenummer Ritmenummer (Rhythm)
Akkoord
Akkoordtype of "NonChord"
*1 CT-X5000: 1 t/m 393, CT-X3000: 1 t/m 343
*2 Zie "Gebeurtenis van automatisch begeleidingsakkoord"
(pagina NL-105).
*3 Alle akkoordtypen waarvan de vingerzetting op het
begeleidingstoetsenbord kan worden gemaakt of
"NonChord". Zie "Vingerzettinggids" (pagina A-2).

Bewerken van een gebeurtenis

1.
Voer de procedure uit onder "Inschakelen van
de melodiebewerkingsmodus" (pagina NL-99).
2.
Gebruik de [1] (V) en [3] (W) bm
cijfertoetsen om "TrkEvent" weer te geven en
druk dan op [6] (ENTER).
"Trk Sy" verschijnt.
3.
Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om het
gewenste spoor voor de gebeurtenisbewerking
op te geven en druk dan op [6] (ENTER).
De [EVENT] indicator verschijnt links van de [EDIT]
indicator.
Brandt
• De gebeurtenis aan het begin van het spoor wordt
weergegeven.
NL-106
4.
Instellingen
0 t/m 127
1 t/m 127
0 t/m 95
1 t/m 900
1
*
*2
3
*
5.
Gebruik de [2] (w) en [5] (q) bm cijfertoetsen
om de gebeurtenis weer te geven waarvan u de
parameters wilt veranderen.
• De informatie van de gebeurtenislocatie (maatslag,
maat, tik) wordt aan de rechterkant op het display
getoond.
Maat
• Bij het weergeven van een nootgebeurtenis op het
display klinkt er een bevestigingstoon (de toon van de
nootgebeurtenis).
• Tijdens het bewerken van het systeemspoor wordt een
van de onderstaande indicators getoond. De getoonde
indicator geeft het gedeelte aan waar de weergegeven
gebeurtenis is opgenomen.
Gedeelte
UPPER 1
UPPER 2
LOWER 1
LOWER 2
Automatisch harmoniseren
Frasepad 1 t/m 4
Afhankelijk van de gebeurtenis die u bewerkt,
voert u een van de onderstaande procedures
uit.
• Zie "Gebeurtenissendisplay" (pagina NL-105) voor
informatie over de indicators van de gebeurtenisstatus
en hoe de indicators moeten worden geïnterpreteerd.
• Wanneer ck PLAY/STOP tijdens het bewerken van
een gebeurtenis wordt ingedrukt, klinken de
opgenomen gegevens vanaf het begin van de maat
die hoort bij de getoonde gebeurtenis.
Y Nootgebeurtenissen
(1) Gebruik de [2] (w) en [5] (q) bm cijfertoetsen om
een nootgebeurtenis weer te geven.
(2) Gebruik de [1] (V) en [3] (W) toetsen om de
parameter weer te geven die u wilt veranderen.
(3) Gebruik bn [–] en [+] of de bl regelaar om de
instelling van de weergegeven parameter te
veranderen.
• U kunt ook het toetsenbord gebruiken om de
nootnummers te specificeren.
• De poorttijdmaatslag (GateBeat) kan worden
ingesteld in het bereik lopend van 0 t/m 340 voor
een melodie met een tijdsignatuur van 2/4 t/m 8/4
en in het bereik lopend van 0 t/m 680 voor een
melodie met een tijdsignatuur van 2/8 t/m 16/8.
• De poorttijdtik (GateTick) kan worden ingesteld in
het bereik lopend van 0 t/m 95 voor een melodie
met een tijdsignatuur van 2/4 t/m 8/4 en in het
bereik lopend van 0 t/m 47 voor een melodie met
een tijdsignatuur van 2/8 t/m 16/8.
(4) Herhaal de stappen (2) en (3) voor elk van de
parameters die u wilt veranderen.
Maatslag
Tik
Display
t/m

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ct-x3000

Inhoudsopgave